Baantjer: 'De Cock en de dode minnaars' - samenvatting
'De Cock en de dode minnaars' is een detective van A.C. Baantjer. De Amsterdamse rechercheurs De Cock en Vledder maken kennis met de kunstverzamelaar Van Nettelhorst die bij fraude betrokken lijkt te zijn. Ook maken ze kennis met een volkse Antoinette en de mooie Thérèse. Thérèse heeft ooit haar grote liefde verloren. Ze denkt dat er een vloek op haar rust. Het lijkt erop dat elke jonge man in haar nabijheid vermoord wordt. Hebben deze moorden te maken met de kunstverzamelaar die haar als kunstobject heeft gekocht? Of hebben de moorden te maken met haar stiefvader, die belangen heeft bij de verkoop van Thérèse? Of hebben zij er niets mee te maken en spelen andere motieven een rol?
- Auteur: A. C. Baantjer
- Titel: De Cock en de dode minnaars
- Publicatie: 1986
- ISBN: 90 261 0251 8
- Uitgeverij: Fontein
De auteur A.C. Baantjer
Albert Cornelis Baantjer (Urk, 1923 - Alkmaar, 2010) heeft bijna dertig jaar als rechercheur aan de Amsterdamse Warmoesstraat gewerkt. Hij werd gevraagd een serie detectives te schrijven. Hij baseerde zijn personage op zijn collega's. Er zijn anno 2017 meer dan 7 miljoen Baantjerboeken verkocht. Ook is er een tv-serie op geïnspireerd met Piet Römer in de hoofdrol. Vanaf deel 70 worden de Baantjerboeken door Peter Römer geschreven. 'Appie Baantjer' stierf na een kort ziekbed.
Personages
Rechercheur Jur De Cock
Jur de Cock (met Ceeooceekaa; opdat het goed gespeld wordt) is een stevige, rustige rechercheur. Hij beschikt niet over een enorm goede conditie en loopt al jaren in dezelfde jas. Hij is wars van moderne technieken. Zijn voorkeur gaat uit naar intuïtie en persoonlijk contact tijdens een verhoor. Met zijn jarenlange ervaring bij de Amsterdamse politie prikt hij door elke façade heen. Zijn werkmethode wijkt vaak af van de officiële regels. De momenten thuis bij zijn vrouw, zijn korte huiselijke rustmomenten tussen de ontwikkelingen van het moordonderzoek door. Hij is bijzonder gesteld op zijn jonge collega Vledder.
Rechercheur Dick Vledder
Dick Vledder is een jonge ongetrouwde rechercheur die de kunst van het recherchewerk graag bij zijn ervaren collega De Cock afkijkt. Echter, zijn temperament dreigt soms het onderzoek in de weg te zitten. In zijn onervarenheid neigt hij te snel over te gaan tot arrestatie.
Commissaris Buitendam
Commissaris Buitendam is de statige chef van De Cock en Vledder van het politiebureau aan de Warmoesstraat. De Cock en Buitendam hebben geen hekel aan elkaar, maar hun werkmethoden liggen ver uiteen. De commissaris houdt zich aan regels en procedures, terwijl De Cock in het kader van het onderzoek, vaak buiten de regels om werkt. Dit heeft tijdens elk moordonderzoek een aantal conflicten tot gevolg.
Lowietje
De magere kroegeigenaar Lowietje is een vriend van De Cock. Tijdens elk moordonderzoek bezoekt hij de kroeg en krijgt daar zijn favoriete 'cognackie'. Door het criminele verleden van de barman en door zijn kroeg, heeft hij veel informatie over andere criminelen. Hier maakt De Cock graag, meestal discreet, gebruik van.
Overige personages
De overige personages worden kort beschreven. Er wordt geen achtergrond informatie over hen gegeven. Door kort hun uiterlijk of manier van spreken te benoemen, wordt door de auteur snel een indruk van het personage gecreëerd.
Baantjer: De Cock en de dode minnaars
Het boek is van 1986. Dat is enigszins gedateerd. Er komen bijvoorbeeld geen mobieltjes in voor.
Van Nettelhorst, de kunstverzamelaar
De Cock en Vledder worden door hun commissaris aan de Warmoesstraat verzocht naar Arti et Amicitiae te gaan om een kunsttentoonstelling te bewaken. De schatrijke kunstverzamelaar Manfred van Nettelhorst laat daar zijn 'onbezoedelde' kunstschatten zien. Hij heeft Buitendam om oplettende rechercheurs gevraagd, omdat hij telefoontjes heeft gehad met de mededeling dat iemand het op zijn kunstcollectie heeft voorzien. Tijdens hun aanwezigheid krijgen ze geen sympathieke indruk van de kunstverzamelaar. Hij scheldt een oudere dame uit, die een dure sierkan aanraakt. De rechercheurs zijn blij als ze worden weggeroepen voor een moordzaak.
