Close reading: lesmethode begrijpend lezen op de basisschool

Close reading: lesmethode begrijpend lezen op de basisschool Close reading is een aanpak om begrijpend lezen in het basisonderwijs meer te integreren met de andere vakken. Daarnaast zorgt het ervoor dat de kinderen op een uitdagende en interactieve manier tot tekstbegrip komen. Door het meerdere keren herhalen van de tekst, beklijft de tekst beter en is er duidelijk een beter tekstbegrip en groei van woordenschat. Bij close reading staat de tekst centraal; in drie dagen/lessen wordt de tekst zo goed mogelijk behandeld. Hierbij wordt er steeds dieper ingegaan op de tekst en op het tekstbegrip. De tekst wordt veelal klassikaal besproken en de leerlingen leren daarbij van en met elkaar. Net zoals begrijpend lezen is ook close reading al vanaf groep 3 te geven, natuurlijk verschillen de lessen wel en wordt het op het juiste niveau met de juiste teksten gegeven.

Close reading als onderdeel van de lessen begrijpend lezen

Begrijpend lezen is samen met rekenen het belangrijkste vak voor de basisschool. Toch is het lastig om dit echt een vak te noemen. Begrijpend lezen is eerder een vaardigheid die je de hele dag door gebruikt. Voor elk vak is het belangrijk. Close reading zorgt er dan ook voor dat je de vaardigheden die bij begrijpend lezen komen kijken kan uitvoeren in korte lessen waarin je dieper op een tekst in gaat.

Zoals het begrip het eigenlijk al zegt, is het bedoeld om de kinderen een tekst te laten begrijpen. Je leert de kinderen om beter naar een tekst te kijken en om de moeilijke woorden te ontcijferen aan de hand van de context. In Nederland is begrijpend lezen een apart vak dat kinderen krijgen op de basisschool. Dit in tegenstelling tot de andere Europese landen. Je zou denken dat dit ervoor zorgt dat de Nederlandse kinderen een stuk beter zijn in begrijpend lezen, maar dat is echter zeker niet zo. De methodes die de meeste scholen gebruiken zorgen vooral voor het aanleren van leesstrategieën. Er is echter aangetoond dat dit niet per se leidt tot een beter leesbegrip, maar alleen over meer kennis van leesstrategieën Oskam (2016). Vooral kinderen die al sterk zijn in begrijpend lezen hebben er maar weinig aan om eerst alle strategieën aan te leren. Zij kiezen zelf al automatisch een eigen strategie en staan er vaak niet eens bij stil wat zij allemaal precies doen.

Een close reading-les

Het maken van een goede close reading-les vergt wat tijd. Je moet een juiste tekst kiezen die je kunt gebruiken voor jouw close reading-lessen. Heb je een tekst gekozen dan is het belangrijk dat je de lessen gaat uitwerken. Bij close reading is de opbouw van de lessen elke keer hetzelfde, maar is elke les anders qua invulling. Een les duurt ongeveer 15 à 20 minuten. Daarbij kun je ervoor kiezen om elke dag 1 les te geven, of je voegt meerdere lessen samen. Hieronder worden de verschillende stappen uitgelegd voor het voorbereiden van een goede close reading-lessenreeks.

Tekstkeuze
De eerste stap voor het maken van een goede close reading-les, is het zoeken naar de juiste tekst. Bij close reading is het de bedoeling dat je zoveel mogelijk verschillende tekstsoorten aan bod laat komen in een jaar. Te denken valt aan de volgende tekstsoorten:
  • informatieve teksten: informatieve teksten uit informatieboekjes, vanuit nieuwsbegrip of vanuit wereldoriënterende vakken.
  • verhalende teksten: geschreven verhalen, dialogen, kinderboeken enz.
  • betogende teksten: teksten met een stelling, standpunt of een bepaalde visie die de schrijver uitlegt in zijn tekst.
  • emotieve teksten: teksten die vanuit de schrijver zijn geschreven met een emotieve reden zoals een dagboek, liefdesbrief enz.
  • Stripverhalen, rijmen, gedichten.

Heb je een tekstsoort gekozen dan ga je op zoek naar een goede tekst. Een goede tekst is een tekst die aan de volgende punten voldoet:
  • Het is een complexe tekst.
  • Het is een tekst die qua niveau/avi-niveau hoger is dan het gemiddelde van de klas.
  • Het is een tekst die past bij de belevingswereld van de kinderen en die de aankomende 3 lessen interessant blijft.
  • Het is een tekst die vragen oproept.
  • Het is een tekst die aansluit bij het thema waar de groep mee bezig is.
  • Het is een tekst waar de kinderen zo'n 85% van de woorden begrijpen.
  • Het is een tekst waar (bijna) alle moeilijke woorden uit te leggen zijn aan de hand van de context.
  • Een eventuele tweede tekst is een tekst die je kunt vergelijken met de eerste tekst. Denk aan twee teksten over hetzelfde onderwerp of twee teksten vanuit verschillende perspectieven.

