Engelse grammatica: The Past Simple
De Past Simple, ook wel Simple Past genoemd, is de meest gebruikte vorm van de verleden tijd in het Engels. Hoe deze vorm van verleden tijd is toe te passen kan in het onderstaande artikel gelezen worden.
Het gebruiken van de Past Simple
De Past Simple wordt op verschillende momenten toegepast. Deze staan hier beneden aangegeven.
Verleden tijd
We gebruiken de Past Simple voor het aanduiden van een verleden tijd.
He
went to Leiden yesterday.
The train
passed 5 minutes ago.
Verslag
Ook gebruiken we de Past Simple bij het schrijven van een verslag of verhaal.
- The house was full of lights when they arrived...
Uitzonderingen
Verder zijn er een aantal werkwoorden die altijd in of met de Past Simple geschreven worden.
Mening | Bevel | Bezit | Waarneming |
Believe | Need | Have | Feal |
Dislike | Prefer | Own | Hear |
Like | Wait | Possess | See |
Love | | | Smell |
Hate | | | Taste |
Know | | | |
Mean | | | |
Realise | | | |
Seem | | | |
Suppose | | | |
Signaal woorden
De Past Simple kan herkent worden aan een aantal signalen. Dit zijn:
- Yesterday
- In 2008 (Een jaartal)
- Last Monday/Friday etc.
- X minutes ago
- The other day
Vormen van de Past Simple
Regelmatig
Bij regelmatige werkwoorden gebruik je stam + ed:
- Ask - Asked
- Walk - Walked
Werkwoorden eindigend op een -e
Eigenlijk hetzelfde als bij de regelmatige werkwoorden, plaats hier alleen een -d achter de stam:
- Decide - Decided
- Promise - Promised
Werkwoorden eindigend op een -y
Hierbij vervang je de -y door -ied
Onregelmatige werkwoorden
Voor alle
onregelmatige werkwoorden kunt u hier kijken!
Vraagzinnen
Vraagzinnen in de Past Simple worden vaak samen met "Did" geschreven.
- Did he walk there yesterday?
- Did they run away yesterday?
Oefeningen
Er zijn online een heleboel
oefeningen te vinden voor de Past Simple.