Engelse werkwoordstijden
In de Engelse taal bestaan veel werkwoordstijden. Wanneer je welke vorm gebruikt is vaak lastig te bepalen. Wat is precies het verschil tussen de meest bekende tijden in het Engels: de present/past simple, present/past continuous, present/past perfect en de present/past perfect continuous? Deze vraag zal beantwoord worden met behulp van veel veel voorbeelden.
De meest bekende werkwoordstijden in de Engelse taal zijn in de tegenwoordige tijd:
- Present simple
- Present continuous
- Present perfect
- Present perfect continuous
De meest bekende werkwoordstijden in de Engelse taal zijn in de verleden tijd:
- Past simple
- Past continuous
- Past perfect
- Past perfect continuous
Per tijd wordt behandeld wanneer de vorm gebruikt wordt, inclusief een voorbeeldzin bij elke mogelijkheid.
Present Simple
De present simple is de meest simpele (vandaar ook 'simple') tijd van het heden. Het kenmerkende aan deze tijdsvorm is dat het meestal een
gewoonte, een feit uitdrukt. De present simple gebruik je dan ook als de actie:
He always walks to school.
- Een verwijzing naar de toekomst is,
My train leaves at 8.00 AM.
- Op dit moment plaatsvindt.
She scores!
Present Continuous
De present continuous drukt meestal een actie uit die zich op dit moment
uitstrekt over een bepaalde periode (vandaar ook 'continuous'). De present continuous gebruik je als de actie:
- Op dit moment plaatsvindt,
She is working in the garden.
She is always teasing him.
Tomorrow I am leaving.
Present Perfect
De present perfect kenmerkt zich door de actie die in het verleden begon, en die in het heden
nog steeds zijn werking heeft. Bijvoorbeeld doordat het gevolg te zien is, of doordat de actie nog steeds doorgaat. De present perfect gebruik je dan ook als de actie:
- In het verleden begon en nu nog steeds doorgaat,
She has loved apples since she was a little girl.
- In het verleden begon en nu een resultaat heeft,
It has rained, the streets are still wet.
- Plaatsvond in een bepaalde tijdsperiode.
She has grown since the last time I saw her.
Present Perfect Continuous
De present perfect continuous is hetzelfde als de present perfect, maar met een 'continuous (een blijvende) smaak'. Dit houdt in dat niet alleen de uitdrukking van de actie belangrijk is, maar vooral de
uitdrukking van de tijd. Bij deze tijd vind je dan ook vaak het woordje 'for', dat dus aangeeft hoe lang de actie duurt. De present perfect continuous gebruik je als de actie:
- In het verleden begon en nu nog steeds doorgaat,
They have been talking for the last hour.
Past Simple
De past simple is de meest simpele (vandaar ook 'simple') tijd van het verleden. Het kenmerkende aan deze tijdsvorm is dat het meestal een gewoonte of een actie uitdrukt, die geheel is
afgerond in het verleden. De past simple gebruik je dan ook als de actie:
- Geheel afgesloten is in het verleden,
I saw a movie yesterday.
- Een feit of gewoonte is die beëindigd is in het verleden,
She played the violin.
- Een tijdsduur inhoudt die gestart en gestopt is in het verleden.
I lived in Belgium for three years.
Past Continuous
De past continuous drukt een actie uit die zich afspeelt in het verleden
over een bepaalde periode (vandaar ook 'continuous'). De past continuous gebruik je als de actie:
- Onderbroken is in het verleden,
I was eating, when she called.
- In het verleden parallel loopt aan een andere actie,
I was watching tv, while he was studying.
He was constantly teasing her.
- Een verwijzing naar de toekomst is.
We were meeting Bill at six that evening.
Past Perfect
De past perfect kenmerkt zich door de actie die in het verleden begon, en die afgerond is wanneer een andere actie in het verleden op komt zetten. Het verschil met de present perfect is dus het
stopmoment van de actie. Bij de present perfect ligt dat moment in het heden, bij de past perfect
in het verleden. De past perfect gebruik je als de actie:
- Afgerond is voor een andere actie in het verleden.
She had already done his homework when she went there.
Past Perfect Continuous
De past perfect continuous is hetzelfde als de past perfect, maar met een 'continuous (een blijvende) smaak'. Dit houdt in dat niet alleen de uitdrukking van de actie belangrijk is, maar vooral de
uitdrukking van de tijd. Bij deze tijd vind je dan ook vaak het woordje 'for', dat dus aangeeft hoe lang de actie duurt. De past perfect continuous gebruik je als de actie:
- Een bepaalde tijd in beslag nam, totdat de volgende actie in het verleden begint,
They had been talking for hours before Bill arrived.
- De oorzaak is voor een andere actie in het verleden.
Jason was tired because he had been jogging.