Nederlands leren aan anderstalige kinderen
Er zijn heel wat redenen waarom anderstalige kinderen Nederlands moeten leren. Het kan gaan om kinderen van expats die hier een tijdje verblijven. Of het kan gaan om kinderen van migranten waarvan de ouders de Nederlandse taal niet beheersen. En het kan natuurlijk ook zijn dat ouders een uitdaging of een nuttige bezigheid zoeken voor heel slimme kinderen. De Nederlandse taal aanleren aan jonge kinderen kan een leuke bezigheid zijn, waar wel wat creativiteit en inlevingsvermogen aan te pas komt.
Lesgeven aan kinderen is natuurlijk heel verschillend van lesgeven aan volwassenen. Waar je met volwassenen een conversatie kan voeren over een bepaald onderwerp of kan discussiëren over een tekst of film, zal je met kinderen de nodige creativiteit en het nodige inlevingsvermogen aan de dag moeten leggen. Je zal moeten zingen en spelletjes moeten spelen. Soms zal je ook al eens moeten bewegen. En natuurlijk zal je ook het nodige geduld moeten tonen want kinderen doen niet altijd wat je van hen vraagt en kunnen niet altijd lang geconcentreerd met een onderwerp bezig zijn.
Welke kinderen hebben nood aan lessen Nederlands?
Je kan met veel verschillende kinderen in contact komen wanneer je Nederlandse les aan kinderen geeft.
Kinderen met een leerachterstand
Sommige kinderen hebben problemen met hun eigen moedertaal. Ze hebben problemen met lezen, met schrijven of met het begrijpen van teksten. Sommigen hebben ook problemen met grammatica. Als coach ga je die kinderen dan bijles geven en deze achterstand proberen op te lossen. Veel zal natuurlijk afhangen van de motivatie van het kind zelf en of de ouders er achter staan. Dit is belangrijk omdat de kinderen dan thuis ook nog wat kunnen oefenen en aangespoord worden om extra oefeningen te maken en om naar bepaalde programma's te kijken of te luisteren.
Kinderen van migranten
Migranten van de eerste generatie hebben vaak zelf problemen met de taal. Zij hebben dus moeite om hun kinderen te helpen met huiswerk en taken of om iets uit te leggen wanneer de kinderen problemen hebben. Vaak zullen er ook geen Nederlandse programma's gekeken of beluisterd worden en zal er ook niet in het Nederlands worden voorgelezen. Vele kinderen hebben daardoor problemen op school met de Nederlandse taal. Ook hier kan je als coach bijdragen tot een beter begrip van de Nederlandse taal en bepaalde problemen uitleggen. Bij heel jonge kinderen volstaat het soms om boekjes te lezen en liedjes aan te leren zodanig dat hun woordenschat vergroot en bijgevolg hun begrip.
Kinderen van expats
Sommige mensen worden voor hun werk voor een paar jaar naar een ander land gestuurd. Denk maar aan mensen van ambassades en consulaten of nog mensen die voor grote internationale bedrijven werken. Hun kinderen gaan vaak naar internationale scholen in het Engels, het Duits of het Frans. Toch vinden deze mensen het belangrijk dat hun kinderen ook in het land waar ze verblijven integreren en vriendjes maken. Vaak gaan ze hier naar de dans- of tekenles en dan is het toch belangrijk om wat Nederlands te kennen.
Kinderen met een hoog IQ of hoogbegaafde kinderen
Kinderen met een hoog IQ of die hoogbegaafd zijn hebben extra prikkels nodig. Extra lessen Nederlands, het lezen van moeilijke teksten of het bekijken van speciale programma's kunnen dan een oplossing zijn.
Nederlands geven aan kinderen: hoe begin je er aan?
Hoe begin je er als coach aan om een kind Nederlands te leren? Veel zal natuurlijk afhangen van de leeftijd van het kind.