Nadat je de juiste tekst hebt gekozen is het de bedoeling dat je de lessen gaat voorbereiden aan de hand van de tekst.

Les 1: Waar gaat de tekst over?

Tijdens de eerste les ga je de tekst ontdekken. Je leest hem als leerkracht voor en je moedigt de leerlingen aan om aantekeningen te maken. Je kunt ervoor kiezen om de tekst al uit te delen of om het alleen voor te lezen zonder dat de kinderen de tekst hebben. Tijdens het voorlezen model je veel. Je ontcijfert de moeilijke woorden of een lastige zin en je vat steeds wat dingen samen. Eigenlijk model jij de strategieën die de kinderen uiteindelijk ook moeten gebruiken. Deze les gaat vooral om het algemene begrip, de leerlingen moeten in grote lijnen begrijpen waar de tekst over gaat.

Na het voorlezen van de tekst kun je wat algemene vragen stellen. Je gaat daarbij nog niet te diep in op de tekst.

Voorbeeldvragen:
  • Welke titel past er bij dit stukje/verhaal?
  • Waarom is deze titel gekozen?
  • Wat is de belangrijkste boodschap?

De eerste les is vrij kort en is een eerste kennismaking met de tekst. Deze les is dan ook afgerond na het stellen van wat algemene vragen en/of na het houden van een kort gesprekje.

Les 2: Wat is de opbouw van de tekst en wat vertelt de tekst?

Les 2 start je met het ophalen van de voorkennis. Deze voorkennis draait om de vorige les en gaat dus niet alleen over het onderwerp van de tekst. Je stelt kort nog 1 à 2 vragen die een oppervlakkig beeld geven over de tekst. Vervolgens lees je de tekst voor de tweede keer voor. De kinderen krijgen ditmaal ook de tekst en lezen met jou mee. De leerkracht modelt hierbij vrijwel niet, maar leest de tekst in een keer voor. Tijdens het voorlezen geef je de kinderen een opdracht mee. Zo kun je aangeven dat zij de moeilijke woorden markeren, of laat je ze de vragen opschrijven die in ze opkomen.

Tijdens het bespreken van de tekst vraag je naar de belangrijkste details. Je wilt dat de kinderen de tekst begrijpen. Je vraagt hen over de woordenschat en bijvoorbeeld de structuur van de tekst.

Voorbeeld vragen tijdens deze les zijn:
  • Volgorde van de tekst en tekststructuur: Wat gebeurde er als eerste, wat daarna en wat ten slotte? Hoe is de tekst opgebouwd en waarom? Hoe hangen de alinea’s met elkaar samen? Hoe helpt de volgorde in de tekst ons om de inhoud te begrijpen?
  • De vragen gaan meer op de inhoud in: Kun je uitleggen waarom …? (letterlijk in de tekst terug te vinden) Waarom start de schrijver met …? Kun je … verduidelijken?
  • Vragen over de woordenschat: Wat betekent …? Wat is …?
  • Waar in de tekst zitten belangrijke momenten? Welke stukjes moet je als lezer niet missen.
  • Op welke manier helpt de schrijver ons om de tekst te begrijpen?

Deze vragen kun je zelf stellen, maar het kunnen ook vragen zijn die je op een werkblad aan de kinderen geeft. Hierdoor zorg je ervoor dat ook de zwakkere lezers wat meer tijd hebben om de vragen te beantwoorden. Tevens is het geven van een verwerkingsopdracht een goede manier om de tekst goed te behandelen. Denk hierbij aan het maken van een mindmap, woordweb, tekening, begrippenlijst en/of samenvatting.

Les 3: Wat is de diepere betekenis van de tekst, wat wil de schrijver duidelijk maken?

Ook les 3 wordt gestart met het ophalen van de voorkennis. Je herhaalt kort wat vragen van les 2 of vraagt de kinderen om een korte samenvatting van wat zij hebben geleerd in les 2.

In les drie draait het vervolgens om de bedoeling van de tekst. De vragen die jij stelt, maken het schrijfdoel van de schrijver duidelijk. Je laat de kinderen nadenken over het effect van de tekst, over de verbanden met andere teksten en je laat hen zoeken naar de meningen en argumenten van de schrijver. Daarnaast laat je de kinderen hun mening vormen over de tekst of vraagt naar hun ervaringen met het onderwerp. Het is de laatste les waarin eigenlijk alles duidelijk wordt over de tekst. Het stellen van de juiste vragen staat in elke close reading-les centraal en zo ook in les 3.

