Nederlandse grammatica: Dubbele- en enkele aanhalingstekens
Aanhalingstekens zijn leesteken en die kom je altijd tegen als er een uitspraak wordt gedaan of wanneer er een stukje tekst wordt geciteerd. Maar wanneer gebruik je ze eigenlijk nog meer? Er zijn verschillende soorten aanhalingstekens die kunnen worden toegepast in teksten en zinnen. Als je een boek openslaat kom je er haast niet omheen. Er zal altijd een stukje tekst zijn die tussen aanhalingstekens staat genoteerd, maar hoe pas je dit nou zelf toe? Dit heeft allemaal te maken met grammatica en het toepassen van de juiste grammatica. Door deze regels op de juiste manier toe te passen en het verschil te weten tussen de verschillende aanhalingstekens, lukt jou het straks ook om deze tekens te gebruiken in de teksten die je zelf schrijft.
Wat zijn aanhalingstekens in de Nederlandse grammatica?
Aanhalingstekens zijn leestekens die worden gebruikt om een stukje tekst aan te halen. Door een stukje tekst aan te halen wordt dit stukje duidelijker om te lezen en kan ermee duidelijk worden gemaakt dat het hier gaat om een citaat of om een uitspraak. Aanhalingstekens worden meestal in paren gebruikt. Dit wil zeggen dat wanneer je een aangehaald stukje tekst opent, je het ook weer moet sluiten.
Voorbeeld
"Het is koud buiten."
Zoals je kan zien is de bovenstaande zin geopend met tekens waarna deze zelfde tekens de zin ook weer sluiten. Dit is de meest voorkomende manier waarop je aanhalingstekens kunt gebruiken. Dezelfde zin zonder tekens zou een doodgewone zin zijn waar niet zoveel speciaal aan is. Maar door het op de manier te noteren zoals hierboven wordt duidelijk dat het gaat om een citaat of door een uitspraak. Dit heb je vast wel eens gezien in een boek waarin een verhaal wordt verteld en waarin dialogen (gesprekken tussen personages) plaatsvinden. Wat de personages zeggen wordt dan aangehaald. Meestal ziet het er dan zo uit:
Martin loopt buiten en ziet zijn vriend. "Hallo," zegt Martin. "Hoe gaat het met je?" Zijn vriend komt dichterbij en wijst naar zijn hoofd. "Ik ben net gevallen en heb nu een bult op mijn kop," antwoordt hij.
Hoe gebruik je aanhalingstekens?
Aanhalingstekens komen in allerlei soorten en maten maar doorgaans wordt er bij het typen op een computer of een schrijfmachine gebruik gemaakt van: "(zin)". Als je een boek leest, dan kom je vaak aanhalingstekens tegen waarmee de zin wordt geopend met laagliggende aanhalingstekens en vervolgens wordt gesloten met hoog liggende aanhalingstekens (,,op deze manier"). Deze manier van noteren verdwijnt steeds meer omdat het gewoonweg veel sneller typen is als je de zin zowel opent als sluit met hoog liggende aanhalingstekens ("zoals dit").
Soms kom je ook wel een zin tegen waarbij er geen gebruik wordt gemaakt van de aanhalingstekens zoals wij ze kennen en zoals die hierboven zijn beschreven. Er wordt dan gebruik gemaakt van Guillemets die er zo uitzien (<<zo>>). Deze haakjes stellen ook aanhalingstekens voor maar worden gebruikt in Frankrijk waar ze niet of nauwelijks gebruik maken van de aanhalingstekens die bij ons bekend zijn.
Dubbele aanhalingstekens
Dubbele aanhalingstekens worden gebruikt om een letterlijke zin of citaat te benadrukken. Door gebruik te maken van een zin die wordt geopend en gesloten met dubbele aanhalingstekens maak je het voor de lezer duidelijk dat het hier gaat om iets wat iemand zegt of om aan te geven dat het hier gaat om een citaat (een letterlijk gesproken of geschreven zin door iemand anders).
Enkele voorbeelden
- Ik zei nog tegen mijn vrienden: "Ik kan vanavond niet komen."
- Op het bordje heeft voorheen altijd gestaan "Niet toegankelijk voor onbevoegden".
- Zij zeiden tegen mij dat het "een fluitje van een cent" was.
Zoals je kan zien in de bovenstaande zinnen, staat exact tussen haakjes wat iemand heeft gezegd of heeft geschreven. Als je ervoor zou kiezen om deze citaten te noteren zonder haakjes, dan zou het niet meteen duidelijk worden wat hetgeen is dat een ander heeft gezegd. Dubbele aanhalingstekens geven dus precies aan wat een letterlijk citaat is.