Robbert, de vermoorde jongen
Er is een dode jongen gevonden in een appartementje. De jongen is in zijn hoofd geschoten, terwijl hij vastgebonden zat. Het appartementje is van de volkse Antoinette van der Graaf. Ze weet, behalve zijn voornaam, niets over hem. Hij heet Robbert en hij was bang. Zij vond hem aandoenlijk en gaf hem onderdak. Om Robbert te beschermen had ze hem aan de verwarming vastgebonden. De Cock vindt dit een raar verhaal en neemt haar mee naar het bureau. Daar verklaart ze, na enig aandringen, dat Robbert vreesde voor zijn leven. De reden hiervoor zou zijn liefde voor ene Thérèse de la Fontaine zijn. Volgens Robbert waren er reeds diverse aanslagen op zijn leven gepleegd sinds hij met Thérèse omging. De Cock sluit haar op. Dan bezoekt een brute motorrijder het politiebureau. Het blijkt de broer van Antoinette te zijn, Marius van der Graaf, hij wil zijn zus meenemen. Dat mag nog niet. Buitendam acht Antoinette medeplichtig aan de moord op Robbert. De Cock is na het verhoor, van haar onschuld overtuigd. Dit vormt een conflict tussen De Cock en Buitendam. Pas enkele dagen later wordt zij vrijgelaten.
Thérèse en haar stiefvader Matthias
Zodra Marius weg is, krijgt De Cock de melding dat een kostbare sierkan van Manfred van Nettelhorst is gestolen. Antoinette helpt het moordonderzoek enigszins verder door De Cock het adres van de mooie Thérèse te geven. In het deftige grachtenpand van Thérèse is alleen haar stiefvader Matthias aanwezig. Hij was ooit getrouwd met haar moeder, Maria. Na het huwelijk koos Maria weer voor de prostitutie. Thérèse bleef bij haar stiefvader. Matthias vertelt De Cock hij niet weet waar Thérèse op dat moment is. Hij kent Robbert, waardoor De Cock eindelijk achter de identiteit van de dode jongen komt. Thérèse is fotomodel. Robbert is fotograaf. Ze hebben een vriendschappelijke relatie. Als Matthias verneemt dat Robbert vermoord is, denkt hij dat Maria dat gedaan heeft. Vledder wil haar meteen opzoeken en arresteren. De Cock houdt hem tegen. Ze gaan naar Lowietje voor een 'cognackie'. Daar krijgen ze informatie over Maria en Robbert. Ook al hebben ze nu meer informatie, ze weten nog steeds niet wie Robbert vermoord heeft en waar Thérèse is. Ze vermoeden dat Thérèse gevlucht is uit angst hetzelfde lot als Robbert te ondergaan. Maar hoe wist zij zo snel wat er met Robbert gebeurd is?
Thérèse is verkocht als onbezoedeld kunstobject
Terug op het bureau treffen ze Maria. Ze bekent dat ze Robbert geen geschikte man vond, omdat hij aan kinderporno deed, maar ze heeft hem niet vermoord. Verder vertelt ze over de grote liefde van Thérèse, de door een auto-ongeluk om het leven gekomen Evert -Jan de Groeve. Haar dochter denkt dat er een vloek op haar rust: elke potentiële minnaar zal vermoord worden. Maria kent van Nettelhorst. Thérèse is door haar stiefvader verkocht aan hem als onbezoedeld kunstobject. De kunstverzamelaar heeft haar in ruil daarvoor een deftig grachtenpand gegeven, waar ze met haar stiefvader en twee body-guards woont. Zij moeten ervoor zorgen dat zij onbezoedeld blijft. De body-guards worden ontslagen als het erop lijkt dat ze van Thérèse gecharmeerd zijn. Wat doet Van Nettelhorst als Thérèse haar status van onbezoedeld kunstobject dreigt te verliezen? Vermoordt hij elke man die bij haar in de buurt komt?
