Zweeds: Het aangehecht lidwoord
In het Nederlands kennen wij het begrip aangehecht lidwoord niet. In de Noord-Germaanse talen, oftewel het Zweeds, Noors en Deens is het aangehecht lidwoord wel iets wat onderdeel uitmaakt van de taalpraktijk. In dit artikel zal ik uitleggen wat het aangehecht lidwoord precies is en hoe belangrijk dit is voor het leren van een Scandinavische taal.
En of ett- woorden
In het Zweeds zijn er voor alle woorden twee onderverdelingen te maken. Je hebt onzijdige woorden( ett-woorden) en niet-onzijdige woorden. (en-woorden) Er is geen duidelijke regel wanneer iets een ett- of een en-woord is. Dit heeft vooral te maken met taalgevoel. Wel kunnen we bij sommige gevallen zeggen dat wanneer wij in het Nederlands ''het'' gebruiken, ze in het Zweeds ''ett'' gebruiken. Ter illustratie: ett barn= een kind.
Wanneer je in het Zweeds voor een woord en of ett zit staan weet je dus dat het om een onbepaalde vorm gaat. Men weet dus niet specifiek waarover men spreekt. Voorbeeld:
Ett barn kastade ett äpple till en bil. In het Nederlands betekent dit: Een kind gooide een appel tegen een auto. Je ziet dat we in het Nederlands steeds ''een'' gebruiken, terwijl de Zweden dus twee vormen gebruiken voor het onbepaalde lidwoord gebruiken. Dit onderscheid is zeer belangrijk, vooral wanneer we nu verder gaan met het aangehecht lidwoord.
Het aanhechten
Het aanhechten van het lidwoord is niet lastig, maar is voor ons iets dat wij niet kennen. Maar wie veel Zweeds hoort en leest, of alleen maar een willekeurige Zweedse tekst opslaat, die zal het opvallen dat er maar weinig woorden zijn waar en of ett voorstaat. Ik ga u de zin van daarnet nog een keer geven, maar nu met alle aangehechte vormen erin. Barnet kastade äpplet till bilen. Ziet u wat er gebeurt is?
- Ett barn kastade ett äpple till en bil
- Barnet kastade äpplet till bilen
U ziet dat bij ett barn nu barnet staat.
Dat bij ett äpple nu äpplet staat.
En bij en bil nu bilen.
Het onzijdige lidwoord en of ett is aan het zelfstandig naamwoord gehecht. Een correcte vertaling van zin 2 is nu: Het kind, gooide de appel tegen de auto. Degene die deze zin opschrijft of uitspreekt weet nu precies welk kind, welke appel, tegen welke auto gooide. Met andere woorden. Men gebruikt hier het bepaald aangehecht lidwoord.
Verdere toepassingen
Het onderscheid van woorden met en of ett is de basis voor het goed kunnen communiceren in het Zweeds. Zoals u al hebt kunnen zien dient het onbepaald lidwoord aan het zelfstandig naamwoord worden gehecht. Ook wanneer met een bijvoegelijk naamwoord gebruikt dan moet men de juiste vorm kiezen.
- en grön bild
- ett grönt barn
Omdat barn een ett woord is moet er bij het bijvoegelijk naamwoord ook een t achter. Voor meervoud gebruikt met de uitgang a.
Tot slot nog iets over het meervoud. Het Zweeds kent vijf groepen van uitgangen in het meervoud, daarover zal ik later nog een artikel wijden. Nu wil alleen aangeven dat er ook een aangehecht lidwoord is voor het meervoud. Dit is in de meeste gevallen de uitgang na. Ik geef een voorbeeld
en flicka, flickan, flickor,flickorna / een meisje, het meisje, meisjes, de meisjes
Eigenlijk heeft men met elke taaluiting in het Zweeds te maken met het kiezen van de juiste vorm. Ook voor het bezittelijk voornaamwoord en het kiezen van het juiste verwijs woord geldt dit.