Voortgezet onderwijs
Na de basisschool gaan kinderen naar het middelbaar, ofwel het voortgezet onderwijs. Dit is onder te verdelen in de drie niveaus VMBO, HAVO en VWO. De laatste jaren heeft het voortgezet onderwijs veel veranderingen ondergaan. Zo zijn het lbo, vbo en de MAVO samengevoegd tot het VMBO en moeten HAVO- en VWO-leerlingen een profiel, ofwel vakkenpakket kiezen.
VMBO
Het VMBO staat voor het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. Het is in 1999 ontstaan door de samenvoeging van het LBO (lager beroepsonderwijs), VBO (voorbereidend beroepsonderwijs) en de MAVO (Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs). Meer dan de helft van de Nederlandse kinderen gaat naar het VMBO. Een VMBO-opleiding duurt vier jaar. Leerlingen hebben de keuze om een opleiding te volgen in een van de vier sectoren. Dit zijn zorg en welzijn, techniek, landbouw of economie. Er worden vier verschillende leerwegen onderscheiden. De Beroepsgerichte leerweg (BB), de Kaderberoepsgerichte leerweg (KB), de Gemengde leerweg (GL) en de Theoretische leerweg (TL).
Beroepsgerichte leerweg
De Beroepsgerichte leerweg is bedoeld voor leerlingen die praktisch zijn ingesteld. Hierbij ligt de focus vooral op de praktijk. Er worden dan ook meer praktijklessen dan theoretische lessen gegeven. Na vier jaar doen de leerlingen examen in vier algemene vakken en een beroepsgericht vak.
Kaderberoepsgerichte leerweg
Deze leerweg is bedoeld voor leerlingen die het liefst praktisch bezig zijn. Deze leerweg is voornamelijk al gericht op een toekomstig beroep op middenniveau. Na vier jaar doet een leerling examen in vier algemene vakken, een beroepsgericht vak of een programma met een omvang van 960 uur. Deze leerweg kan je vergelijken met de voormalige vbo of mavo-c.
Gemengde leerweg
De Gemengde leerweg aan het VMBO is voor leerlingen die geen moeite hebben met studeren, maar ook graag praktijkgericht bezig zijn. De gemengde leerweg is dan ook een combinatie van theorie en praktijk. Het examen bestaat uit vijf algemene vakken en een beroepsgericht vak.
Theoretische leerweg
Dit is het hoogste niveau van het VMBO. Er wordt vooral theoretisch lesgegeven en deze weg is nog niet gericht op een beroepskeuze. Leerlingen doen examen in zes algemene vakken zoals geschiedenis, economie, wiskunde en diverse talen. Het is vergelijkbaar met de voormalige mavo-d.
HAVO
Dit staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Binnen het voortgezet onderwijs is dit het op één na hoogste niveau. Een HAVO-opleiding duurt vijf jaar. Nadat een leerling het examen heeft gehaald, kan deze een HBO-studie gaan volgen. HAVO-leerlingen moeten tijdens het vierde leerjaar van de opleiding een profiel, ofwel vakkenpakket kiezen. Ze hebben hierbij de keuze uit vier profielen. Dit zijn: Cultuur & Maatschappij (C&M), Economie & Maatschappij (E&M), Natuur & Gezondheid (N&G) en Natuur & Techniek (N&T).
VWO
Het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs is het hoogste niveau van onderwijs in Nederland. Een VWO-opleiding duurt zes jaar. Het VWO is onderverdeeld in twee varianten. Het gymnasium en atheneum. Op het gymnasium worden nog Grieks en Latijn gegeven. Dit gebeurt niet op het atheneum. Ook op het VWO moeten leerlingen in het vierde leerjaar een van de vier profielen kiezen. Deze zijn hetzelfde als die van de HAVO. Los van de profielen zijn er ook nog een aantal verplichte vakken als Nederlands, Engels, Culturele en Kunstzinnige Vorming en Maatschappijleer. Na het afronden van het VWO kan een leerling een universitaire studie gaan volgen.