Multatuli - Max Havelaar
Max Havelaar is een veelgeplaatst boek op de literatuurlijst van 5e/6e klassers van het HAVO/VWO. Het is een moeilijk boek om te doorgronden en vergt daarom wat achtergrondinformatie en uitleg. In dit artikel vindt u een vrijwel volledig boekverslag zoals dat op de middelbare school geschreven dient te worden. Het stuk garandeert geen volledigheid, de opdrachten voor een leesverslag variëren van school tot school.
Specificaties
- Naam boek: Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij
- Auteur: Multatuli (Eduard Douwes Dekker)
- Uitgever: Wolters-Noordhoff
- Jaar van uitgave: 1881
- Eerste druk: 1875
- Aantal pagina’s: 384
- Genre: Autobiografisch getinte dubbelroman
- Stroming: Romantiek
Samenvatting
Batavus Droogstoppel, makelaar in koffie, Lauriersgracht no. 37 (zoals de beste man in het boek zelden vergeet aan te halen), gaat een boek schrijven. Het wordt geen roman, dat is gekkigheid, het wordt een boek over koffie. Op straat is hij aangeschoten door een oude schoolvriend (Sjaalman) van hem, die hem een pakket informatieve stukken heeft gegeven, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Waaronder ook een stuk over de koffieplantages op Java, waar Sjaalman blijkbaar is geweest.
Bediende Ernest Stern wordt aan het werk gezet om de hersenspinsels van Droogstoppel samen te voegen en vatten, zodat het een passend geheel in een boek vormt. Hij doet zijn werk blijkbaar niet naar het verlangen van zijn werkgever, hij wordt regelmatig door Droogstoppel 'onderbroken' om weer correcties te geven in wat Stern net allemaal geschreven heeft. Stern schrijft voornamelijk over de gebeurtenissen op Java, geïnspireerd door de avonturen van Sjaalman (Max Havelaar).
Een samenvatting van zijn avonturen komt neer op corruptie en werk: als bestuursambtenaar op Java (Lebak) wil Havelaar iets gaan betekenen voor de onderdrukten. Hij nodigt de inlandse regent uit voor etentjes, omdat hij deze verdenkt van onderdrukken en afpersing van de toch al zo arme bevolking. Helaas heeft hij geen bewijs en wordt dus niet gesteund door de Nederlanders. Uiteindelijk neemt hij zelf ontslag.
Naast de avonturen van Max Havelaar vertelt Stern ook nog over de hiërarchie in Indië, hoe Havelaar uiteindelijk in Indië terecht is gekomen en hoe hij Nederland heeft verlaten. Daarnaast nog wat illustratieve verhaaltjes, een verhaal over een Japanse steenhouwer die steeds mag kiezen wat hij wil zijn en uiteindelijk kiest om toch weer steenhouwer te zijn, en het verhaal van Saïdjah en Adinda.
Aan het eind van het boek komt nog een derde schrijver om de hoek kijken. Multatuli zelf is het gekibbel van Stern en Droogstoppel zat, en schrijft eerst tot Droogstoppel, als die er probeert tussen te komen:
"Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslaterlijke femelarij! Ik heb u geschapen...ge zijt opgegroeid tot een monster van mijn eigen maaksel: stik in koffie en verdwijn!"
Het laatste deel is daarmee ook het meest politieke gedeelte en waarschijnlijk de reden waarom Eduard Douwes Dekker in zijn tijd onder het pseudoniem Multatuli heeft geschreven. In het laatste hoofdstuk richt hij zich rechtstreeks tot Koning Willem II, destijds Koning der Nederlanden, en hij spreekt van schande dat er niet eerder is omgekeken naar de omstandigheden van de Javanen. Een gewaagd stuk in die tijd, vandaar het pseudoniem.
Perspectief
Het verhaal wordt vanuit de ik-persoon vertelt, alleen is het ieder nieuw hoofdstuk even inventariseren wie die ik-persoon is, omdat er 2, met Multatuli erbij zelfs 3 ik-personen in het boek voorkomen.
Titelverklaring en motto
Titel: Max Havelaar
Slaat op Sjaalman, de man die naar Indië is geweest.
Ondertitel:
Of de koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij. Waarschijnlijk een toevoeging van Droogstoppel, omdat het gaat over de koffieplantages op Java.
Motto:
Voorafgaand aan het verhaal staat een Frans gedicht, geschreven door journalist Henry de Pène, ter nagedachtenis van Everdine Huberte Baronnesse van Wynbergen (der trouwe gade, der heldhaftige liefdevolle moeder, der edele vrouw). Het slot van het verhaal gaat een 'Onuitgegeven Toneelspel' als een soort motto vooraf: Lothario wordt veroordeeld tot de strop, omdat hij barbertje vermoord en ingezouten zou hebben en schuldig is aan eigenwaan (absurde situatie).