Voorbeeld vragen voor les 3:
  • Waarom heeft de schrijver deze titel gekozen?
  • Wat is het doel van de tekst? om iemand te informeren, te overtuigen?
  • Waarom gebruikt de schrijver het woord …?
  • Welke tegenstelling zie je in de tekst?
  • Wat is de hoofdgedachte achter …?
  • Kun je in je eigen woorden beschrijven …?
  • Wat waren de motieven voor …?
  • Welke gedeelte van de tekst sprak je het meeste aan?
  • Wat voor soort tekst is dit?
  • Zie je een tegenstelling in het verhaal of dingen die eigenlijk niet kloppen?

Daarnaast laat je de kinderen ook deze les de tekst verwerken door een bepaalde opdracht te geven. Denk hierbij aan de volgende opdrachten:
  • Tekst laten samenvatten
  • Mening schrijven over bepaalde stelling
  • Tekst ter discussie stellen of discussie over bepaalde stelling houden
  • Ander einde schrijven (bij een verhalende tekst)
  • Maken van een tijdlijn, boomdiagram, T-schema, uitgebreide woordweb/mindmap
  • Vergelijk deze tekst met een andere tekst over hetzelfde onderwerp: Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? (Gebruik hierbij een Venn-diagram)
  • Tekening bij de tekst maken of tekening van een persoon die wordt omschreven in de tekst

Aantal belangrijke tips om een top les/lessenreeks close reading te geven

Door het volgen van bovenstaande stappen heb je een goede lessenreeks voor close reading gemaakt. Hieronder staan nog de laatste tips om de puntjes op de i te zetten voor jouw close reading-les.
  • Laat leerlingen aantekeningen maken. Zij noteren bijvoorbeeld de moeilijke woorden, vatten dingen samen of markeren delen die zij niet begrijpen.
  • Als leerkracht zijnde stuur jij de les. Jij weet welke richting je de kinderen op wilt brengen en dit kun jij sturen door vragen te stellen, dingen ter discussie te stellen enz.
  • Zorg dat de informatie die jij vraagt in de tekst te vinden is.
  • Denk aan de vraagstelling en ga dieper op vragen in: Waaruit blijkt dat dan? Waar staat dat?
  • Jij als leerkracht moet ervoor zorgen dat de tekst gedurende drie lessen interessant blijft. Bedenk dus zelf wat jouw reden/doel is waarom de leerlingen de tekst nogmaals gaan lezen en maak die vooraf duidelijk.

Aantekeningen maken
Aantekeningen maken is geen doel voor begrijpend lezen maar een ondersteuning. Het is belangrijk voor het begrijpen van de tekst, leggen van verbanden, formuleren van argumenten en voor het verzamelen van bewijs. Een bewijs waarom het kind een antwoord geeft op een bepaalde vraag.

Differentiatie
Elke close reading-les is anders en het geven van lessen op verschillende niveaus is daarom lastig. Toch is het mogelijk om te differentiëren tijdens de lessen. Zo kun je gebruik maken van preteaching; bijvoorbeeld door lastige woorden vooraf duidelijk uit te leggen of door de tekst al vooraf met een aantal zwakkere kinderen te lezen. Daarnaast kun je met de verwerking differentiëren. Je geeft de plusleerlingen dan een moeilijkere opdracht of je vraagt een bredere verwerking.
© 2018 - 2024 Lin25, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Distant reading: 'lezen' met een computerDistant reading: 'lezen' met een computerDistant reading is een term die wordt gebruikt voor een manier van 'lezen' die tegenwoordig veel wordt gebruikt. Namelij…
Begrijpend lezenBegrijpend lezenBegrijpend lezen is een belangrijk onderdeel van het leren lezen op de basisschool. Om begrijpend te kunnen lezen zal er…
Een hot reading, een cold reading, zin en onzinEen hot reading, een cold reading, zin en onzin‘Het is geen cold reading’, riep een medium op tv. Blijkbaar een groot verwijt. Meestal zien we een cold reading, heel s…
Snel lezen kan je lerenSnel lezen kan je lerenSnel lezen of speed reading is een speciale leestechniek waarmee men vakliteratuur sneller kan leren lezen terwijl men d…

Formatief evalueren en het geven van feedbackFormatief evalueren en het geven van feedbackBij formatief evalueren krijgen docenten op een andere manier inzicht in de leerprestaties van hun leerlingen. Men kan g…
De zeven instructievormenDe zeven instructievormenVoordat je leerlingen aan de slag kunt zetten, moet je de stof introduceren. Dit kan door middel van een instructie. De…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: StockSnap, Pixabay
  • Cursus Close Reading.
  • Boek: Close reading van Diane Lapp
  • Eigen ervaring
Lin25 (21 artikelen)
Laatste update: 24-12-2018
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Methodiek
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.