Het maken van een verslag bij een proef

Als je met scheikunde of natuurkunde een proef hebt gedaan, moet je meestal een verslag schrijven. Het is alleen niet altijd even duidelijk hoe dit nou precies moet. Hier een handleiding over hoe je een goed verslag van een proef moet maken.

Titel

Een titel geeft al aan waar het verslag (en dus de proef) over gaat. Vaak kun je de titel van de proef in je boek gebruiken als titel.

Doel (inleiding)

Geeft aan waarom je de proef doet, wat je te weten wilt komen of bereiken door de proef uit te voeren. De meeste proeven op jouw school zijn gewoon bedoeld om wat van te leren en hebben dan twee doelen. Bijvoorbeeld het scheiden van stoffen en ontdekken wanneer een scheidingsmethode te gebruiken is. In grotere (meer open) proeven wordt dit onderdeel vaak inleiding genoemd. Een inleiding is een wat groter hoofdstuk waarin eerst de achtergrond van het onderzoek wordt toegelicht (het waarom van de proef).

Benodigdheden

Bij dit onderdeel beschrijven je alle apparatuur en stoffen die je nodig denkt te hebben. Dingen die vanzelf spreken hoef je niet op te schrijven. Hierbij ga je uit van mensen die net zover zijn als jij. Je hoeft niet te vermelden dat je een jas (en bril) gaat gebruiken omdat iedereen weet dat het zo hoort. Wanneer je met een brander werkt hoef je ook niet te vertellen dat je lucifers gebruikt.

Uitvoering

Vermeldt stap voor stap wat je gedaan hebt (meestal zoals in het boek staat). In grotere verslagen kun je benodigdheden en uitvoering beschrijven in 1 hoofdstuk dat dan meestal methode wordt genoemd (of materiaal en methode).

Waarnemingen

Hier vermeld je alles wat je gezien (gehoord, geroken etc) hebt. Bijvoorbeeld temperatuur, tijd, kleur, helder of troebel enz. Het lieftst op een overzichtelijke manier, maak dus gebruik van tabellen en grafieken.

Conclusie en discussie

De belangrijkste conclusie is of je het doel van de proef bereikt hebt. Je beschrijft of het doel gehaald is waarom wel of niet. In de conclusie mogen geen nieuwe feiten staan. Je mag je conclusie dus alleen onderbouwen met waarnemingen die je ook eerder beschreven hebt. In een discussie kun je aangeven hoe de proef beter uitgevoerd kan worden, of waarom je conclusie in twijfel getrokken kan worden. Bij proeven uit het boek staan vaak vragen die kunnen je helpen bij het schrijven van een conclusie of discussie. Als je het moeilijk vind om de antwoorden op de vragen te verwerken in een conclusie maak je nog een kopje "vragen bij de proef". Bij open proeven wordt de kans groter dat je het doel niet bereikt. Dat hoeft niet meteen te betekenen dat je de PO slecht hebt gedaan. Wel is het van belang dat je goed beschrijft waarom het niet gelukt is en hoe je het beter aan had kunnen pakken.