Enkele aanhalingstekens
Enkele aanhalingstekens kunnen ook worden gebruikt ('zo'). De enkele aanhalingstekens worden misschien nog wel meer gebruikt dan de dubbele en hebben nog meer functies. Zo kunnen ze worden gebruikt in het geval van:
- Cursivering
- Zelfbedachte woorden
- Ironie
- Niet concrete citaten
- Dubbele citaten
- Zelfnoemfunctie
Cursivering
Als je naar sommige teksten kijkt, zie je dat er sommige titels schuin worden geschreven. Je kunt hier denken aan titels van films en boeken of titels van liedjes. In plaats van:
- Bekende boeken van Charles Dickens zijn A Christmas Carol en David Copperfield
kun je schrijven:
- Bekende boeken van Charles Dickens zijn 'A Christmas Carol' en 'David Copperfield'.
Ditzelfde kan je toepassen op woorden die niet altijd even bekend zijn voor de lezer. Je kunt hier denken aan woorden die bijvoorbeeld uit het buitenland komen.
- Iemand met wie je zaken doet noem je ook wel eens je 'business partner'.
Zelfbedachte woorden
Veel mensen bedenken woorden die niet officieel in het woordenboek zijn opgenomen. De reden dat men dit doet is omdat ze soms het woord niet weten voor een object et cetera. Er worden dan woorden bedacht om toch een omschrijving te geven in de hoop dat het dan duidelijk wordt voor de lezer wat ze bedoelen.
- De 'pizzaboer' weet mijn huis altijd te vinden.
Ironie
Met ironie of sarcasme gebruik je woorden die je eigenlijk anders meent. Je maakt een soort van grap met je opmerking terwijl je eigenlijk het tegenovergestelde bedoelt of je noemt een zin waar je sarcasme mee uitdrukt.
- Zij vonden mij weer eens de 'slimste'.
- Wat een 'schatje' is het toch.
Niet concrete citaten
Als er bepaalde woorden in de mond worden gelegd van een ander en je hier een citaat wil noteren, dan kan je hier enkele aanhalingstekens voor gebruiken.
- Ze zullen je snel vertellen dat het 'veel beter' kan.
- Je hoort ze wel eens zeggen dat 'bankiers uit zijn op het geld van anderen'.
Dubbele citaten
Stel je voor dat je in een tekst wil aangeven wat iemand zei dat iemand zei. Klinkt dat ingewikkeld? Als je wilt beschrijven wat iemand zei, dan weet je nu dat je deze tussen dubbele aanhalingstekens kunt zetten:
- Ron zei: "Ik weet nog wat mijn buurman zei."
Hierboven wordt duidelijk wat Ron zegt. Maar Ron wil weer vertellen wat zijn buurman zei. In dit geval kunt je wat de buurman zei tussen enkele aanhalingstekens plaatsen. Dit doe je om duidelijk te maken wat Ron zei en wat de buurman zei.
- Ron zei: "Ik weet nog wat mijn buurman zei: 'Je moet die bal niet meer in mijn tuin schoppen.' Ik snapte dat wel."
Zelfnoemfunctie
Als je naar jezelf wilt wijzen in een tekst door een voorbeeld te benoemen of als je wilt verwijzen naar een onderwerp die je wilt beschrijven, dan noem je dit een zelfnoemfunctie.
- Het woord 'machinist' is best makkelijk om te schrijven.
- Het woord 'aanduiden' heeft een mooie betekenis.
- Ik weet wel hoe je dat moet schrijven, alleen schrijf ik het wel eens per ongeluk verkeerd door 'boem' te schrijven in plaats van 'boom'.
In de voorbeeldzinnen zie je dat je verwijst naar een bepaald onderwerp. In de eerste twee zinnen is dat naar een bepaald woord waar je iets over wilt zeggen. In de laatste voorbeeldzin verwijs je naar jezelf. Je maakt een statement waarin je aangeeft dat je weet hoe je iets moet schrijven. Vervolgens geef je aan wat voor fouten je maakt en hoe je dan iets schrijft wat het fout maakt. Dit aanwijzen doe je allemaal naar jezelf dus is dit weer een onderdeel van de zelfnoemfunctie. Deze woorden zet je dan tussen haakjes.
Het plaatsen tussen haakjes maakt het veel makkelijker om teksten goed te begrijpen en te lezen. Maak er dus goed gebruik van!