Kinderen jonger dan zes
Kinderen jonger dan zes kunnen nog niet of weinig lezen. Je zal dus veel moeten werken met tekeningen, prenten, spelletjes, liedjes en verhaaltjes. Je kan het kind een verhaal voorlezen uit een prentenboek waarbij je de concrete woorden op de tekeningen aanduidt. Je kan liedjes aanleren waarbij bewegingen moeten gemaakt worden. Denk bijvoorbeeld aan klassieke liedjes als "Hoofd, schouders, knie en teen", "twinkel, twinkel, kleine ster" of "Naar bed, naar bed". Jonge kinderen zijn gek op dit soort activiteiten. Ook spelletjes doen het goed. Kwartetspelletjes, spelletjes waarbij getekend moet worden, dobbelspelletjes, etc. Ook kleurplaten zijn altijd een succes. Hierbij kan je aanwijzingen geven: "Kleur het varken roze, de koe zwart, etc". Verhaaltjes vertellen door middel van vingerpoppen behoort ook tot de mogelijkheden. Klassieke dingen die een jong kind moet leren zijn: de kleuren, tellen tot tien, de lichaamsdelen, de delen van een huis, de onderdelen van een stad of dorp, de dieren, maanden, dagen, dagdagelijkse bezigheden en traditionele spelletjes en feesten.
Kinderen tussen zes en tien
Kinderen in deze leeftijdscategorie kunnen lezen en rekenen. Je kan ze dus bovenop de voorgaande dingen ook leren schrijven en spelen met woorden. Je kan tekeningen met woorden laten verbinden, je kan ze een bepaald aantal dingen laten kleuren, je kan ze eenvoudige teksten zelf laten lezen, je kan ze moeilijkere liedjes aanleren. Je kan met hen ook spelletjes spelen waarbij gelezen en geschreven moet worden. Hebben ze al wat woordenschat aangeleerd, dan kunnen ze zelf met de vingerpoppen aan de slag. Wel moet je rekening houden met dingen die heel anders zijn dan in hun moedertaal. Stel, ze hebben op een Engelstalige school net geleerd hoe ze moeten kloklezen. In het Nederlands is dit net iets anders. In het Engels zeg je "half past four", in het Nederlands wordt dat "half vijf". Hou dit maar voor later want anders gaat het kind niet meer weten van welk hout pijlen maken en alles fout zeggen op school.
Tieners
Tieners zijn moeilijker te boeien maar wanneer je een beetje meegaat in hun leefwereld is ook deze categorie best leuk. Je kan hen boeien met teksten uit bijvoorbeeld de Joepi of de Flair, met filmpjes op YouTube, met liedjes uit de hitparade. Zijn ze competitief ingesteld, dan kan je spelletjes spelen als Pictionary of Trivial Pursuit.
Achtergrond
De achtergrond van de kinderen is ook belangrijk.
De moedertaal
Wat is de moedertaal? Beheers je die zelf of ken je er niets van (Russisch, Japans, Arabisch...)? Ken je de moedertaal, dan heb je iets om op terug te vallen. Je begrijpt wat het kind je zegt of vraagt en kan er op inspelen. Beheers je de moedertaal niet, dan zal alles in het Nederlands en met tekeningen en gebaren moeten gebeuren. Het kind zal je iets vertellen en je zal er niets van begrijpen. Dan moet je er op toezien dat het kind niet boos of gefrustreerd geraakt.
De cultuur
Is het een cultuur die dicht bij de onze aanleunt? Geen probleem, dan zal het kind dingen als Kerst, Sinterklaas en Pasen wel kennen. Tekeningen en verhaaltjes hierover zullen dus geen probleem vormen. Is het kind van een totaal andere cultuur, dan zal je onze gewoonten en feesten ook moeten uitleggen, tenminste als de ouders hiermee akkoord gaan. zij kunnen je dan proberen uit te leggen welke hun feestdagen en gewoonten zijn. Boeiend en verrijkend voor beide partijen.
De ouders
Kunnen de ouders het kind helpen of niet? Spreken ze zelf (een beetje) Nederlands of helemaal niet? Ook hier weer een hemelsbreed verschil. Spreken ze zelf een beetje Nederlands dan kunnen ze het kind helpen en begeleiden na de les. Zijn ze het Nederlands helemaal niet machtig, dan rust alles op jouw schouders en op de motivatie van het kind zelf.
