Het schooladvies voor voortgezet onderwijs in groep 8
De leerkracht geeft aan het einde van groep 8 een schooladvies voor het vervolgonderwijs. Afhankelijk van dit advies kan een kind doorstromen naar een middelbare school. Of dit de school van de eerste keuze is is afhankelijk van het advies maar ook van de lotingscriteria die in sommige steden gelden. Het advies is een levensloopbepalende aangelegenheid, de doorstroming naar boven toe is, hoewel gestimuleerd, toch vaak lastig en een uitdaging. Toch is het zaak om goed te kijken naar wat voor elk kind de beste leerweg is, waar zal het met zijn manier van leren, het best tot zijn recht komen?
Het geven van een advies kan voor leerkrachten een pittige dobber zijn en dus zal de leerkracht verschillende afwegingen moeten maken. Hoe zwaar tellen de toetsuitslagen, wat zijn de persoonlijkheidskenmerken van dit kind en komen die overeen met wat ouders zien? In hoeverre neem je de wens van ouders mee en wat weet de leerkracht zelf over de verschillende vormen van vervolgonderwijs. Zeker leerkrachten die voor het eerst met de adviezen te maken hebben kunnen zich hier onzeker in voelen. Belangrijk is om te kijken naar hoe dit kind gedurende zijn hele schooltijd heeft gefunctioneerd door de toetsuitslagen te bestuderen en te kijken naar mogelijke factoren die die uitslagen hebben kunnen beïnvloeden.
Toetsen
Methodetoetsen
Als de school met methodes werkt zullen toetsuitslagen van de methodegebonden toetsen gebruikt worden voor de administratie van de leerkracht. Doordat deze toetsen inzicht geven over de beheersing van stof die in voorgaande lessen aan de orde is geweest kan de leerkracht zijn onderwijs hierop aanpassen. Als bijvoorbeeld een groot deel van de klas niet goed scoort op het onderdeel optellen over het tien-tal zal de leerkracht in zijn volgende lessen hier aandacht aan kunnen geven. De methodetoetsen en het gewone schriftelijk werk van kinderen laat zien of ze de instructie hebben begrepen.
Bron: Lourdesnique, Pixabay Leerlingvolgsysteem
Alle scholen in Nederland zijn verplicht te werken met een leerlingvolgsysteem. Hierin worden behaalde onderwijsresultaten per kind geregistreerd. Dit gaat niet over de methodetoetsen maar over andere toetsen die één of twee keer per jaar worden afgenomen: de niet-methodegebonden toetsen. Deze toetsen meten niet alleen of de instructie is blijven hangen maar ook of een kind die kennis kan toepassen. De toetsuitslag geeft een score die iets zegt over hoe dit kind presteert in vergelijking tot jaargenootjes in heel Nederland. De ontwikkeling van een kind kan inzichtelijk worden gemaakt met grafiekjes en hieruit valt af te leiden of dit kind meestal presteert zoals de beste 20% in Nederland, of bijvoorbeeld meestal de gemiddeldelijn volgt. Veelgebruikte toetsen zijn die van CITO, maar ook andere toetsen zijn in opmars, zoals BOOM. Vaak is er in het leerlingvolgsysteem ook een prognose te maken van hoe dit kind op het middelbaar onderwijs zou presteren. Dit is een handige indicator maar zegt niet alles.
Eindtoets
Tegen het eind van groep 8 maken alle kinderen een eindtoets. Dit is verplicht voor alle kinderen die langer dan vier jaar in Nederland wonen én kinderen van wie het IQ boven de 70 ligt. Er zijn wel aanpassingen mogelijk voor kinderen met dyslexie bijvoorbeeld. De uitslag van deze toets geeft een schooladvies weer. Echter de schooladviezen zijn in januari meestal al de deur uit gegaan omdat de kinderen rond februari zich moeten aanmelden bij de middelbare scholen. Dit eerste schooladvies kan enkel naar boven toe worden bijgesteld door een hogere eindtoetsuitslag. Als een kind is geplaatst op een middelbare school met een bepaald advies en dit advies valt door de eindtoets hoger uit kan het soms lastig zijn op een school naar keuze terecht te komen omdat deze in de eerste ronde al vol zitten.
Wat ziet de leerkracht
Naast alle uitslagen van toetsen zijn er nog andere factoren die meewegen bij het geven van een schooladvies. De leerkracht zal ook kijken naar hoe het kind omgaat met zijn school- en huiswerk. Is het werk altijd af? Hoe zit dit kind in de klas, is hij of zij betrokken of juist heel erg met andere dingen bezig? Welke indruk geeft het kind wat interesses betreft? Neemt hij verantwoordelijkheid voor zijn leren? Een mooi voorbeeld is dat van een kind dat zijn huiswerk is vergeten. Dit kind kan een paar dingen doen: het kan doen alsof zijn neus bloedt, in de hoop dat de leerkracht het niet merkt. Het kan ook snel op en neer fietsen naar huis om het op te halen, of stiekem het werk overschrijven van een medeleerling. Als het huiswerk er echt niet is kan het ook naar de leerkracht stappen en verantwoordelijkheid tonen door te melden dat het huiswerk er niet is en een oplossing te vinden met de leerkracht samen. Natuurlijk wordt een schooladvies niet enkel op een voorval als dit gebaseerd, maar de leerkracht neemt het hele kind in gedachten als hij het schooladvies formuleert. Het zou dus zo kunnen zijn dat uit toetsuitslagen niet direct terug te leiden is dat een kind havo aankan. Toch kan de leerkracht ervoor kiezen dit advies te geven als in de klas zichtbaar is geweest dat dit bij het kind zou passen. Bijvoorbeeld door actief deel te nemen aan discussies, interesse te tonen in de onderwerpen en zelf meer aan te dragen.
