Spreekwoorden over (on)eerlijkheid, goed en kwaad
Goed en kwaad, eerlijk en oneerlijk. Het is iets van alle tijden. Toch ontstonden de meeste spreekwoorden over dit thema lang, lang geleden. Dit is te merken aan de gebruikte woordenschat. Vaak gaat het in de spreekwoorden over vergeten voorwerpen of gebruiken. Vele spreekwoorden zijn bovendien zeer christelijk geïnspireerd of maken melding van Bijbelse figuren. Een klein overzicht van spreekwoorden uit lang vervlogen tijden maar die nog steeds brandend actueel zijn.
Eerlijkheid
Iets goed zeggen over een medemens is veel moeilijker dan kwaadspreken. Dat weerspiegelt zich ook in het aantal spreekwoorden met goed en eerlijk. Het aanbod is relatief klein en meestal christelijk geïnspireerd. Goede, eerlijke mensen worden ook vaak omschreven als seutig, truttig, enz.
- Het kwaad in de kiem smoren: iets negatiefs niet laten ontaarden, onmiddellijk ingrijpen
- het pad der deugd bewandelen of de goede weg opgaan: goed doen
- op het rechte pad blijven: de juiste dingen doen
- Een zuiver geweten is het beste oorkussen: wie een goed geweten heeft, kan rustig slapen.
- eerlijk duurt het langst: als men altijd op elk gebied eerlijk is, bereikt men het meest
- daar kwam de aap uit de mouw: toen werd de waarheid bekend
- recht door zee gaan: zonder omwegen zijn doel nastreven, eerlijk voor zijn bedoelingen uitkomen
- de waarheid komt uit een kindermond: door hun onschuld zeggen kinderen dikwijls luidop wat volwassenen alleen maar durven denken
- dat is een botje (of een duifje) zonder gal: een goedaardig mens
- dat is een beer op sokken: een goeie lobbes
- recht in zijn schoenen staan: de rechte weg bewandelen
- het hart op de rechte plaats dragen: eerlijk zijn
- geen blad voor de mond nemen: ronduit zeggen waar het op staat
- zijn handen in onschuld wassen: zich geheel onschuldig voelen (naar Matth. 27:24)
- te goed is half zot of al te goed is buurmans gek: wie te vriendelijk en te hulpvaardig is, wordt vaak bedot
Oneerlijkheid
In vergelijking met eerlijk en goed, is het aanbod met slecht en oneerlijk overvloedig. Geen enkele vergelijking schuwt men om aan te geven dat zijn medemens slecht is, niet te vertrouwen, liegt en bedriegt. Spreekwoorden met het thema slecht gebruiken ook minder gekuiste en minder kerkelijke woordenschat.
- niet zuiver op de graat zijn: niet te vertrouwen zijn
- iemand de beurs lichten: iemand bestelen
- iemand gouden bergen beloven: iemand van alles beloven, maar zijn beloften nooit nakomen
- dat is een fijne beschuit: hij is schijnheilig en naar analogie: iemand een beschuitje voeren: iemand voor de gek houden
- zo vals als Judas: heel vals zijn
- zo glad als een aal zijn: zeer geslepen zijn en daardoor moeilijk op een fout te betrappen
Het niet zo nauw nemen
Wanneer men wil zeggen dat iemand het niet zo nauw neemt, dat iemand een ruim geweten heeft, kan men volgende uitdrukkingen gebruiken:
- een geweten hebben gelijk een kous
- een geweten hebben van elastiek
- door zijn geweten kan wel een koets met vier paarden rondrijden
- een geweten hebben zo groot als een hooischuur
- een advokatengeweten hebben
Avocaten, geestelijken en baronnen
Dat advocaten een slechte reputatie hebben, zien we nog in andere spreekwoorden:
liegen als een advocaat: zeer overtuigd een leugen kunnen vertellen.
Ook geestelijken krijgen het zwaar te verduren. Het spreekwoord
het is een blikken dominee betekent dan ook: hij doet alsof.
Dat is de ware broeder niet: hij is niet te vertrouwen.
Nog een oneerlijk heerschap: de baron.
De baron spelen: zich rijker en beter voordoen dan men is
Liegen en bedriegen
Andere mensen beliegen en bedriegen is ook iets dat van alle tijden is.
- iemand met bedstro betalen: spoorloos verdwijnen zonder te betalen
- iemand bij de benen nemen: iemand bedriegen
- Zijn geweten is met een brandijzer toegeschroeid: hij kent absoluut geen schaamte of berouw
- Zijn geweten in slaap sussen (of wiegen): niet willen inzien, dat men iets verkeerds doet
- Abrahammetje spelen: zich proberen met een halve waarheid of een leugen uit de moeilijkheden te redden
- niet recht in zijn schoenen staan: niet eerlijk zijn
- een heilig boontje zijn: iemand die zich braaf voordoet
- water in de ene en vuur in de andere hand dragen, of koud en heet uit één mond blazen: twee gezichten hebben
- hij wil aan mijn baard leren scheren: ten koste van mij wil hij iets proberen
- dat is een Achab of hij is brandhout voor de hel: dat is een slecht mens
- een achterdeurtje zoeken: een smoes verzinnen
- Liegen als een bidprentje: op een zo overdreven manier liegen dat niemand het gelooft
- uit twee pannen bakken: de ene keer vertelt hij de waarheid en de andere keer liegt hij
- hij bakt ze bruin: hij liegt of hij overdrijft
- met dubbel krijt schrijven: iemand veel meer in rekening brengen dan eigenlijk is toegestaan
- iemand een loer draaien, iemand in de as rekenen, iemand zand in de ogen werpen, iemand brillen zonder glazen verkopen, iemand oren aannaaien, iemand voor de aap houden, iemand appelen voor citroenen verkopen, iemand om mosterd zenden, iemand een blinddoek voor de ogen binden, iemand in de boot nemen, iemand de buidel lichten
- het achter de elleboog hebben of de aap in de mouw hebben: stiekem zijn
- zijn boekje te buiten gaan: iets ongeoorloofds doen
Van kwaad naar goed
Een slecht mens is niet altijd verloren. Men kan nog steeds zijn leven beteren. Ook dat wordt soms bloemrijk verwoord.
- iemand tot betere gedachten brengen, iemand de koorts afschrijven, iemand op de rechte weg helpen, iemand op het rechte pad brengen: iemand ervan weten te overtuigen dat hij fout heeft gehandeld
- berouw komt altijd na de zonde: men krijgt pas spijt als men eenmaal een verkeerde daad heeft verricht
- spijt is een hinkende bode: spijt komt altijd te laat
- de weg naar de hel is met goede voornemens geplaveid: men neemt zich steeds voor zijn leven te beteren, maar men vervalt steeds in oude gewoontes
- boontje komt om zijn loontje: als men iets heeft uitgespookt, krijgt men wel zijn verdiende straf.
- het beste paard struikelt wel eens: iedereen maakt al wel eens fouten
- de oude Adam afleggen: zijn leven beteren
- dat paard zal hem niet meer slaan: hij zal voortaan wel beter oppassen
En tenslotte kan men nog steeds de goede mensen van de slechte scheiden, of om het met een spreekwoord te zeggen:
de bokken van de schapen scheiden. Wist u trouwens
dat men aan de vruchten de boom kent? Dit betekent dat men aan de daden van de mens zijn karakter leert kennen.