Wat is tandemlezen?
In heel wat scholen wordt er aan tandemlezen gedaan. Maar wat is dat precies en wat hebben de kinderen eraan? In de eerste drie leerjaren van het basisonderwijs is het technisch lezen een heel belangrijk onderdeel van het lessenpakket. Het is de bedoeling dat de kinderen een tekst vlot kunnen lezen zodat ze ook tot het begrijpen van deze tekst kunnen komen. Tandemlezen is een werkvorm tussen kinderen van verschillende leeftijden om het leesproces te bevorderen.
Wie?
Tandemlezen is een samenwerking tussen kinderen van de basisschool onder begeleiding van verschillende leerkrachten (klastitularissen, GOK-leerkracht, zorgleerkracht, ambulante leerkracht,…) en vrijwilligers (oud-leerkrachten, leesmoeders, leesvaders,...).
Wat?
Bij tandemlezen gaan kinderen van verschillende leeftijden samen lezen. Dit kunnen bijvoorbeeld de kinderen van het eerste en het vierde of de leerlingen van het tweede en het vijfde leerjaar zijn. De oudste leerlingen begeleiden de jongste. Elke leerling van bijvoorbeeld het vijfde begeleidt één leerling van het tweede. De rest van de kinderen lezen samen met leerkrachten. In de mate van het mogelijke zijn dat maximum drie kinderen per leerkracht. Bij iedere leesbeurt leest het kind eerst een fiche met moeilijkheden binnen het leesniveau, daarna een verhaal. Uiteraard kunnen hier andere vormen van lezen aan toegevoegd worden. Zo kan ook de computer ingeschakeld worden,... Elke school vult dit naar eigen believen in.
Wanneer?
Meestal gaat dit over een halfuurtje per week, maar elke school beslist dat natuurlijk autonoom. De leerlingen komen bij elkaar en trekken daarna naar de verschillende klaslokalen. Zo heeft iedereen voldoende ruimte om heel rustig te kunnen lezen.
Wat wil men bereiken?
In het onderwijs maakt men een onderscheid tussen lesdoelen en leerplandoelen. De leerplandoelen werden van hogerhand vastgelegd. De lesdoelen omschrijven wat de leerkracht(en) wil(len) bereiken met hun activiteit.
Lesdoelen
- De kinderen kunnen hun leesvaardigheid verbeteren
- De kinderen kunnen op een rustige en normale manier met elkaar omgaan
- De kinderen hebben respect voor elkaars leesniveau
- De kinderen van het vijfde leerjaar kunnen hun verantwoordelijkheid opnemen
Leerplandoelen - gekoppeld aan het katholieke net in België
Deelleerplan LEZEN
- Le 2.2.1.4: Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen
- Le 2.2.1.6: Het correct lezen
- Le 2.2.1.7: Correct en nauwkeurig lezen
Organisatie
Vooraf
- Bepalen van het leesniveau: door middel van de AVI-testen wordt het niveau van de leerlingen vastgelegd. Op basis van deze test weet de leerkracht in welk niveau het kind moet oefenen. Alles over AVI lees je hier.
- Samenstellen van de groepjes: de aangestelde leerkrachten zorgen voor complementaire duo’s en brengen de overgebleven leerlingen onder bij de leerkrachten. Dit zijn meestal de minst goeie lezers. Er wordt vooraf ook vastgelegd in welk lokaal ieder groepje zal lezen.
- Mapjes aanleggen: Ieder kind krijgt een mapje waar de leesfiches met moeilijkheden en de evaluatiebladen in bewaard kunnen worden.
- Boekjes klaarleggen: de organisatoren steken in ieder mapje een fiche en een boekje van het niveau waarop het kind moet oefenen. Er worden zowel boekjes van de school als van de bieb gebruikt. Alles wordt bijgehouden in één verzamelmap. Daarin kun je zien welke kinderen welke fiches en welke boekjes ze al gelezen hebben.
- Korte infosessie in het oudste leerjaar: het tandemlezen wordt voorgesteld in dit leerjaar. Zo worden de leerlingen klaargestoomd om de jongste kinderen zo goed mogelijk te begeleiden binnen deze werkvorm.
Evaluatie
In het mapje van elke leerling zitten er twee evaluatiefiches. Eentje voor het evalueren van het lezen van de fiches en een voor het lezen van het verhaal.
Fiches
Hier noteert de oudste leerling de datum, het nummer van de fiche en opmerkingen over het lezen zelf (meest voorkomende fouten,…). Er moet ook een prentje gekleurd worden. Het kleuren op zich is hier niet belangrijk, maar wel het kleur.
- Rood: het lezen ging heel moeizaam
- Oranje: er werden toch nog te veel fouten gelezen
- Groen: goed en vlot gelezen
Op die manier weten de leerkrachten in de voorbereiding hoe het lezen van de fiches verloopt. De fiches kunnen een tweede keer geoefend worden of er kan overgeschakeld worden naar een ander leesniveau. Bij te veel rode figuren wordt er teruggekeerd naar een lager leesniveau, anders kan er ook op een hoger niveau gelezen worden.
Verhaal
Hier noteert de leerling de datum, de titel van het boek, het AVI-niveau, opmerkingen (veel voorkomende fouten,…) en tot waar er werd gelezen. Dit laatste is ook heel belangrijk want op die manier weten de organisatoren of er voor de volgende keer een nieuw boekje moet worden voorzien. Hier wordt er niet gewerkt met een kleurcode.