Ouders
Ook ouders zouden een rol moeten hebben bij dit belangrijke besluit. De leerkracht laat het kind na de basisschool los, de ouders zullen het moeten blijven begeleiden. Wat zien zij, herkennen zij zich in het schooladvies dat de leerkracht wil geven? De leerkracht heeft wettelijk gezien het laatste woord maar het is zeer belangrijk met ouders tot overeenstemming te komen. Ook zij zien hun kind dagelijks en hebben een gefundeerd idee over wat goed zou zijn voor hun kind. En ook ouders willen het beste voor hun kind. Als leerkracht is het belangrijk hier naar te luisteren en dit mee te wegen in het definitieve advies.
Bron: JanBaby, Pixabay Welke adviezen zijn er mogelijk?
Het lijkt raar dat we spreken over een hoger of lager advies. Het is een feit dat mensen op verschillende manieren leren, de één leert graag door over een onderwerp te lezen, een ander zal juist liever door trial-and-error dingen ontdekken. Het uitgangspunt van de verschillende vormen van middelbaar onderwijs is hierop aan te sluiten. Moeilijk is dan niet per se beter: want waar zou de arts zijn zonder assistent, de architect zonder de bouwvakker? Het is belangrijk kinderen ervan te doordringen dat zeker bij de advisering hoger niet beter is. We gaan op zoek naar wat voor dít kind, op dit moment, de beste vervolgstap zou zijn. Het blijft lastig om de toekomst te voorspellen. Hormonen gaan straks een rol spelen en sommige kinderen lijken geestelijk opeens een sprong te maken. Het advies wordt gebaseerd op wat er de afgelopen tijd te zien was en kan dus nooit een honderd procent garantie zijn.
Vwo
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs leidt op tot de universiteit. Kinderen die het vwo afronden kunnen doorstromen naar de universiteit, het hbo of mbo. Wat dat betreft hebben ze meer keus dan kinderen die het vmbo met diploma verlaten. Een vwo-school kan ook Grieks en Latijn aanbieden, daarmee wordt het een gymnasium. Het advies gymnasium bestaat echter niet.
Havo
De havo (hoger algemeen vormend onderwijs) leidt op tot het hbo. Kinderen die de havo succesvol hebben afgerond kunnen na een propedeusejaar op het hbo ook doorstromen naar de universiteit.
Vmbo-t
Dit is de stroming binnen het vmbo waar de meest theoretische vakken worden aangeboden. De kinderen die een vmbo-t-opleiding hebben afgerond kunnen doorstromen in het mbo. Het vmbo-t is nog algemeen vormend, er wordt niet direct tot een bepaald vak opgeleid dus de keuze na afloop van deze opleiding is nog groot.
Vmbo gemengde leerweg
De gemengde leerweg is een mix tussen vmbo-t en de andere vmbo-stromingen: zo is het niveau gelijk aan dat van vmbo-t maar zal de leerling in de laatste jaren beroepsgerichte vakken kiezen waar hij ook examen in moet doen.
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Kinderen die deze leerweg met een diploma afronden kunnen instromen op een mbo-niveau 3- of 4-opleiding. Deze kinderen zullen vooral leren door te doen, in plaats van het leren uit boeken. Het examenniveau vertoont wel overeenkomsten met het niveau van een vmbo-t examen, maar de wijze van leren verschilt.
Basisberoepsgerichte leerweg
Kinderen die dit diploma op zak hebben kunnen instromen in een mbo-1- of 2-opleiding. Deze leerweg kenmerkt zich vaak doordat een groot deel van het leren al plaatsvindt tijdens stages of leerwerktrajecten. Het leerniveau van de theoretische vakken is lager dan op de kaderberoepsgerichte leerweg.
Praktijkonderwijs
Tenslotte is er nog het Praktijkonderwijs, voorheen was dit de stroming voor moeilijk lerende kinderen. Nu geldt er een IQ-grens voor de toelating (tussen de 60 en de 80) en zal er door middel van een didactisch onderzoek worden bepaald of de kinderen een minimale achterstand van drie jaar hebben t.o.v. het niveau in groep 8. Kinderen die het praktijkonderwijs volgen sluiten dit af met een diploma op MBO-1 niveau. De opleiding is vooral praktisch ingericht. Kinderen worden opgeleid voor een beroep, veelal door middel van stages en praktijkopdrachten.
Gemengde adviezen
Het is altijd mogelijk gemengde adviezen te geven, mits deze naast elkaar liggen. Een vmbo-t/vwo-advies is niet mogelijk, vmbo-t/havo wel. Het voordeel van deze gemixte adviezen is dat je een kind de kans kunt geven in de brugperiode nog te laten zien wat het kan en hiermee het ook het voordeel van de twijfel kan geven.
Als de leerkracht alle indicatoren meeweegt met zijn advies zal het kind een goede overstap kunnen maken naar het voortgezet onderwijs.