Maaltafels: tips om te oefenen
In België beginnen ze er in het tweede leerjaar mee. De ene is er direct mee weg, de andere blijft er moeite mee hebben: de maaltafels of de tafels van vermenigvuldiging. De sleutel tot het onder de knie krijgen van deze tafels is oefenen, oefenen, oefenen. Hier vindt u enkele trucjes om uw kind te helpen en een schema om op te vragen.
Uw kind heeft binnenkort een maaltafeltoets en u weet niet hoe u uw kind moet helpen? U hebt zelf altijd last gehad met de tafels of u weet niet goed hoe u ze moet opvragen. Hier een aantal trucjes om u op weg te helpen.
Wat is een maaltafeltoets?
Uw kind krijgt 100 vermenigvuldigingen, die uw kind binnen een bepaalde tijd moet afwerken. In het tweede leerjaar is dat 15 minuten, in het derde leerjaar wordt dat 10 minuten. Na die opgelegde tijd mag uw kind verder werken, maar dan wel in potlood. Daarna wordt een berekening gemaakt op basis van tijd en juiste oplossingen.
De tafels
De tafel van 0
Alles vermenigvuldigd met 0 = 0
0 x 1 = 0 |
0 x 2 = 0 |
0 x 3 = 0 |
0 x 4 = 0 |
0 x 5 = 0 |
0 x 6 = 0 |
0 x 7 = 0 |
0 x 8 = 0 |
0 x 9 = 0 |
0 x 10 = 0 |
De tafel van 1
Alles vermenigvuldigd met 1 blijft hetzelfde getal.
1 x 1 = 1 |
1 x 2 = 2 |
1 x 3 = 3 |
1 x 4 = 4 |
1 x 5 = 5 |
1 x 6 = 6 |
1 x 7 = 7 |
1 x 8 = 8 |
1 x 9 = 9 |
1 x 10 = 10 |
De tafel van 2
2 x 1 = 2 |
2 x 2 = 4 |
2 x 3 = 6 |
2 x 4 = 8 |
2 x 5 = 10 |
2 x 6 = 12 |
2 x 7 = 14 |
2 x 8 = 16 |
2 x 9 = 18 |
2 x 10 =20 |
De tafel van 3
3 x 1 = 3 |
3 x 2 = 6 |
3 x 3 = 9 |
3 x 4 = 12 |
3 x 5 = 15 |
3 x 6 = 18 |
3 x 7 = 21 |
3 x 8 = 24 |
3 x 9 = 27 |
3 x 10 = 30 |
De tafel van 4
4 x 1 = 4 |
4 x 2 = 8 |
4 x 3 = 12 |
4 x 4 = 16 |
4 x 5 = 20 |
4 x 6 = 24 |
4 x 7 = 28 |
4 x 8 = 32 |
4 x 9 = 36 |
4 x 10 = 40 |
De tafel van 5
5 x 1 = 5 |
5 x 2 = 10 |
5 x 3 = 15 |
5 x 4 = 20 |
5 x 5 = 25 |
5 x 6 = 30 |
5 x 7 = 35 |
5 x 8 = 40 |
5 x 9 = 45 |
5 x 10 = 50 |
De tafel van 6
6 x 1 = 6 |
6 x 2 = 12 |
6 x 3 = 18 |
6 x 4 = 24 |
6 x 5 = 30 |
6 x 6 = 36 |
6 x 7 = 42 |
6 x 8 = 48 |
6 x 9 = 54 |
6 x 10 = 60 |
De tafel van 7
7 x 1 = 7 |
7 x 2 = 14 |
7 x 3 = 21 |
7 x 4 = 28 |
7 x 5 = 35 |
7 x 6 = 42 |
7 x 7 = 49 |
7 x 8 = 56 |
7 x 9 = 63 |
7 x 10 = 70 |
De tafel van 8
8 x 1 = 8 |
8 x 2 = 16 |
8 x 3 = 24 |
8 x 4 = 32 |
8 x 5 = 40 |
8 x 6 = 48 |
8 x 7 = 56 |
8 x 8 = 64 |
8 x 9 = 72 |
8 x 10 = 80 |
De tafel van 9
9 x 1 = 9 |
9 x 2 = 18 |
9 x 3 = 27 |
9 x 4 = 36 |
9 x 5 = 45 |
9 x 6 = 54 |
9 x 7 = 63 |
9 x 8 = 72 |
9 x 9 = 81 |
9 x 10 = 90 |
De tafel van 10
10 x 1 = 10 |
10 x 2 = 20 |
10 x 3 = 30 |
10 x 4 = 40 |
10 x 5 = 50 |
10 x 6 = 60 |
10 x 7 = 70 |
10 x 8 = 80 |
10 x 9 = 90 |
10 x 10 = 100 |
Tafeltrucjes
