Spaans: objeto directo en objeto indirecto
Spaans is een van de meest gesproken talen in de wereld. Het leren van deze taal kan dan ook nuttig zijn. Een van de lastige onderdelen van de taal zijn de objeto directo en objeto indirecto. Dit zijn twee zinsdelen die in het Nederlands lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp heten. In dit artikel vind je hierover uitleg,
Zoals in elke taal, zijn ook in het Spaans zinsdelen te benoemen. In sommige gevallen worden deze zinsdelen vervangen door andere woorden om overbodige herhalingen in zinnen te voorkomen. Dit maakt zinnen makkelijker leesbaar en korter. Er zijn twee specifieke zinsdelen te benoemen die op deze manier vervangen worden. Deze heten in het Nederlands het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp wordt in het Spaans aangeduid met objeto directo, complemento directo of acusativo. Het lijdend voorwerp van een zin kan vervangen worden door een ander woordje, dat veel korter is. Voordat je dit doet, bekijk je in welke persoon het lijdend voorwerp staat, of het woord mannelijk of vrouwelijk is, en of dat dit enkelvoud of meervoud is.
Hoe vind je een lijdend voorwerp in het Spaans?
Een lijdend voorwerp vind je in het Spaans door een vraag te stellen die begint met het woord ‘que’. Dit woord wordt vertaald met ‘wat’.
Wat is de vervanging van het lijdend voorwerp
Wanneer je weet in welke persoon het lijdend voorwerp staat en het geslacht weet, weet je door welk woord het vervangen kan worden.
Persoon | Objeto Directo |
yo | me |
tú | te |
él/ella | lo,la |
nosotros | nos |
vosotros | os |
ellos/ellas | los, las |
Waar moet je het woord plaatsen in een zin?
De regels hiervoor zijn heel simpel. Je plaatst het woord altijd voor een werkwoord tenzij het werkwoord in een van de volgende vormen staat:
- Infinitivo
- Gerundio
- Imperativo
In deze gevallen wordt het objeto directo achter het werkwoord geplakt. Verder wordt het objecto directo achter een objecto indirecto geplaats als beiden voorkomen in een zin.
Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp in het Spaans wordt het complemento indirecto, het objecto inderecto of de dativo genoemd. Het meewerkend voorwerp van een zin kan vervangen worden door een korter woord. Voordat je dit doet moet je weten in welke persoon het woord staat, welk geslacht het heeft en of het een meervoud of enkelvoudsvorm betreft.
Hoe vind je het meewerkend voorwerp in het Spaans?
Het vinden van het meewerkend voorwerp in het Spaans is eenvoudig. Je stelt een vraag die begint met de woorden: ‘A quien’. Dit is te vertalen als ‘aan wie’. Het antwoord op de vraag is het meewerkend voorwerp.
Welke woorden vervangen een meewerkend voorwerp?
Wanneer je weet in welke persoon het meewerkend voorwerp staat en het geslacht weet, weet je door welk woord het vervangen kan worden.
Persoon | Objeto Indirecto |
yo | me |
tú | te |
él/ella | le (se) |
nosotros | nos |
vosotros | os |
ellos/ellas | les (se) |
Waar moet je het woord plaatsen in een zin?
De regels hiervoor zijn heel simpel. Je plaatst het woord altijd voor een werkwoord tenzij het werkwoord in een van de volgende vormen staat:
- Infinitivo
- Gerundio
- Imperativo
In deze gevallen wordt het objeto indirecto achter het werkwoord geplakt.
Wanneer in dezelfde zin een objeto directo staat, dan plaats je het objecto indirecto hiervoor.
Wat is het verschil tussen le en se in de 3de persoon enkelvoud en meervoud?
In principe gebruik je altijd het woord ‘le’ wanneer je een objeto indirecto in de derde persoon creëert. Wanneer er echter in dezelfde zin ook een objecto directo staat, verandert het woord ‘le’ in ‘se’. Dit bevordert de uitspraak.