Niveaus van taal
Eén van de grootste cognitieve processen die een peuter doormaakt, is de taalontwikkeling. De complete ontwikkeling van de taalvaardigheden vindt plaats vanaf de geboorte tot ongeveer het negende levensjaar van een kind. Deze ontwikkeling vindt plaats op de 6 taalniveaus. De zes taalniveaus worden in dit artikel verder uitgewerkt.Alle niveaus van taal zijn betekenisdragend. De semantiek bestudeert daarom niet alleen het semantisch niveau, maar ook alle andere niveaus van taal. Er zijn zes verschillende niveaus van taal: fonologisch niveau, morfologisch niveau, syntactisch niveau, semantisch niveau, pragmatisch niveau en orthografisch niveau. Hieronder worden alles niveaus besproken en de daarbijbehorende belangrijke begrippen. De zes niveaus van taal:
- Fonologisch niveau
- Morfologisch niveau
- Syntactische niveau
- Semantisch niveau
- Pragmatisch niveau
- Orthografisch niveau
Fonologisch niveau
Fonologie bestudeert de kleinste onderdelen van taal. Bij de fonologie gaat het om klankleer. Fonemen brengen betekenisverschil tussen de woorden te weeg. Zoals bij maan en man. Maan heeft twee fonemen, aa en man heeft één foneem, a. Ook assimilatie is van invloed op de fonologie. Bij assimilatie heeft de ene klank invloed op de andere klank. Zo spreken wij nestje uit als nesje. Het woordaccent, de klemtoon, de zinsaccent en de zinsmelodie zijn ook belangrijk bij de fonologie.Morfologisch niveau
Bij morfologie wordt er gekeken naar hoe de woorden zijn opgebouwd. De morfologie houdt zich bezig met morfemen. Er zijn vrije en gebonden morfemen. Morfemen zijn de kleinste betekenisdragende eenheden in een woord. Fietsbel heeft twee vrij morfemen, namelijk fiets en bel. Jongens of prachtig is een gebonden morfeem. De s van jongens en de ig van prachtig zijn geen betekenisdragende eenheden, hierdoor zijn dit gebonden morfemen.Ook bij het morfologisch niveau wordt er gekeken naar samenstellingen, afleidingen, verbuigingen en vervoegingen. Samenstellingen zijn twee betekenisdragende woorden, die samen een nieuw, betekenisvol woord vormen. Een voorbeeld hierbij is fietsbel. De samenstelling bestaat uit de woorden fiets en bel. Ook achterdeur is een samenstelling, die bestaat uit de woorden achter en deur. Een afleiding is een woord dat is ontstaat uit een ander woord, zoals weigering. Weigering is ontstaat uit het woord weigeren. Daarnaast behoort verbuiging tot de morfologie, een verbuiging is een verandering van de uitgang van het woord volgens de grammatica. Voorbeelden hiervan zijn grote en hoge. Ook vervoegingen horen bij de morfologie. Een vervoeging is een verbuiging van een werkwoord.
Syntactisch niveau
Bij het syntactisch niveau wordt er gekeken naar de opbouw van zinnen. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in woordsoorten, woordgroepen en zinsdelen. Ook wordt er gekeken naar de zinstypen. Er zijn drie verschillende zinstypen. De mededelende zin, de vragende zin en de gebiedende zin. Bij de mededelende zin deel je iets mee, bij de vragende zin vraag je iets en bij de gebiedende zin geef je een bevel of een opdracht. Een voorbeeld van een gebiedende zin is 'Kom binnen!'.Ook wordt bij het syntactisch niveau gekeken naar de actieve/bedrijvende zinnen en passieve/ lijdende zinnen. Daarnaast ook naar de directe reden en indirecte reden. Wanneer een zin in de directe reden staat zeg je: 'Pak die pen op'. Bij de indirecte reden wordt er gezegd: 'Zij zei, dat ik die pen op moest pakken.'