Grammatica, zinnen ontleden

Grammatica, zinnen ontleden De grammatica van de Nederlandse taal wordt door veel mensen als lastig ervaren. Op school wordt kinderen geleerd hoe zij zinnen moeten ontleden. Doel van het kunnen ontleden van zinnen is, dat je leert welke functie elk woord in een zin heeft en wat de relatie tussen deze woorden is. Ook kan kennis van de grammatica in je eigen taal een hulpmiddel zijn bij het leren van vreemde talen. De belangrijkste onderdelen uit een zin zijn: persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling, bijvoeglijke bepaling.

Ontleden van zinnen

Om een goed inzicht te krijgen in de grammatica van de Nederlandse taal leren kinderen op school hoe zij zinnen moeten ontleden. Zij leren hiermee de samenhang van woorden te begrijpen. Elk woord of zinsdeel heeft een bepaalde functie in een zin. De belangrijkste functies die woorden in een zin hebben zijn:
  • Persoonsvorm
  • Onderwerp
  • Gezegde
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Bijwoordelijke bepaling
  • Bijvoeglijke bepaling

Persoonsvorm

De persoonsvorm is een werkwoord, die in een zin twee dingen aangeeft:
  • Tijd: Onvoltooid tegenwoordige tijd, voltooid tegenwoordige tijd, onvoltooid verleden tijd, voltooid verleden tijd, toekomstige tijd. Meer over de vervoegingen van werkwoorden vind je in het artikel: Spelling, wanneer een d, t of dt?
  • Getal: enkelvoud of meervoud
Je kunt de persoonsvorm in een zin vinden door de tijd of het getal te veranderen. De persoonsvorm zal dan altijd mee veranderen.
Tijd:
  • Hij werkt (tegenwoordige tijd)
  • Hij werkte (verleden tijd)
  • Werkt verandert in werkte en is dus de persoonsvorm.
Getal:
  • Hij werkt (enkelvoud)
  • Zij werken (meervoud)
  • Werkt verandert in werken en is dus de persoonsvorm.

Onderwerp

Het onderwerp in een zin is diegene of datgene die iets doet of is in die zin. Onderwerp en persoonsvorm zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als de persoonsvorm verandert van enkelvoud naar meervoud of andersom, dan verandert het onderwerp mee.
  • Werkt - hij werkt (hij doet iets)
  • Werken - zij werken (zij doen iets)

Gezegde

Er bestaan twee soorten gezegden:
  1. Werkwoordelijk gezegde: een werkwoord die vertelt wat er gebeurt (doen)
  2. Naamwoordelijk gezegde: een gezegde die iets vertelt over het onderwerp (zijn)

Werkwoordelijk gezegde

Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin die bij elkaar horen. De persoonsvorm maakt dus ook deel uit van het gezegde.
  • Ik had moeten werken - "had moeten werken" is dan het werkwoordelijk gezegde

Naamwoordelijk gezegde

Een naamwoordelijk gezegde bestaat altijd uit twee elementen:
  1. Een koppelwerkwoord: zijn, worden, blijven, lijken, schijnen, blijken
  2. Een stuk zin dat iets vertelt over het onderwerp. In dit stuk zin moet een (voor) naamwoord staan. Dit stuk zin heet het naamwoordelijk deel
Marja is mijn buurvrouw
  • Onderwerp: Marja
  • Koppelwerkwoord: is
  • Naamwoordelijk deel: mijn buurvrouw
  • Het naamwoordelijk deel zegt iets over het onderwerp.

Lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp in een zin ondergaat een handeling die door het onderwerp wordt gedaan. Om er achter te komen wat het lijdend voorwerp is in een zin, gebruik je de volgende regel: Wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp
Voorbeeld: Wat koopt Kees?
  • Werkwoordelijk gezegde: koopt
  • Onderwerp: Kees
  • Kees koopt een boek.
  • Lijdend voorwerp: een boek

Meewerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp is meestal iemand voor wie iets bedoeld is. Het is meestal een persoon of bedrijf. Om er achter te komen wat het meewerkend voorwerp is in een zin gebruik je de volgende regel: Voor/aan wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
Voorbeeld: Kees koopt een boek voor zijn vriendin.
  • Voor wie koopt Kees een boek? zijn vriendin
  • Onderwerp: Kees
  • Werkwoordelijk gezegde: koopt
  • Lijdend voorwerp: een boek
  • Meewerkend voorwerp: zijn vriendin

Bijwoordelijke bepaling

Een bijwoordelijke bepaling in een zin geeft informatie over tijd, plaats, richting of manier. Om er achter te komen wat de bijwoordelijke bepaling is in een zin kun je vragen stellen beginnend met: wanneer, waar, waardoor, waarheen, hoe, hoeveel of hoe vaak.
Voorbeeld: Kees heeft gisteren een boek gekocht voor zijn vriendin
  • Wanneer heeft Kees een boek gekocht voor zijn vriendin? Gisteren
  • Onderwerp: Kees
  • Werkwoordelijk gezegde: heeft gekocht
  • Lijdend voorwerp: een boek
  • Meewerkend voorwerp: zijn vriendin
  • Bijwoordelijke bepaling: gisteren

Bijvoeglijke bepaling

Een bijvoeglijke bepaling is een stuk van een zinsdeel, dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord in die zin. Een zelfstandig naamwoord is een woordsoort die mensen, dieren, dingen of plaatsen aanduidt. Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden. Elk woord waar "de", "het" of "een" voor staat is een zelfstandig naamwoord. Dit kan dus ook het onderwerp zijn uit een zin.
Voorbeeld: Kees, de buurjongen van hiernaast, heeft gisteren een boek gekocht voor zijn vriendin
  • Onderwerp (zelfstandig naamwoord): Kees
  • Werkwoordelijke gezegde: heeft gekocht
  • Lijdend voorwerp: een boek
  • Meewerkend voorwerp: zijn vriendin
  • Bijwoordelijke bepaling: gisteren
  • Bijvoeglijke bepaling: de buurjongen van hiernaast
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het onderwerp (zelfstandig naamwoord).
© 2013 - 2024 Caressa, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Redekundig ontleden: onderwerp, persoonsvorm, gezegde & meerRedekundig ontleden: onderwerp, persoonsvorm, gezegde & meerOntleden. Elk kind op de basisschool en de middelbare school moet het leren. Volwassenen die schrijven moeten het kunnen…
Het redekundig ontleden van zinnenHet redekundig ontleden van zinnenZinnen kunnen redekundig en taalkundig ontleed worden. Bij het redekundig ontleden van zinnen verdeel je de zin in stukj…
Grammatica: ontleden en zinsdelen benoemenGrammatica: ontleden en zinsdelen benoemenIedereen die op school het vak Nederlands volgt, moet in staat zijn om zinnen te ontleden. Dit is echter niet voor ieder…
Meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp in het SpaansMeewerkend voorwerp en lijdend voorwerp in het SpaansHet gebruik van het meewerkend voorwerp en het lijdend voorwerp in de Spaanse taal kan enige verwarring veroorzaken. Voo…

Pangram - alle letters van het alfabet in één zinPangram - alle letters van het alfabet in één zinHet is een kunst om een pangram te schrijven, om het hele alfabet in één zin te wurmen. Het is een letterpuzzel. Sommige…
Veel gemaakte taalfouten: voorkom verkeerd woordgebruikVeel gemaakte taalfouten: voorkom verkeerd woordgebruikGedurende je leven zal je op verschillende momenten teksten moeten schrijven. Dat kan voor je werk of opleiding zijn, ma…
Bronnen en referenties
  • http://www.bruuttaal.nl/zinnenontleden.htm
  • http://www.onzetaal.nl/taaladvies/advies/zelfstandig-naamwoord
Caressa (76 artikelen)
Gepubliceerd: 15-03-2013
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Taal
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.