Structuur
Het boek heeft geen proloog of epiloog. Het boek heeft 20 hoofdstukken en heel veel aantekeningen en noten, waarvan de meeste zijn toegevoegd door latere auteurs. Ieder hoofdstuk heeft zijn nummer als titel, uitgeschreven in woorden (zestiende hoofdstuk, vierde hoofdstuk, etc.).
Personages
Batavus Droogstoppel, 43 jaar
- Beroep: Makelaar in koffi (koffiehandelaar)
- Relatie: Getrouwd, twee kinderen: Frits en Marie
- Personage: rond
Max Havelaar/Sjaalman
- Beroep: bestuursambtenaar op Java
- Relatie: getrouwd met Tine
- Personage: rond
Ernest Stern
- Beroep: in dienst van Droogstoppel
- Relatie: geen
- Personage: rond
Tijd
Het verhaal heeft 2 tijdsperiodes: 1856 (de tijd op Java) en 1860 (de tijd van Stern en Droogstoppel). Deze tijd is van belang voor de inhoud van het boek, het gaat over onderdrukking van Javaanse koffieboeren en dat kwam alleen in die periode voor, nu bijvoorbeeld niet meer (hoop ik).
Plaats
Het verhaal heeft 2 plaatsen: Nederland en Indië, die tegenovergestelde vormen. Ik denk dat die plek wel van belang is, in ieder geval Indië. Droogstoppel zou nooit zo’n boek hebben gefabriceerd als Max Havelaar zijn aantekeningen over Indië niet aan hem had gegeven.
Tijdsduur
Het verhaal duurt denk ik iets ong. 7 jaar, de Lebak periode + de ‘tegenwoordige tijd’ = 6 jaar, plus de tijd die de periodes zelf beschrijven, dus ik denk ongeveer 7 jaar. Over de periode tussen Lebak en Nederland wordt niet gesproken, we gaan van Indië naar Nederland en weer terug, de tijd daartussen wordt verzwegen. Deze versnelling heeft geen speciale functie.
Chronologie
Het verhaal is niet chronologisch verteld, per hoofdstuk springen we van Indië (1856) naar Nederland (1860) en weer terug.
Als je zo’n verhaal chronologisch zou vertellen, zou het tweede deel alleen maar een herhaling zijn van het eerste, denk ik. Dus het is gedaan om het boek beter te maken.
Auctoriaal of personaal
Het boek is geschreven in de ik-perspectief, waarbij de ik-personen Batavus Droogstoppel, Ernest Stern en Multatuli zelf zijn, de laatste is dus ook de schrijver van het boek. Het perspectief wisselt van persoon, het blijft een ik-perspectief, maar de ‘ik’ verandert.
Achterliggende gedachte
Dit kunnen we lezen in het laatste hoofdstuk. Multatuli staat bekend om zijn opzwepende boeken over de maatschappij, daarom schrijft hij ook onder een schuilnaam (zijn echte naam is Eduard Douwes Dekker). In dit boek richt hij zich in het laatste hoofdstuk tot de koning (Willem II), met de mededeling dat er iets gedaan moet worden aan de toestand van de koffieboeren op Java. De onderdrukking moet stoppen.
Literatuurgeschiedenis
Het boek kan geplaatst worden in de Romantiek. Dit is een stroming uit de negentiende eeuw, lichtelijk geïnspireerd door de Middeleeuwen. Er is geen relatie meer met de Klassieke Oudheid. Na de Romantiek volgt het Realisme.
Kenmerken die van toepassing zijn op dit boek, zijn:
- Gevoeligheid
- Escapisme: ontsnappen van het hier en nu naar het daar en toen
- Natuur
- Op wetenschappelijk niveau interesse in volkenkunde, etnologie en taalwetenschap
- Niet-westerse literatuur werd vertaald
- Weltschmerz: droefgeestigheid over de wereld om ons heen
- Sehnsucht: verlangen naar een ideale, onbereikbare wereld
Deze kenmerken horen bij het boek omdat, respectievelijk:
- Havelaar is betrokken bij het lot van de Javanen
- We ontsnappen van de realiteit naar het mooie Indië, waar niet alles even mooi blijkt te zijn
- Natuur is in overvloed op Indië
- Interesse in wetenschap spreekt voor zich
- Als voorbeeld kunnen we het verhaal over Saïdjah en Adinda nemen
- Havelaar en Multatuli zijn bedroefd over de toestand in Indië, en eigenlijk ook over Nederland en Willem II, omdat er niks aan gedaan wordt
- Vooral door Havelaar wordt vaak gedacht aan een wereld zonder onderdrukking
Overig
Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij is in 1976 verfilmd door Fons Rademakers, met in de hoofdrol Peter Faber.