Leren & studeren: het lerende brein
Bij studeren komt een hoop kijken. Studenten moeten kritisch kunnen nadenken, goed kunnen schrijven, en ook nog goed informatie kunnen verwerken en opslaan voor hun tentamens. Dit gaat echter niet altijd vanzelf. Veel studenten hebben moeite met het opslaan van informatie. Kennis van het brein is belangrijk om de opslag van informatie beter te begrijpen en te verbeteren.
De leercyclus
Wetenschapper David Kolb is de bedenker van de zogenaamde leercyclus. Volgens Kolb begint het leren met het
concreet ervaren van een onderwerp. Hierna moeten studenten
reflecteren over het onderwerp en verbanden kunnen leggen. Vervolgens moeten studenten
inzicht krijgen door bijvoorbeeld hypotheses op te stellen over het onderwerp. Als laatste komt de
toepassingsfase, waarbij studenten de kennis in praktijk brengen door bijvoorbeeld te experimenteren. In deze gehele cyclus spelen verschillende hersengebieden een rol, zoals de sensorische cortex, de integratieve cortex en de motor cortex. Het maakt niet uit in welke fase de leercyclus begint, maar het is van belang om de hele cyclus te doorlopen, zodat alle verschillende hersendelen gestimuleerd worden per onderwerp.
Leren, geheugen en het brein
Leren is onlosmakelijk verbonden met het geheugen en het brein. We onderscheiden twee typen geheugen: het kortetermijngeheugen, met een kleine opslagcapaciteit, en het langetermijngeheugen, met een grotere opslagcapaciteit. Beide geheugens hebben een verschillende route in het brein, maar deze routes zijn wel verbonden met elkaar.
Het kortetermijngeheugen
Het kortetermijngeheugen wordt ook wel het werkgeheugen genoemd. Dit circuit slaat informatie op, verwerkt het, haalt informatie uit het langetermijngeheugen en legt verbanden tussen nieuwe en oude informatie. In het werkgeheugen wordt informatie slecht tijdelijk opgeslagen, maar er zijn trucs om informatie langer vast te houden:
- Herhaling van informatie zorgt dat informatie langer wordt opgeslagen in het werkgeheugen.
- Groepering maakt onthouden makkelijker. Denk bijvoorbeeld aan het nummer 5782819. Dit is makkelijker te onthouden als 578-28-19.
Tijdens het leren is het van belang om het werkgeheugen niet te 'oververhitten'. Zoals al werd genoemd, is de capaciteit beperkt, en je loopt het risico om veel informatie al weer snel te vergeten als je te veel wil leren in korte tijd. Herhaling zorgt voor het vastleggen van informatie in het langetermijngeheugen, waarna er weer nieuwe informatie in het werkgeheugen kan worden opgenomen.
Het langetermijngeheugen
Terwijl het werkgeheugen vooral afhankelijk is van verandering van moleculaire eiwitstructuren om informatie op te slaan, werkt het langetermijngeheugen heel anders. Om informatie voor langere tijd op te slaan worden verbindingen aangelegd tussen zenuwcellen in de hersenen. Dit gaat in een aantal stappen:
- Twee naast elkaar liggende zenuwcellen zijn niet verbonden
- Een nieuwe leerervaring zorgt voor een verbinding
- Door herhaling wordt de verbinding versterkt
- Als de leerervaring niet herhaald wordt, zal de verbinding afzwakken
- Als de leerervaring weer herhaald wordt, zal de verbinding weer aansterken
Dit klinkt misschien abstract, maar het is om te leren dus van belang om dit proces in het achterhoofd te houden. Om informatie op te slaan en over te brengen van werkgeheugen naar langetermijngeheugen is het essentieel om te blijven herhalen.
Emotie, stress en leren
Emoties hebben invloed op het leerproces. Uit onderzoek blijkt dat positieve emoties het leerproces bevorderen, terwijl negatieve emoties het tegengestelde effect hebben. Neurotransmitters, chemische signaalstoffen in de hersenen, spelen hier een rol bij. In het geval van positieve emoties wordt de stof dopamine aangemaakt. Deze stof heeft een stimulerend effect op zenuwen in de hersenen, en vergemakkelijkt daardoor het opslagproces dat tijdens leren plaatsvindt. Vooral de overgang van informatie van werkgeheugen naar langetermijngeheugen profiteert hiervan.
Kortetermijnstress kan ook positieve effecten hebben op het leervermogen, omdat het hormoon adrenaline het lichaam voor korte tijd in staat stelt om boven zichzelf uit te stijgen. Echter, langetermijnstress leidt tot de productie van het hormoon cortisol, wat leidt tot afzwakking van het geheugen en verminderde concentratie. Het is dus van belang om geen langetermijnstress te ondervinden tijdens een belangrijke toetsperiode. Kortetermijnstress is daarentegen heel normaal en kan dus zelf helpen om een topprestatie te leveren.
Lees verder