De Groeve
Een tijdje later worden de rechercheurs bezocht door de makelaar De Groeve, de vader van de overleden Evert-Jan. Hij bezweert De Cock dat zijn zoon en Thérèse voorbestemd zijn om te trouwen, ook al is zijn zoon dood. Het is, volgens hem, Gods wil. Na een Godsdienstig betoog, meldt hij dat Thérèse door hem is ondergebracht. Ze was bang en wilde onderduiken in één van zijn panden. Hij vertelt niet waar dat is. Zodra De Groeve weg is, horen ze details over de diefstal van de sierkan. Het blijkt dat de dief op een motor is weggereden. De verzekeringsmaatschappij heeft een hoge beloning uitgeloofd voor het terugbezorgen van de sierkan. De Cock hoort dit aan en haast zich daarna naar het huis van Marius. Met een handig apparaatje komt hij binnen en daar vindt hij de sierkan. De volgende dag laat hij trotst de sierkan aan Van Nettelhorst zien. De kunstverzamelaar lijkt niet blij. Dit doet De Cock vermoeden dat er fraude in het spel is. Dezelfde dag hoort Vledder van de Zedenpolitie dat de pornolijn van Robbert in Amerika opgerold is. Robbert zou binnenkort gearresteerd worden. Na dit nieuws bezoeken ze zijn moeder. Zij bevestigt dat er aanslagen op Robbert zijn gepleegd. Volgens haar heeft dit niet met kinderporno te maken, maar met zijn liefde voor Thérèse. Een onbeantwoorde liefde. Robbert was tijdelijk bij haar ingetrokken, omdat hij op de vlucht was voor de politie. Thérèse was bang dat hij nu ook vermoord zou worden, hoewel hij geen minnaar was. Volgens de Cock vormde hij toch een bedreiging, omdat hij haar voor werk mee naar Amerika zou kunnen nemen. Ze zou dan niet langer een onbezoedeld kunstobject voor Van Nettelhorst kunnen zijn. De kunstverzamelaar zal zijn grachtenpand terugeisen. De stiefvader van Thérèse woont daar. Dit maakt hem verdacht van de moord. Vledder wil hem meteen arresteren.
De nieuwe liefde van Thérèse moet geheim blijven
Tijdens weer een cognackie bij Lowietje horen ze dat Marius en een knappe Franse knul, De Beau, op de vlucht zijn voor Van Nettelhorst. Hierdoor ziet De Cock het verband tussen de kunstfraude, Van Nettelhorst en de twee jongen mannen. De sierkan was door aanraking van de oude vrouw tijdens de tentoonstelling niet meer onbezoedeld. Van Nettelhorst liet het stelen door Marius en De Beau, zodat hij met het uitgekeerde geld van de verzekeringsmaatschappij, een ander kunstobject voor in de plaats kon kopen. Het blijkt dat Marius en De Beau al langer bekenden zijn van Van Nettelhorst. Hij had hen ook ingehuurd als body-guard voor Thérèse. Op het bureau krijgen ze bericht van de moeder van Thérèse. Ze is bij haar verdrietige dochter in Baarn en bij hen is De Beau. Hij is doodgeschoten. Baarn is de plek van De Groeve haar, op haar eigen verzoek, had ondergebracht. Alleen haar moeder wist dat ze daar zat. Haar relatie met haar voormalig body-guard was geheim uit angst dat ook hij vermoord zou worden. Wie heeft hem doodgeschoten? Wie weet dat Thérèse daar verbleef?
De confrontatie
Voor de ontmaskering schakelt De Cock Harold in. Deze rechercheur lijkt sprekend op De Beau. Ze bezoeken De Groeve en zijn geschrokken reactie, als hij de vermoorde De Beau in leven ziet, bevestigt alle vermoedens. Na zijn arrestatie bekent De Groeve de moorden op Robbert en De Beau. Na de dood van zijn zoon, kon hij niet accepteren dat diens vriendin Thérèse met een ander zou trouwen. Zij en Evert-Jan waren in de ogen van De Groeve, voorbestemd met elkaar te trouwen. Elke andere potentiële minnaar werd door hem uit de weg geruimd. Hij had Robbert telefonisch bedreigd, waarop hij het grachtenpand van Thérèse uitvluchtte. De Groeve is hem gevolgd en zag dat Antoinette de bange jongen mee naar huis nam. Daar heeft hij net zolang gewacht totdat hij naar binnen kon om Robbert neer te schieten. Doordat hij zelf Thérèse had ondergebracht, wist hij als enige haar schuilplek. Hij schrok dan ook toen hij daar een andere man zag. Die andere man was De Beau, de geheime liefde van Thérèse. Beide waren bang voor nog een moord. En dat is precies wat er gebeurt. De Groeve schiet hem dood, hij accepteert geen andere man in het leven van Thérèse dan zijn zoon.