Pabo rekentoets: info en adviezen
'Pabo studenten kunnen niet rekenen'. Kortweg is dit vaak de boodschap die ons via het nieuws bereikt. Daarom is de WISCAT- pabo rekentoets met een bindend advies ingevoerd. Studenten die na drie pogingen in hun propedeusejaar nog steeds geen voldoende weten te halen, moeten met de opleiding stoppen. Maar wat houdt die toets eigenlijk in? Ondergetekende heeft de toets gemaakt en hieronder volgen info en adviezen.
Waarom een rekentoets?
De Pabo is de opleiding op leerkracht op een basisschool te worden. Het rekenniveau bleef jarenlang echter erg achter. Sommige afgestudeerden hadden een lager niveau dan leerlingen uit groep 8. Om daar iets aan te doen is de rekentoets ingevoerd. Inmiddels is de norm van de toets landelijk vastgesteld en moet elke student daar aan voldoen. Als een student in het eerste studiejaar, na maximaal drie pogingen, nog steeds niet aan de norm voldoet zal hij de pabo moeten verlaten.
De pabo is een hbo-opleiding en dus meteen toegankelijk voor havisten en vwo’ers. Die hebben sinds 1998 verplicht wiskunde in hun pakket waardoor hu rekenvaardigheid toch op een redelijk niveau hoort te zijn. Maar er stromen ook mensen naar het hbo vanuit een mbo-opleiding. Zij hebben niet allemaal wiskunde in hun pakket gehad. De verplichte rekentoets levert ook bij deze groep de grootste problemen op.
De WISCAT-pabo rekentoets
De rekentoets heeft verschillende vormen gehad in de loop der jaren. In de begin jaren werd het nog met pen en papier gemaakt. Sinds september 2006 is echter een digitale rekentoets ingevoerd: de Wiscat rekentoets. Dit is een adaptieve toets op de computer, wat inhoudt dat niet elke student dezelfde vragen krijgt. Als een student namelijk een som goed beantwoord heeft, zal de volgende vraag moeilijker zijn. Als een vraag fout beantwoordt wordt, zal de volgende vraag makkelijker zijn. Hierdoor zal de toets ook voor de goede rekenaars niet erg eenvoudig zijn. Zij hoeven echter wel minder goede antwoorden te hebben dan studenten die eenvoudiger vragen krijgen.
De toets bestaat uit vier verschillende domeinen:
- Hoofdrekenen
- Basisvaardigheden
- Breuken, procenten, verhoudingen en decimale getallen
- Meten en meetkunde
De toets begint met hoofdrekenen. Hiervoor mag uiteraard geen kladpapier gebruikt worden. Dit onderdeel bevat 15 opgaven en moet in 15 minuten worden afgerond. De andere domeinen bevatten gezamenlijk 35 opgaven en hier staan 75 minuten voor. Hiervoor is wel kladpapier beschikbaar. In totaal gaat het dus om 50 opgaven in 90 minuten. Als het hoofdrekenen eerder is afgerond, kan gewoon alvast verder gegaan worden met de toets. De toets is gecreëerd door cito en de norm staat op 103. Met het behalen van die norm voldoe je aan de landelijke norm en functioneer je in elk gaval boven het niveau van groep 8.
Adviezen
Aangezien ik zelf de wiscat rekentoets heb gemaakt, heb ik een aantal adviezen op een rij gezet. Een aantal zal ook worden vermeld voor of tijdens de toets. Je wordt dus echt niet het diepe in gegooid, maar nu weet je een aantal dingen al van tevoren.
Schaf een goed boek aan om te oefenen waarin alle domeinen aan bod komen
Ook voor sterke rekenaars is het handig om een boek door te nemen. Sommige dingen kunnen wat weggezakt zijn en komen dan weer naar boven. Vaak heeft de pabo een boekenlijst waarop goede boeken vermeld staan. Een paar goede oefenboeken zijn: 'Basisvaardigheden rekenen voor de pabo' en 'Rekenwijzer'.
