Gebruik van 'hun' en 'hen'

Gebruik van 'hun' en 'hen'Ook mensen met een goed ontwikkeld taalgevoel kunnen problemen hebben met een correct gebruik van de woorden 'hun' en 'hen'. Vooral jongeren lijken het eerste woordje nauwelijks meer te gebruiken. Hieronder wordt een aantal regels uitgelegd waardoor dit geen problemen meer zal opleveren. Handig voor mensen die geen taalfouten willen maken en voor mensen die graag andere mensen verbeteren. Dus, speciaal voor hen... (of was het nou hun?)
Het woordje 'hen' lijkt steeds minder vaak gebruikt te worden. Veel mensen zullen niet kunnen uitleggen wanneer je het woord 'hen' gebruikt en wanneer je 'hun' gebruikt."Ik doe het op gevoel," zeggen ze dan. Maar is ons gevoel altijd goed? In sommige gevallen zal een verkeerd geplaatst 'hunnetje' of 'hennetje' geen problemen opleveren, maar in sollicitatiebrieven en andere formelere teksten kan het onjuiste gebruik ervan je wel degelijk aangerekend worden. En eigenlijk is het helemaal niet zo ingewikkeld.

Gebruik het woord 'hen'

Als er een voorzetsel voor staat, moet je nooit 'hun' gebruiken, maar altijd 'hen'.
Voorbeelden:
  • Ik geef een mooi cadeau aan hen.
  • Ik ga met hen bowlen.
  • Ik sta tussen hen in.
Voorzetsels zijn woorden die de relatie uitdrukken tussen elementen van de zin waar het voorzetsel deel van uitmaakt en een ander element in de zin. Voorzetsels als aan, op, achter, bij, met, in, na en met zijn bij de meesten bekend. Let er echter op dat er ook langere voorzetsels zijn zoals omstreeks, tegenover en uitgezonderd.

Als het om een lijdend voorwerp gaat, gebruik je ook het woordje 'hen'. Het lijdend voorwerp kan gevonden worden met de vraag 'wie/wat + alle werkwoorden + onderwerp'.
Voorbeelden:
  • Hij slaat hen.
  • Zij ontslaat hen.

Gebruik het woord 'hun'

Als het om een bezit gaat, gebruik je het woord 'hun'.
Voorbeelden:
  • Dat geweldige artikel was hun idee.
  • Ik heb zojuist hun sportauto in de prak gereden.

Deze regel zal over het algemeen al vanzelf goed toegepast worden.

De volgende regel is echter een stukje ingewikkelder.
Soms is het woordje 'hun' vervangbaar door een voorzetsel + hen. Als het voorzetsel echter niet genoemd wordt, gebruik je 'hun'. Velen zullen dit kennen als het meewerkend voorwerp.
Voorbeelden:
  • Ik geef hun dit artikel. (Hun = aan hen)
  • Dit verhaal is hun te moeilijk. (Hun = voor hen).

Alternatieven

In veel gevallen is het echter mogelijk de woordjes 'hen' en 'hun' te omzeilen door het woord 'ze' te gebruiken.
Voorbeelden:
  • Ik geef ze dit artikel
  • Ik ga met ze bowlen
  • Ik geef ze een mooi cadeau

Deze manier is niet erg formeel. Taalpuristen zullen ervan huiveren, maar in het dagelijkse taalgebruik kan het prima worden toegepast. Alleen voor formele teksten is aan te raden 'hen' en 'hun' wel goed toe te passen. Dus, schrijf je troonredes of speeches voor ministers? Neem bovenstaande regels dan even goed door!
© 2010 - 2025 Francien, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Vanaf 2021 is InfoNu gestopt met het publiceren van nieuwe artikelen. Het bestaande artikelbestand blijft beschikbaar, maar wordt niet meer geactualiseerd.