Verschil tussen leren om te spelen en bijles
Leren om te spelen
Wanneer het kind Nederlands moet leren om in het land mee te kunnen maar in zijn eigen taal naar school gaat, kan je de lessen heel speels opvatten. Niets moet, alles mag, zolang het kind maar wat bijleert. Je moet dus niet te veel aandringen, wel veel herhalen maar op een speelse manier. Een kind leert maar pas wanneer het bepaalde woorden veel hoort. Het stoort dus niet om iedere week hetzelfde spelletje te spelen, zolang het spel maar een educatieve waarde heeft en dezelfde woorden telkens herhaald worden. Je kan ook steeds nieuwe elementen introduceren bij hetzelfde spel. Een klassiek kwartetspel bijvoorbeeld. Meestal is er voor iedere categorie een thema: seizoenen, schoolactiviteiten, dagelijkse bezigheden, schoolse activiteiten, dieren, etc. Deze thema's worden geïllustreerd door tekeningen. Maar op datzelfde kwartetspel is er ook een rand in een bepaalde kleur per thema. Je kan dus bijvoorbeeld beginnen met het kwartetspel te spelen door naar de kleur te vragen. Wanneer dat er goed inzit, kan je de thema's wat nader gaan bekijken. Werk per thema en leg uit wat er op de prentjes te zien is. Langzamerhand ga je niet meer per kleur maar per thema werken. Zo leert het kind steeds meer woorden en uitdrukkingen. Vergeet ook de typische speelzinnetjes niet: heb je..., je speelt vals, niet kijken, jij wint, je verliest, nog eens, etc. Ook liedjes moeten vaak herhaald worden. Het kind zal fier zijn wanneer het een paar woorden en daarna een paar zinnen kan meezingen.
Bijles
Wanneer je gevraagd wordt om bijles te geven, liggen de zaken natuurlijk anders. Bedoeling is dat het kind betere punten op school gaat halen. Hier mag dus niet zo veel geïmproviseerd worden maar moet de leerstof gevolgd worden. Je zal dingen terug moeten uitleggen, op school geziene teksten moeten terug lezen en oefeningen moeten (her)maken. Qua lesgeven kan dit saaier lijken, maar de voldoening is groter omdat je concretere resultaten ziet in de vorm van hopelijk beter wordende punten.
Handige sites en tips
Een van de vereisten om aan kinderen een vreemde taal aan te leren is natuurlijk de taal zelf goed beheersen. Verder moet je ook wel wat afweten van de cultuur van je land. Een andere vereiste is geduld hebben. Een kind kan niet twee uur geconcentreerd bezig zijn zoals een volwassene. Je zal dus veel afwisseling en soms wat actie moeten inbouwen. Je moet niet bang zijn om al eens te zingen of te dansen.
Voor ideeën kan je terecht op de site www.klascement.be. Je kan je hier gratis aanmelden en gebruik maken van lesmateriaal van andere leerkrachten. Er wordt wel van je verwacht dat je geregeld ook wat post. Zo bekom je punten waarmee je dan weer nieuw materiaal kan downloaden. Je kan ook speciale boeken kopen met oefeningen voor kinderen. Probleem is wel dat deze boeken meestal gebaseerd zijn op Nederlandstalige kinderen en dat de opdrachten naargelang de leeftijd dus te moeilijk zullen zijn. Kan een Nederlands kind van 11 oefeningen maken op de verleden tijd, dan zal een Amerikaans kind dat nog maar pas Nederlands leert dit natuurlijk niet kunnen. Voordeel is dat deze boeken vaak veel tekeningen bevatten en deze kan je natuurlijk wel gebruiken. Op www.kleurplaten.nl vind je heel wat kleurplaten over allerlei verschillende onderwerpen.
Goedkope spelletjes en voorleesboeken vind je bij Boekenvoordeel, Zeeman en Kruidvat alsook in kringloopwinkels en op rommelmarkten. Kijk ook eens de kasten van je eigen kinderen na. Hier vind je vaak nog een schat aan materiaal in. In de bibliotheek van je woonplaats kan je ook materiaal gaan lenen om je lessen steeds boeiend en gevarieerd te maken. En natuurlijk kan je ook spelletjes en boeken van het kind zelf gebruiken. Leg de tekeningen gewoon in het Nederlands uit. Het kind zal blij zijn om te kunnen vertrekken van iets wat het al kent.
Succes en veel plezier!