Soorten basisonderwijs
Ieder kind in Nederland heeft recht op basisonderwijs. Het wordt gegeven aan kinderen van vier tot twaalf jaar en het is verplicht via de leerplicht. Als je kind vier jaar oud is, dan gaat het dan ook naar de basisschool. Meestal is dit verdeeld in acht groepen. Je kind begint dan in groep 1 en eindigt in groep 8. Na de basisschool volgt het voortgezet onderwijs. Uiteraard is er naast basisonderwijs ook speciaal en bijzonder onderwijs voor jonge kinderen.
Taal en rekenen
In het basisonderwijs worden algemene en elementaire zaken behandeld als taal, rekenen, topografie en geschiedenis. Door het basisonderwijs wordt analfabetisme voorkomen. Kinderen leren dan namelijk om goed Nederlands te schrijven en te lezen. Ook leren kinderen in de bovenbouw vaak Engels.
De verdeling
De acht leerjaren in het basisonderwijs zijn onderverdeeld in de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. De onderbouw bestaat uit de groepen 1 en 2, de middenbouw uit de groepen 3, 4 en 5 en de bovenbouw uit de groepen 6,7 en 8.
Zelf bepalen
Je mag als ouder zelf het soort basisonderwijs bepalen. In ons land kennen we vier verschillende vormen van basisonderwijs. Dit zijn het openbaar onderwijs, het bijzonder onderwijs, algemeen bijzonder onderwijs en speciaal onderwijs.
Openbaar onderwijs
Dit is een onderwijsvorm die door de overheid is opgericht. Het lessysteem is gebaseerd op de algemene grondslag. Er wordt dus geen lesgegeven op basis van een geloofsovertuiging of levensbeschouwing.
Bijzonder onderwijs
Op een bijzondere basisschool is het onderwijs gebaseerd op een godsdienst, levensbeschouwing of onderwijsopvatting. Een basisschool met bijzonder onderwijs is niet door de overheid opgericht. Voorbeelden hiervan zijn evangelisch, gereformeerd, rooms-katholiek, joods, islamitisch of protestants-christelijk onderwijs.
Algemeen bijzonder onderwijs
Hierbij wordt er niet lesgegeven vanuit een geloofsovertuiging. Het is neutraal. Er kan wel sprake zijn van een levensbeschouwing. Dit onderwijs is te vergelijken met het openbaar onderwijs. Er wordt gewerkt met bepaalde onderwijskundige methoden. Bekende voorbeelden van algemeen bijzonder onderwijs zijn de Vrije School, Jenaplan, Dalton, Freinet en Montessori. Verder zijn er nog een aantal andere vormen van algemeen bijzonder onderwijs zoals ervaringsgericht en democratisch onderwijs. Ook zijn er in ons land Nutsscholen. Dit zijn weer scholen voor bijzonder neutraal onderwijs. Ze zijn opgericht vanuit de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen.
Speciaal onderwijs
Speciaal onderwijs is opgericht voor kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Speciale onderwijsscholen geven les aan kinderen met een ziekte, handicap, gedragsstoornis of een ontwikkelingsachterstand. Ook zijn er scholen voor moeilijk lerende kinderen. Speciale onderwijsscholen zijn te verdelen in 4 clusters.
Cluster 1:
Op een school in deze categorie is het onderwijs gericht op kinderen met een visuele handicap en meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap.
Cluster 2:
Bij speciaal onderwijs in cluster 2 wordt er lesgegeven aan dove of slechthorende kinderen, kinderen met erge spraakmoeilijkheden of kinderen die één van deze handicaps hebben.
Cluster 3:
Een school voor speciaal onderwijs in cluster 3 is bedoeld voor lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen die één van deze handicaps hebben.
Cluster 4:
Onderwijs in cluster 4 wordt gegeven aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen, ofwel Z.M.O.K. , langdurig zieke kinderen die geen lichamelijke handicap hebben en kinderen in scholen met een pedologisch instituut.