Zo zijn er voor hoofdrekenen bepaalde trucjes in die boeken vermeld waarmee je de opgaven makkelijk kunt doorlopen. Bijvoorbeeld compenseren bij optellen: 58 + 14 = 60 + 12. En compenseren bij aftrekken: 72 -17 = 70 - 15. Natuurlijk zijn er ook andere manieren om het te berekenen, maar soms gaan deze “trucjes” net iets sneller. Je kunt ook een rekenboek uit groep 8 doornemen om een idee te krijgen.
Kijk op welke domein(en) je zwak scoort
Voor sommige studenten zijn breuken nog steeds een struikelblok terwijl voor anderen de maateenheden nog onduidelijk zijn. Een veelgehoord zwak punt zijn de staartdelingen (dit valt onder kolomsgewijs rekenen en cijferen). Neem die dan ook nog even goed door. Maak van elk domeinen meerdere opgaven en kijk of je specifieke zwakke punten heb. Maak van de zwakke domeinen extra opgaven op internet, uit een boek. Of vraag je docent om hulp.
Begin tijdig met oefenen
Als je van jezelf weet dat je zwak bent in rekenen, begin dan vroeg met oefenen. Een weekje blokken heeft met vaardigheden als rekenen weinig zin. Maak geregeld een aantal opgaven. Hierdoor krijg je meer vertrouwen en ga je relaxter de toets in.
Besteed voldoende aandacht aan de maateenheden
Bij mij waren vooral de maateenheden van de inhoud behoorlijk weggezakt. Er kwamen wel redelijk veel vragen over dit domein, dus neem het goed door. Leer desnoods de volgordes uit je hoofd en schrijf die op je kladblaadje zodra je die krijgt (na het hoofdrekenen).
Raak niet in paniek als je moeilijke vragen krijgt
Als je veel goede natwoorden geeft, krijg je vanzelf lastigere vragen. Raak hierdoor niet in paniek. Lastige vragen zijn een teken dat je de vorige vragen goed gemaakt hebt. Veel studenten halen een hoge score terwijl ze flink hebben zitten zwoegen tijdens de toets. Dit komt doordat goede studenten ook lastige vragen krijgen.
Let goed op of je een rekenmachine in beeld krijgt
Bij sommige opgaven mag je een rekenmachine gebruiken. Als dat het geval is, verschijnt een icoontje rechtsboven in beeld. Klik daarop en je hebt een rekenmachine op je scherm. Zelf had ik dit vrij laat in de gaten waardoor ik eerst een poos op een som zat te zwoegen met kladpapier. Dit kan veel tijd kosten, dus kijk bij lastige sommen even goed of er een icoontje van een rekenmachine bij staat.
Blijf niet te lang hangen bij één vraag
Het is niet mogelijk om terug te gaan naar een vorige vraag. Dus als je een vraag niet weet, moet je geen tijd verspillen door er heel lang aan te werken. Vul desnoods gewoon iets in zodat je verder kan naar de volgende vraag.
Vul geen punten in om een getal leesbaarder te maken
Dus als je een miljoen wil invullen, schrijf je gewoon 1000000 en niet 1.000.000. Een punt wordt namelijk beschouwd als een komma.
De uitslag komt direct in je scherm zodra je klaar bent. Het aantal punten wordt pas later bekend gemaakt, maar je ziet wel meteen of je aan de norm voldaan hebt. Persoonlijk vond ik de toets erg meevallen en had ik het moeilijker verwacht. Wel adviseer ik iedereen om wel te oefenen, want wiskunde op de middelbare school bestaat tegenwoordig voornamelijk uit het handig gebruiken van de rekenmachine. Staartdelingen kunnen hierdoor weggezakt zijn. Ik zou zeggen: onderschat de toets niet, maar ga ook niet zitten stressen.
Succes allemaal!