Coöperatief gedrag
Kinderen laten ons meestal luid en duidelijk weten als hen iets dwarszit. Echt luisteren naar het kind betekent hard werken. Je moet je concentreren als je een antwoord wilt geven waar het kind ook wat aan heeft. Zijn er manieren waarop we kinderen kunnen uitnodigen tot coöperatief gedrag (samenwerken), zonder dat we hun eigenwaarde aantasten of ze opzadelen met negatieve gevoelens? In dit artikel worden 7 vaardigheden besproken die een kind uitnodigen tot coöperatief gedrag.
Vaardigheden tot coöperatief gedrag
Niet elke vaardigheid werkt bij elk kind. Deze 7 vaardigheden zorgen wel voor het benodigde respect waardoor de wil tot samenwerken toeneemt.
Beschrijf wat je ziet of beschrijf het probleem
Het is moeilijk om iets te moeten doen, als mensen zeggen wat er allemaal niet aan je deugt. Het is makkelijker om je te concentreren op het probleem als iemand het gewoon beschrijft
Als volwassenen het probleem beschrijven, geeft dit kinderen de kans zichzelf te vertellen wat ze moeten doen.
Niet:
Hoe vaak moet ik je nog vertellen dat je het licht in het toilet uit moet doen als je klaar bent!
Wel:
Het licht in het toitlet is aan!
Geef informatie
Het is veel makkelijker met informatie om te gaan dan met een beschuldiging.
Als kinderen informatie krijgen, kunnen ze vaak zelf wel bedenken wat ze moeten doen.
Niet:
Wie heeft de melk niet terug in de koelkast gezet?
Wel:
Jongens, melk wordt zuur als je ‘m niet in de koelkast zet.
Geef een keuze
Als je een kind een keuze geeft over hoe iets moet gebeuren dan vermindert zijn verzet. Keuzes zijn voor kinderen een waardevolle oefening in het nemen van beslissingen.
Als je niet flink wat geoefend hebt om te vertrouwen op je eigen oordeel, is het lastig om als volwassene keuze te maken over werk, levensstijl of partner.
Zeg het met één woord
Kinderen hebben een hekel aan preken, lezingen en moraliseren. Hoe korter de boodschap, hoe beter.
Niet:
Ik heb jullie nu al zo vaak gevraagd om je pyjama aan te trekken en het enige wat jullie doen is klieren. We hadden afgesproken dat jullie je pyjama aan zouden hebben voordat de tv aangaat en jullie doen het gewoon niet!
Wel:
Jongens, pyjama’s!
Omschrijf wat je voelt
Maak geen opmerkingen over het karakter of over de persoonlijkheid van het kind. Kinderen hebben er recht op om te horen wat hun ouders echt denken. Als we beschrijven wat we voelen dan kunnen we oprecht zijn zonder te kwetsen.
Meewerken is makkelijker als iemand zijn boosheid of irritatie laat zien, zolang je maar niet wordt aangevallen.
Niet:
Wat is dat toch met jou? Je laat altijd die hordeur open staan!
Wel:
Ik vind het vervelend als de hordeur open blijft staan, dan komen er vliegen binnen.
Schrijf
Soms is het geschreven woord het meest effectief. Een vader die er genoetg van had om de haren van zijn dochter te verwijderen uit de afvoer, schreef het volgende:
Help!
Van haren in mijn afvoer word ik ziek..
Blup
Je verstopte afvoer
Gebruik humor
Humor of iets onverwachts doen helpt om bij kinderen de weerstand te verminderen.
Niet:
Kind: Wat eten we, mam?
Moeder: Haal onmiddellijk die voeten van tafel en ga recht op zitten. zo kunnen we niet eten.
Kind: Nou dan niet. Het is toch vast iets vies.
Wel:
Kind: Wat eten we, mam?
Moeder: Zo te zien zweetsokken met extra haar!
Kind: Hmm…lekker!