- De tafel van 0: alles wat vermenigvuldigd wordt met 0, wordt nul (0 x 1= 0, 0 x 9 = ook 0). Draait u het om, dan blijft het ook 0. (1 x 0 = 0, 9 x0 = ook 0)
- De tafel van 1: alles wat vermenigvuldigd wordt met 1, blijft hetzelfde getal. (1 x 1 = 1, 9 x 1 = 9)
- De tafel van 10: alles vermenigvuldigd met 10 krijgt gewoon een nul achteraan (1 x 10 = 10, 9 x 10 = 90)
- De tafel van 9: hiervoor zijn verschillende trucjes. Eentje is bijvoorbeeld om x 10 te doen en dan eenmaal het getal terug af te trekken. 1 x 9 wordt dan 1 x 10 = 10 - 1 = 9, 9 x 6 = 10 x 6 = 60 - 6 = 54. Een beetje ingewikkeld, maar het lukt wel na enig oefenen.
- En voor de niet wiskundigen onder ons: de Zuid-Afrikaanse methode voor de tafel van 9! Een voorbeeld: hoeveel is 9 X 7? Hou je tien vingers in de lucht, naast elkaar. Laat nu de zevende vinger zakken. Je hebt nu 6 vingers links en 3 vingers rechts. 9 x 7 = 63! Werkt elke keer!
Hoe leer je het best de tafels?
Geplastificeerde briefjes
De tafels worden een per een op school aangeleerd. Kwestie is om het van in het begin bij te houden en regelmatig te oefenen. U kan per tafel een briefje maken met aan de voorzijde de bewerking en aan de achterzijde de oplossing. Zo kan uw kind zelf oefenen. U kan de briefjes plastificeren, zo blijven ze netjes en kreuken ze niet. U kan per tafel een andere kleur papier gebruiken, wat het leuker maakt voor het kind. Steek de briefjes in een doosje en oefen regelmatig. Wanneer een nieuwe tafel wordt aangeleerd, maakt u nieuwe briefjes en voegt u ze toe.
Een Excel-file
U kan de maaltafels allemaal inbrengen in een excel-file, zonder uitkomst. Voordeel is dan dat u met een eenvoudige toets op de A - Z of Z - A knop alles door elkaar kan gooien, zodanig dat u een ander blad krijgt en dus niet altijd de tafels in dezelfde volgorde vraagt.
Maaltafelbord bij Kruidvat
Bij Kruidvat verkopen ze soms een heel handig maaltafelbord van hout. Het bestaat uit een inlegbord met daarin kleine houten, gekleurde blokjes. Vooraan staat de bewerking, achteraan de oplossing. Heel handig om eindeloos te oefenen! Gooi alle blokjes er uit. Haal er de tafels uit die uw kind nog niet geleerd heeft en vraag nu één voor één de tafels op. Leg de juiste in het bord, hou de rest opzij en herbegin tot uw kind het kent. Naarmate het kind meer tafels leert, gebruikt u meer blokjes. Ook leuk om met verschillende kindjes te doen: de maaltafelrace. Gooi alle blokjes er uit. Neem een blokje en lees de bewerking. Het kind dat het antwoord weet, krijgt een punt. Werk zo het hele bord of de gekende tafels af en kijk dan wie de hoogste score heeft. De maaltafelkampioen is gekend!
