De geschiedenis van de Engelse taal
Het Engels is een van de meest gesproken talen ter wereld, niet alleen als moedertaal maar ook als communicatietaal tussen mensen met een andere moedertaal (linga franca). Een van de zaken die taalkunde bestudeert, is de herkomst van de taal. De geschiedenis van de Engelse taal is rijk en gevarieerd en bevat wat onverwachte invloeden.
Herkomst van het Engels
Indo-Europees
De talen van de wereld zijn onder te verdelen in een aantal taalfamilies. Een van de grootste is de Indo-Europese. Hier vallen de meeste Europese talen onder, maar ook de meeste talen van Noord en Zuid Amerika, Oceanië, het Iraanse plateau en een groot deel van Zuid-Azië. zijn terug te herleiden naar de Indo-Europese talen.
Ergens tussen 3500 - 2500 v.C. gingen deze "Indo-Europeanen" zich verspreiden over delen van Europa en Azië. Hun talen ontwikkelden zich los van elkaar en gingen steeds meer van elkaar verschillen. Een paar duizend jaar later bestond de Indo-Europese taal uit meer dan tien aparte taalgroepen. Eén daarvan was de Germaanse taalgroep.
Germaanse taal
De Germaanse taal is één van de grootste stromingen in de Europese talen. Ook deze taalgroep werd onderverdeeld in aparte groepen naarmate de mensen zich verspreidden over Europa.
- De Noord-Germaanse talen zijn met name het Ound-Noors en de Scandinavische talen zoals Zweeds, Deens, Noors en IJslands. Fins en Ests vallen hier trouwens niet onder.
- Er was ook een Oost-Germaanse tak die drie talen omvatte die veel gesproken werden in Oost, Centraal en West-Europa tot 1000 n.C. maar deze talen zijn allemaal uitgestorven.
- Onder de West-Germaanse tak vallen het Nederlands en Vlaams, (Laag) Duits, Schots, Fries en het Engels, weer ontstaan uit andere taalgroepen. Het Engels is met name verwant aan het Schots en het Fries.
Het is heel leuk om te zien dat sommige woorden in al deze talen nog steeds ongeveer hetzelfde klinken.
- Engels: House, Fries: Hûs, Nederlands: Huis, Duits: Haus
- Engels: Book, Fries: Boek, Nederlands: Boek, Duits: Buch
Natuurlijk zijn er mettertijd uitspraakveranderingen per taal opgetreden; deze zijn vaak volgens een vast patroon verlopen. Dit noemt men een klankverschuiving. Jacob Grimm (van de sprookjes) heeft hier onderzoek naar gedaan.
Het Engels is ontstaan uit de Germaanse talen die in Groot-Brittannië gesproken werden, met name de talen van de Angelen en de Saksen. Toch is de invloed van deze ‘roots’ maar voor ongeveer een kwart terug te vinden in het hedendaagse Engels!
Invloeden van andere talen
Omdat het Britse Rijk vele verschillende volkeren heeft gehuisvest en zich over de hele wereld heeft verspreid, zijn er heel veel invloeden van andere talen.
- In oude tijden was er veel invloed van het Oud-Noors, vanwege de vele Vikingen die er zich vestigden. Een paar voorbeelden: sky, call en egg.
- De grootste taalinvloed op het Engels kwam van het Frans, door de langdurige Normandische overheersing van Engeland. Waarschijnlijk is bijna 30% van het hedendaagse Engels terug te voeren op het Frans!
- Er zijn heel veel leenwoorden uit andere Romaanse talen, met name Latijn, Spaans en Italiaans.
- Er is ook wat invloed vanuit het Nederlands, vooral woorden vanuit de scheepvaart. Een paar bekende zijn brandy (van brandewijn), skate van schaats, Santa Claus is natuurlijk onze Sinterklaas en misschien wat minder bekend: cookie komt van ons koekje.
- Er is zijn ook Keltische invloeden, maar veel minder dan je zou verwachten; er wordt wel gedacht dat het Keltisch invloed heeft gehad op de Engelse grammatica.
Het Engels is dus een Germaanse taal maar met heel veel Romaanse invloeden. Daarom heeft het Engels een enorme woordenschat; vaak zijn er verschillende woorden voor één betekenis, waarbij de Germaanse variant meer voorkomt in het dagelijks taalgebruik en de Franse of Latijnse variant meestal de officiële schrijftaalvariant is geworden.