Tips voor het eindexamen Nederlands havo/vwo
Het Nederlands examen: hoe kun je daar nou voor leren? Voor leerlingen die goed zijn in Nederlands is het geen probleem, maar anderen zullen het goed moeten voorbereiden. Veel oefenen is dan natuurlijk nodig. Maar vooral belangrijk is het om jezelf een goede, structurele aanpak aan te leren bij het maken van de vragen bij de teksten. Sinds 2015 is de samenvatting geen onderdeel meer van het eindexamen, maar omdat er wel vragen zijn die met samenvatten te maken hebben, is het goed om ook dit te oefenen.
Teksten met vragen
Veel mensen denken dat ze dit onderdeel niet kunnen voorbereiden, omdat de teksten en de vragen toch steeds anders zijn. Het soort vragen dat gesteld wordt is echter wel steeds hetzelfde. Zorg dus dat je weet welke vragen er gesteld kunnen worden en dat je alle begrippen kent.
Begin altijd met oriënterend lezen. Kijk naar de belangrijke plaatsen in de tekst, zoals de titel, inleiding en conclusie, eerste en laatste alinea en tussenkopjes. Als je de tekst helemaal gaat lezen, verdeel je de tekst in deelonderwerpen en markeer je belangrijke zinnen.
Dan ga je naar de vragen kijken. Dit zijn enkele veel voorkomende vragen:
- Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
- Welke functie heeft alinea … ten opzichte van alinea …?
- Met welke soort argumenten onderbouwt de auteur dit standpunt?
- Wat is de belangrijkste functie van alinea … ?
- De tekst kan in … delen worden verdeeld. Deel 1: inleiding, deel 2: stelling, deel 3: argumentatie enz. Met welke alinea begint deel …?
- Welk functiewoord past bij alinea ? Kies uit … (bijvoorbeeld aanleiding, conclusie, definitie enz.)
- Wat is het schrijfdoel van de auteur?
Dit zijn maar enkele voorbeelden. Er worden vooral veel vragen gesteld over de inhoud van de tekst, waarbij gekeken wordt of je de tekst goed hebt begrepen.
Soms krijg je bij de vragen nog een kortere tekst of een paar tekstjes te lezen, zogenaamde satellietteksten. Deze gaan over hetzelfde onderwerp als de hoofdtekst, maar zijn door iemand anders geschreven en bieden vaak een andere kijk op het onderwerp. Vaak wordt gevraagd om deze satelliettekst met de hoofdtekst te vergelijken.
Nog enkele tips voor het beantwoorden van de vragen:
- Als er een maximaal aantal woorden wordt gegeven bij een open vraag, mag je dat aantal ook niet overschrijden! Als je een deel van de vraag herhaalt in het antwoord, wordt dat deel niet meegeteld. Het tellen begint dus vanaf het echte antwoord.
- Geef echt antwoord op de vraag die gesteld is. Vaak vergeten leerlingen tijdens het opzoeken van het antwoord wat de vraag precies was, dus controleer of je echt antwoord hebt gegeven op de vraag.
- Let op signaalwoorden! Dit zijn woorden die verbanden in de tekst aangeven. Ze kunnen erg belangrijk zijn bij sommige vragen. De conclusie begint bijvoorbeeld vaak met een woord als ‘dus’ of ‘kortom’. Als je een tegenstelling zoekt, kun je zoeken naar een woord als ‘maar’, ‘echter’ of ‘integendeel’. Let wel op dat niet alle schrijvers van teksten de signaalwoorden goed gebruiken. Het woord ‘maar’ wordt ook wel gebruikt om aan te geven dat er een nieuw deelonderwerp komt. Ook het woord ‘dus’ geeft niet altijd een conclusie aan.
- Let op: als je een zin moet citeren betekent dat ook 1 zin, niet meer en niet minder. Als je een zinsgedeelte moet citeren mag je niet een hele zin citeren. Als je het verschil tussen twee dingen moet noemen, noem dan ook de eigenschappen van die twee dingen en niet van één.
- Beantwoord alle vragen! Schrijf altijd iets op, ook als je het antwoord niet weet. Misschien heb je toch nog een deel van het antwoord goed.
Samenvatting
Sinds 2015 is de
geleide samenvatting geen onderdeel meer van het Centraal Examen. Wel wordt het samenvatten nog steeds getoetst tijdens het examen. De vragen waarmee dit gedaan wordt, zijn ingedeeld in drie categorieën:
- Reduceren tot een hoofduitspraak
- Ordenen van informatie
- Beoordelen van samenvattingen
Voorbeelden van vragen van de eerste categorie zijn:
- Wat is de hoofdgedachte van tekst ...?
- Maak een samenvatting van alinea ...
- Maak een beknopte samenvatting van maximaal ... woorden van tekst ...
- Een geleide versie van bovenstaande vraag, met punten die duidelijk moeten worden in het antwoord.
Als een hele tekst samengevat moet worden, is dit een kortere tekst.
Een vraag in de tweede categorie kan bijvoorbeeld zijn om een argumentatieschema aan te vullen.
Voorbeelden van vragen van de derde categorie zijn:
- Welke zinnen zouden (niet) opgenomen moeten worden in een samenvatting van tekst ...?
- Welke van de onderstaande samenvattingen geeft de hoofdgedachte van tekst ... het beste weer? A, B, C of D.
Lees verder