Spaanse werkwoorden: de onregelmatige Presente
De Presente is de onvoltooid tegenwoordige tijd. De regelmatige vorm is gemakkelijk als je de uitgangen uit je hoofd geleerd hebt. Onregelmatig is het wat lastiger, want er zijn weer verschillende manieren waarop een werkwoord in de Presente onregelmatig kan zijn. Wel zijn deze veranderingen ook weer belangrijk bij de vorming van andere onregelmatige tijden. We nemen de Presente door in dit artikel.
Stamklinkerwisselingen
In sommige gevallen verandert de klinker in de stam bij de 1e, 2e en 3e persoon enkelvoud en bij de 3e persoon meervoud. De 1e en 2e personen meervoud blijven dus hetzelfde.
| Poder = kunnen | Pedir = vragen om | Entender = verstaan/begrijpen |
yo | p ue do | p i do | ent ie ndo |
tú | p ue des | p i des | ent ie ndes |
él/ella/usted | p ue de | p i de | ent ie nde |
nosotros/nosotras | podemos | pedimos | entendemos |
vosotros/vosotrás | podéis | pedís | entendéis |
ellos/ellas/ustedes | p ue den | p i den | ent ie nden |
Zoals je ziet zijn de uitgangen hetzelfde als met de regelmatige vorm, dus die kun je weer gebruiken. Andere werkwoorden die op dezelfde manier vervoegd worden zijn:
- E wordt IE: querer, sentar, cerrar, pensar, empezar, perder, entender en preferir.
- O wordt UE: doler, volar, costar, volver, dormir en morrir.
- E wordt I: vestir, impedir, corregir, repetir, sequier en servir.
Er zijn er uiteraard nog meer, maar die kan ik hier niet allemaal opnoemen.
Onregelmatige eerste persoon enkelvoud
In sommige gevallen verandert alleen de eerste persoon enkelvoud. De rest wordt dan weer vervoegd zoals de regelmatige dus gewoon de normale stam nemen en de gebruikelijk uitgangen. Echt alleen de eerste persoon enkelvoud:
- caber: 1e persoon = quepo
- salir: 1e persoon = salgo
- hacer: 1e persoon = hago
- saber: 1e persoon = sé
- poner: 1e persoon = pongo
- traer: 1e persoon = traigo
- valer: 1e persoon = valgo
Ook hierin uiteraard weer vele anderen, maar die kom je vanzelf wel tegen naarmate je meer Spaans leert.
Sommige werkwoorden hebben meerdere onregelmatigheden. Zoals bijvoorbeeld de eerste persoon die verandert én de stamklinkerwisseling:
| tener = hebben | venir = komen | estar = zijn | decir = zeggen | oír = horen |
yo | ten g o | ven g o | est oy | d ig o | o ig o |
tú | t ie nes | v ie nes | est ás | d i ces | o y es |
él/ella/usted | t ie ne | v ie ne | est á | d i ce | o y e |
nosotros/nosotras | tenemos | venimos | estamos | decimos | oímos |
vosotros/vosotrás | tenéis | venís | estáis | decís | oís |
ellos/ellas/ustedes | t ie nen | v ie nen | est án | d i cen | o y en |
Totaal onregelmatig
Sommige werkwoorden zijn echt totaal onregelmatig. Gelukkig zijn dit er niet veel. Hier oefenen we het werkwoord ir (gaan), ser (zijn) en haber (hulp werkwoord hebben):
| ser | ir | haber |
yo | soy | voy | he |
tú | eres | vas | has |
él/ella/usted | es | va | ha |
nosotros/nosotras | somos | vamos | hemos |
vosotros/vosotrás | sois | vais | habéis |
ellos/ellas/ustedes | son | van | han |
Voor alle onregelmatige werkwoorden in welke tijd dan ook geldt eigenlijk maar één ding: je zult ze moeten leren, automatisch vervoegen zoals met de regelmatige is helaas niet mogelijk.
Lees verder