Oefenen op snelheid
De tafels kennen is één aspect, daarna moet het ook steeds sneller en sneller gaan! Ook daar moet regelmatig op geoefend worden. U kan een bepaalde tijd vaststellen en kijken hoeveel tafels uw spruit op die tijd kan afwerken. Of u kan het omdraaien en kijken hoeveel tijd uw kind nodig heeft om al zijn tafels in te vullen.
Vakantie
Eén week vakantie, twee weken vakantie, twee maanden vakantie... er wordt niet meer geoefend en uw kind vergeet. Een welgekend fenomeen waar leerkrachten na elke vakantie mee geconfronteerd worden. Oefen daarom ook tijdens de vakantie regelmatig. Met het bord of de kaartjes. Hou wedstrijdjes. Of oefen in de praktijk. Laat uw kind uitrekenen hoeveel het kost wanneer u bijvoorbeeld 3 pakken van iets koopt. Maak er geen obsessie van, maar hou het plezierig! Met bijvoorbeeld het kaartenspel. Hiervoor neem je een boek gewone speelkaarten. Je haalt er de jokers en de kaarten boer, vrouw en koning uit. Je maakt twee gelijke stapels. De speler neemt nu een kaart van elke stapel en vermenigvuldigt de twee getallen. Is het juist, mag hij de twee kaarten houden, is het fout, dan gaan de kaarten naar de speler links van hem. Wel eerst de juiste uitkomst zeggen, herhalen doet onthouden! Wie heeft er op het einde de meeste kaarten? De tafelkampioen!
Een schema
Dit schema kan u overmaken in Excel en dan naar believen wijzigen om te blijven oefenen. Of u kan het gewoon gebruiken door de gemaakte oefeningen aan te kruisen.
8 x 8 = | 2 x 4 = | 10 x 2 = | 3 x 8 = | 1 x 1 = | 7 x 4 = | 3 x 2 = | 4 x 5 = |
5 x 2 = | 7 x 1 = | 3 x 1 = | 5 x 7 = | 1 x 4 = | 6 x 10 = | 0 x 1 = | 6 x 7 = |
7 x 5 = | 6 x 2 = | 6 x 9 = | 2 x 10 = | 9 x 7 = | 4 x 4 = | 6 x 1 = | 2 x 8 = |
4 x 3 = | 1 x 6 = | 4 x 8 = | 9 x 5 = | 2 x 2 = | 7 x 7 = | 3 x 6 = | 7 x 10 = |
6 x 8 = | 2 x 3 = | 1 x 7 = | 8 x 0 = | 2 x 5 = | 4 x 6 = | 6 x 6 = | 7 x 8 = |
1 x 3 = | 2 x 1 = | 10 x 10 = | 1 x 8 = | 6 x 3 = | 8 x 5 = | 8 x 9 = | 5 x 3 = |
1 x 5 = | 2 x 7 = | 9 x 4 = | 6 x 5 = | 3 x 3 = | 5 x 4 = | 9 x 8 = | 1 x 2 = |
0 x 0 = | 8 x 4 = | 3 x 7 = | 8 x 6 = | 7 x 6 = | 5 x 9 = | 9 x 2 = | 5 x 8 = |
3 x 10 = | 8 x 3 = | 0 x 4 = | 3 x 5 = | 7 x 9 = | 10 x 7 = | 1 x 9 = | 4 x 1 = |
8 x 7 = | 4 x 2 = | 8 x 1 = | 6 x 10 = | 5 x 1 = | 8 x 2 = | 0 x 4 = | 9 x 1 = |
Nog een laatste tip. Wist je dat wanneer je een even met een oneven getal vermenigvuldigt, je altijd een even getal als uitkomst krijgt? Probeer maar: 4 x 5 = 20, 7 x 8 = 56, 9 x 2 = 18, etc.
Veel succes er mee!
Lees verder