Oefenen voor de CITO-toets: Taal
Het onderdeel Taal uit de CITO-Eindtoets is voor veel kinderen een lastig onderdeel. Spelling, begrijpend lezen en woordenschat kunnen bij kinderen voor problemen en stress zorgen. Daarom kan het handig zijn om voor deze onderdelen te oefenen. Hoe en waar u het beste met uw kind kunt oefenen, leest u in dit artikel.
Waaruit bestaat het onderdeel Taal
Het onderdeel Taal bestaat uit verschillende soorten vragen, namelijk Spelling, Begrijpend lezen en Woordenschat.
Spelling
In het onderdeel spelling krijgen de kinderen steeds vier zinnen te zien, met in iedere zin één woord dikgedrukt. De vraag is welk dikgedrukt woord er fout gespeld is. Er zijn spellingopgaven waar het gaat om fout gespelde werkwoorden en spellingopgaven waarbij het gaat om fout gespelde overige woorden.
Woordenschat
Bij het onderdeel woordenschat gaat het om de betekenis van (moeilijke) woorden. Er wordt hier bijvoorbeeld gevraagd welk rijtje van drie woorden ongeveer dezelfde betekenis heeft, wat een bepaald woord betekent of wat het tegengestelde is van een bepaald woord. Het is hiervoor van belang dat kinderen van veel verschillende woorden de betekenis kennen.
Begrijpend lezen
Tot slot valt het onderdeel Begrijpend Lezen onder het CITO-onderdeel Taal. In dit onderdeel krijgen kinderen vaak lange teksten te lezen waar zij vervolgens vragen over moeten beantwoorden. Ook komt het voor dat er teksten zijn waarbij woorden of zinsdelen op de open plekken ingevuld moet worden. Verder zijn er teksten die kinderen moeten corrigeren. Tot slot valt ook het onderdeel "husselverhaaltjes" hieronder. Hierbij staan de zinnen van een kort verhaaltje in de verkeerde volgorde en moeten kinderen de eerste zin van het verhaal uitkiezen.
Oefenen voor het onderdeel Taal
Wanneer uw kind moeite heeft met de verschillende vragen die horen bij het onderdeel Taal, kan het handig zijn om hiermee te oefenen. Kijkt u eens naar de volgende tips:
Werkwoordspelling
Voor het onderdeel Werkwoordspelling kan handig geoefend worden op
www.onlineklas.nl. Op deze site kunt u oefeningen vinden om de werkwoordspelling te trainen.
Begrijpend lezen
Het onderdeel begrijpend lezen is voor veel kinderen een lastig onderdeel. Zij moeten hiervoor vaak lange en ingewikkelde teksten lezen. Om hier beter in te worden is het in de voorbereiding handig om veel teksten te lezen en deze teksten met uw kind te bespreken. Waar gaat deze tekst precies over? Wat bedoelt de schrijver met de verschillende stukjes in de tekst? Ook is het handig om zo nu en dan uw kind zelf een stukje tekst te laten schrijven, zodat uw kind nog wat extra kan oefenen met de opbouw van een tekst.
Woordenschat
In het onderdeel Woordenschat draait het om de betekenis van moeilijke woorden. Het is hiervoor belangrijk dat uw kind veel woorden kent, dat hij of zij een grote woordenschat heeft. Om de woordenschat uit te breiden is het belangrijk om bijvoorbeeld veel boeken te lezen of te kijken naar educatieve programma's zoals het Jeugdjournaal of het Klokhuis.
Online taalopgaven oefenen
Op de website
www.leestrainer.nl kunt u met uw kind alle soorten taalopgaven uit de CITO-toets nog eens even extra oefenen. Op deze site zijn veel voorbeeldopgaven te vinden. Ook op de website
www.kids4cito.nl zijn veel voorbeeldopgaven te vinden. Online oefenen kan voor kinderen erg fijn zijn, om zo vertrouwd te raken met de verschillende soorten vragen die hij of zij op de CITO-toets krijgt.