Spelvorm inzetten als didactische werkvorm
Als leerkracht ben je soms de lesmethode een beetje zat. Iedere dag weer dezelfde rekenboeken uit de kast trekken wanneer je eigenlijk zin hebt in wat nieuws. Vaak worden spellen gedaan als afwisseling tussen de lessen, of in pauze's en vrije tijd, maar vaak kun je er ook een leerdoel aan koppelen. De leerlingen denken dat ze een spelletje aan het doen zijn, maar jouw leerdoel wordt bereikt door middel van een spel. Een afwisseling in de les maakt het interessant voor de leerlingen, maar ook zeker voor jou als leerkracht.
Didactische lesvorm: de spelvorm
Een van de didactische werkvormen is de spelvorm. Door een spel te doen, kun je de leerlingen nieuwe informatie aanleren op een interactieve manier. Niet voor iedere situatie is een spelvorm geschikt. In bijvoorbeeld het speciaal onderwijs hebben leerlingen structuur in de lessen nodig, waardoor het lastig wordt om ineens een spelvorm in te zetten. Bekijk per situatie of het een geschikt moment is om deze didactische lesvorm in te zetten.
Verschillende soorten spelvormen
Er zijn verschillende soorten spelvormen waaruit verschillende soorten spellen gehaald kunnen worden. De verschillende spelvormen met voorbeeld erbij zijn gemaakt voor de middenbouw op regulier onderwijs:
Rollenspel
Een rollenspel is het nadoen van een kleine probleemsituatie waarbij personen met elkaar verbaal of non-verbaal communiceren. De leerlingen spelen een dilemma of conflict na, ze moeten dit zo goed mogelijk naspelen en het probleem oplossen. Bij een rollenspel worden emoties, verhaallijnen en het nadoen van iets geoefend.
Voorbeeld
Twee leerlingen gaan in een rollenspel de discussie aan wie er een sticker verdiend heeft, waarbij leerlingen boos worden op elkaar. Hierbij wordt tijdens het rollenspel zo nodig door de leerkracht bijgestuurd. Het is de bedoeling dat de leerlingen leren beargumenteren en emoties te tonen.
Simulatiespel
Bij een simulatiespel speel je verhalen in fictie of non-fictie na. Waar je bij het rollenspel alleen in woorden en emoties duidelijk wilt maken waar het over gaat, ga je bij het simulatiespel ook dieper in op in de bewegingen en het doen en laten van een karakter. De leerlingen moeten zich inleven in een persoon, ding, of dier.
Voorbeeld
Drie leerlingen spelen in een simulatiespel de brandweer na. Er zijn twee brandweerlieden en een kat. De kat gaat op de tafel zitten, hij zit vast in een boom. Hoe gaan de brandweerlieden deze kat weer op de grond helpen? De leerkracht ondersteunt de leerlingen wanneer ze het niet meer weten door in een verhaalvorm te vertellen wat de leerlingen moeten doen.
Beslissingsspel
Bij dit spel moet een groep leerlingen de beslissing nemen over zaken als: wie, wat, waar, wanneer, waarom, wie, hoe. Tijdens dit spel leren de leerlingen argumenten geven waarom ze iets vinden. Ze moeten naar elkaar luisteren en beslissingen met elkaar nemen.
Voorbeeld
Vier leerlingen discussiëren over welk spel zij in de komende pauze willen spelen. Er liggen twee spellen op tafel. Door argumenten en meningen te geven, moeten de leerlingen beslissen welk spel ze gaan spelen. Als variatie kun je de leerling ook de locatie in de klas laten bepalen.
Gezelschapsspel
Een gezelschapsspel kan ingezet worden om een leerdoel te bereiken. Gezelschapsspellen zijn ook goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De leerlingen leren eerlijk te spelen. Ook samenwerken komt aan de orde bij gezelschapsspellen.
Voorbeelden
- Ganzenbord: Bij dit spel leert de leerling te tellen door middel van de stippen te tellen van de dobbelsteen en vervolgens stappen te zetten.
- Jenga: Dit spel is goed om geduld te krijgen en de fijne motoriek te ontwikkelen.
- Pim Pam Pet: Dit spel is goed om de woordenschat van de leerlingen te ontwikkelen.
De voorbereiding, uitvoering, nabespreking
De voorbereiding
Iedere les moet voorbereid worden. Tegenwoordig heeft een leerkracht niet veel tijd meer om een lesvoorbereidingsformulier in te vullen. Maar het is nodig om over een aantal zaken vooraf na te denken, zoals wie bij elkaar in het groepje gezet worden, hoe groot de groepjes moeten zijn en welk leerdoel aan het spel gekoppeld wordt. Een spelvorm loopt minder gestructureerd dan een les waarbij de leerlingen uit werkboeken moeten werken. Het is dan ook van belang dat de leerlingen ruimte krijgen, maar binnen de grenzen.
De uitvoering
Door de tijd te nemen om het spel goed en stapsgewijs uit te leggen, is het voor de leerlingen duidelijk wat ze moeten doen. Er zullen minder vragen gesteld worden waardoor je het tempo in de les erin houdt. Door tempo te houden in de les, kunnen de leerlingen zich niet vervelen en blijven ze goed bezig. De leerkracht blijft aanwezig om zo nodig te ondersteunen of mee te doen.
Nabespreking
Leerlingen vinden het vaak leuk om te vertellen wat ze gedaan hebben en wat ze geleerd hebben. Door het na te bespreken, kan de leerkracht controleren of het leerdoel bereikt is.
De voordelen- en nadelen van spelvormen
Iedere didactische werkvorm heeft zijn eigen voor- en nadelen. Zo ook de spelvorm.
Voordelen
- De meeste leerlingen vinden spellen doen leuk.
- De leerlingen leren samenwerken, tijdens een spelvorm gebruiken de leerlingen meerdere zintuigen.
- Er is afwisseling in de lessen.
- Spellen liggen eerder bij de realiteit, wat de leerlingen meer aanspreekt dan een werkboek.
- Wanneer de leerlingen goed bezig zijn, kan de leerkracht de klas of een specifieke leerling observeren indien dit nodig is.
Nadelen
- Vaak kennen de leerlingen spellen al, het schept verwarring als de spelregels aangepast worden.
- Leerlingen kunnen fanatiek worden, het zal rumoerig worden in de klas.
- Vaak is een spel maar een keer aanwezig op school, waardoor verschillende spellen uitgelegd moeten worden, dit kost meer tijd.