Coöperatief leren in het onderwijs
Tijdens de les rekenen neemt leerling 1 zorgvuldig alle informatie op en weet op elke vraag het goede antwoord. Daarentegen is leerling 2 met zijn potloden aan het spelen, waarbij hij telkens aandacht vraagt van zijn buurvrouw. Leerling 3 staart voor zich uit en is, terwijl de leerkracht hem een vraag stelt, niet bij de les. Al snel blijkt dat hij van de hele uitleg van de leerkracht niks heeft meegekregen. Leerling 4 wiebelt op haar stoel en valt. De les wordt hierdoor verstoord en even stilgelegd. De oplossing volgens menig onderzoeker is het coöperatief leren. Leerlingen worden geactiveerd om actief deel te nemen aan de les. Maar wat houdt het coöperatief leren precies in?
Wat is coöperatief leren?
Coöperatief leren is samenwerken tussen leerlingen, waarbij gedeelde verantwoordelijkheid een grote rol speelt en de leerlingen hetzelfde gemeenschappelijk doel willen bereiken. Leerlingen hebben interactie met elkaar, waarbij samenwerking tussen sterkere en zwakkere leerlingen wordt gestimuleerd door coöperatieve werkvormen. De leerlingen worden in heterogene tweetallen of groepjes ingedeeld. Er zijn vijf basiskenmerken typerend en bepalend voor het coöperatief leren:
Positieve wederzijdse afhankelijkheid
De opdracht kan op een juiste manier afgerond worden als elke leerling van de groep een bijdrage levert. De leerlingen zijn onafhankelijk, maar zorgen gezamenlijk voor een goede afronding. Een goede samenwerking is belangrijk. Het is van belang dat de zwakkere leerlingen ook betrokken zijn, zij zullen succeservaringen op doen.
Individuele verantwoordelijkheid
Elke leerling is verantwoordelijk voor zijn bijdrage aan het product.
Directe interactie
Leerlingen overleggen en bespreken met elkaar hoe zij te werk gaan en het doel kunnen behalen. Er zijn veel leerlingen tegelijkertijd aan het woord, hierdoor is er weinig wachttijd en wordt de effectieve leertijd optimaal gebruikt.
Samenwerkingsvaardigheden
Leerlingen leren door het coöperatief leren om samen te werken. Leerlingen leren om naar elkaar te luisteren, elkaar te helpen, elkaars inbreng te accepteren en vriendelijk op elkaar te reageren.
Evaluatie van het groepsproces
De leerlingen leren te evalueren op het groepsproces door kritisch te kijken naar hun handelen en naar het handelen van de groep.
Verschillende coöperatieve werkvormen
Het coöperatief leren moet aan vier basisprincipes voldoen. De vier basisprincipes zijn samengevat in het GIPS-model: Gelijke deelname, Individuele aansprakelijkheid, Positieve wederzijdse afhankelijkheid en Simultane interactie. Bij het coöperatief leren is niet alleen het cognitief doel van belang, maar er is ook het sociaal doel dat een grote rol speelt. Om deze doelen te behalen zijn er verschillende coöperatieve werkvormen om toe te passen in de les.
Denken - delen - wissel uit
Zo is de werkvorm denken – delen – wissel uit een makkelijk toepasbare werkvorm voor in de klas. Deze werkvorm bestaat uit vier korte stappen. De eerste stap is dat de leerkracht een vraagt stelt. Bij de tweede stap krijgen de leerlingen 1 à 2 minuten individuele bedenktijd. Bij stap drie gaan de leerlingen met elkaar overleggen in tweetallen of in groepjes. De leerlingen vertellen elkaar hun antwoord en overleggen met elkaar wat het beste antwoord is. De laatste stap is het klassikaal uitwisselen. De duo’s en/of groepjes delen klassikaal hun antwoord. Deze werkvorm duurt ongeveer vijf minuten.
Flitsen
De werkvorm flitsen is een goede werkvorm voor het automatiseren van plus- en minsommen. De leerlingen gaan in tweetallen zitten en elk tweetal krijg een stapel met flitskaarten. Op de flitskaarten staat aan de ene kant de som en op de andere kant het antwoord. De ene leerling leest de som voor en de andere leerling geeft het antwoord. Als het antwoord goed is, krijgt de leerling het kaartje. Als het antwoord fout is gaat de som weer onderop de stapel. De leerlingen gaan net zolang door tot dat alle kaarten goed beantwoord zijn. Daarna worden de rollen omgedraaid. Deze werkvorm duurt tien tot vijftien minuten.
Puzzels
Bij de werkvorm puzzels werken de leerlingen in groepjes. Elke leerling in de groep krijgt een kaartje. Op dit kaartje staat een afbeelding of een stukje tekst. De leerlingen lezen hun kaart voor aan de groep en samen beslissen ze wat de goede volgorde is. Deze werkvorm duurt tien tot vijftien minuten.
Rotonde
De werkvorm is de werkvorm rotonde. De leerlingen werken hier in groepjes aan een opdracht. De leerlingen geven bij deze werkvorm om de beurt een antwoord. De rotonde is geschikt voor open vragen met korte antwoorden en duurt vijf tot tien minuten.
Wandel - wissel uit
Bij de werkvorm wandel - wissel uit, lopen de leerlingen onafhankelijk van elkaar rond, op een gegeven moment roept de leerkracht ‘sta stil!’ en de leerlingen vormen een duo met diegene die het dichtst bij staan. De leerkracht geeft de duo’s een opdracht en de duo’s wisselen met elkaar het antwoord uit. De werkvorm duurt ongeveer vijf minuten.
Wat zijn de effecten van coöperatief leren?
Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van het toepassen van coöperatief leren. De meeste onderzoeken tonen aan dat het coöperatief leren leidt tot betere leerprestaties bij de meeste leerlingen, ook de samenwerkingsvaardigheden zijn verbeterd en de betrokkenheid vergroot. Uit het onderzoek van Slavin (1995) blijkt dat het coöperatief leren een positief effect heeft op de leerprestaties en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Echter heeft het coöperatief leren alleen een positief effect als het adequaat wordt toegepast. Putnam (1998) toont in zijn onderzoek aan dat het coöperatief leren zorgt voor een positief leerklimaat in de groep. De leerlingen leren duidelijk van en met elkaar en hierdoor stijgen de resultaten van de leerlingen.