Verhalen vertellen

Kinderen krijgen in het onderwijs niet erg veel gelegenheid tot spreken. Dit blijft namelijk vaak beperkt tot het geven van antwoorden (op vragen van de leerkracht). Deze antwoorden zijn vaak van een beperkte omvang. Spreekgelegenheid is voor ieder kind van belang, zowel voor de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden (hoe te handelen in gesprekssituaties) als voor de spreek- en luistervaardigheden. Juist langere beurten met meer eigen initiatief kunnen de taalverwerving sterk stimuleren.

Het belang van verhalen vertellen

Kinderen krijgen in het onderwijs niet erg veel gelegenheid tot spreken. Dit blijft namelijk vaak beperkt tot het geven van antwoorden (op vragen van de leerkracht). Deze antwoorden zijn vaak van een beperkte omvang. Spreekgelegenheid is voor ieder kind van belang, zowel voor de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden (hoe te handelen in gesprekssituaties) als voor de spreek- en luistervaardigheden. Juist langere beurten met meer eigen initiatief kunnen de taalverwerving sterk stimuleren. Het is een goede voorbereiding op de spreekbeurt. Kinderen moeten ook leren hoe zij een spreekbeurt moeten voorbereiden en uitvoeren.

Een goede manier om kinderen te leren langer aan het woord te zijn dan in een antwoord op een vraag, is hen op jonge leeftijd al te stimuleren tot het vertellen van verhalen. Het luisteren naar verhalen en het navertellen van verhalen dragen bij aan verschillende aspecten van taalvaardigheid (communicatieve competentie, denkontwikkeling, formuleervaardigheid, presentatievaardigheid, leesmotivatie en leesvaardigheid).

Doelstellingen van verhalen vertellen

De bedoeling van verhalen vertellen is om kinderen te leren dat een verhaal vertellen boeiend is, zowel om ernaar te luisteren als om het zelf te doen en om kinderen te laten kennismaken met kenmerken van een mondeling verhaal.
Doelen die centraal staan bij verhalen vertellen:
  • Kinderen luisteren naar verhalen
  • Kinderen vertellen verhalen
  • Kinderen reflecteren op aspecten van verhalen van de leerkracht, van andere kinderen en van zichzelf

Verhaalsoorten

Verhalen die echt gebeurd zijn (nonfictie)

  • Persoonlijke verhalen: verhalen uit het leven van mensen die echt zijn gebeurd. Over gebeurtenissen en ervaringen die mensen echt hebben meegemaakt. Bijvoorbeeld een vakantie-ervaring, verhuisd, verdwaald, verliefd, een ontmoeting, etc.
  • Familieverhalen: Het gaat hier om verhalen die mensen in familieverband meer dan eens vertellen aan elkaar.
  • Verhalen van vrienden van vrienden: Het gaat hier om verhalen die we hebben horen vertellen, dus niet uit de eerste hand. Het wordt al een beetje onduidelijker of het echt en waar gebeurd is of niet.

Verhalen die verzonnen zijn (fictie)

  • Fantasieverhalen met een indirecte boodschap: Verhalen die veel lijken op echt gebeurde verhalen, maar die een duidelijk doel hebben, namelijk om iemand bang te maken, te waarschuwen, te laten presteren.
  • Grappen en moppen: Leuke verhalen die van persoon tot persoon worden doorverteld.
  • Volksverhalen: Verhalen die binnen een groep of gemeenschap van generatie op generatie mondeling (en schriftelijk) worden doorgegeven.
  • Sprookjes: Deze verhaalvorm wordt veel voorgelezen in het onderwijs, maar kan ook als een vertelling uit het hoofd verteld worden.
  • Fabels
  • Mythen: Verhalen uit de oudheid, in ieder geval veel ouder dan de volksverhalen.
  • Legendes: Verhalen over helden, koningen, ridders en prinsessen.
  • Religieuze verhalen: Verhalen uit de bijbel, de koran, …
  • Literaire verhalen: Een groep verhalen met een fictief karakter die overal over kunnen gaan.

Regels voor het vertellen van verhalen

  • De leerkracht bevorderd het verhalen vertellen: vast moment in het weekrooster en vaste plek in de klas.
  • De verteller (leerkracht/kind) wordt niet onderbroken door de luisteraar(s).
  • De leerkracht vertelt ‘persoonlijke verhalen’ op basis van eigen ervaringen en belevenissen: deze zijn echt gebeurd.
  • De leerkracht leert de kinderen hoe een verhaal te vertellen en besteedt aandacht aan onderwerpkeuze, verhaalstructuur, uitwerking van personen en stimuleert de kinderen tot vertellen.
  • De kinderen luisteren naar het verhaal, proberen het samen te reconstrueren en eventueel na te vertellen of te spreken en reflecteren op de verhaallijn.
  • De kinderen stimuleren elkaar om ‘persoonlijke verhalen’ te vertellen op basis van gebeurtenissen en belevenissen die ze zelf meegemaakt hebben en waar ze anderen deelgenoot van willen maken.
  • Kinderen vertellen hun verhaal in een veilige omgeving: in een kleine groep en pas in een grote groep of aan onbekenden op het moment dat ze de gelegenheid hebben gekregen om het te oefenen en te leren.
  • Kinderen ontwikkelen presentatievaardigheden- en technieken.
  • Kinderen luisteren naar elkaars verhalen en zijn bereid de verteller uit te laten spreken.

Verhalen vertellen door de leerkracht

Voorlezen is voor veel leerkrachten in de onderbouw een vaste routine, maar verhalen vertellen is dat nog heel vaak niet. Voorlezen en verhalen vertellen kunnen heel goed uitgevoerd worden in klassikaal verband. Waarom wordt er dan toch vaker voorgelezen dan verteld? Bij activiteiten als (interactief) voorlezen is er altijd het houvast van het prentenboek, of de vele verhalen uit de jeugdliteratuur. Bij het vertellen van een persoonlijke belevenis, een ervaring, een gebeurtenis, komt het aan op het geheugen en de eigen vertelvaardigheid. Sommige leerkrachten vinden het geen enkel punt om met enige regelmaat een persoonlijk verhaal te vertellen. Menig leerkracht vertelt af en toe een verhaal, maar is ontevreden over zijn persoonlijke verhaalvaardigheid: ‘Ik ben geen goed verteller.’

Aandachtspunten voor de verteller

Ter ondersteuning van de leerkracht tijdens het vertellen van het verhaal, kan zij gebruik maken van een poster met daarop de belangrijkste aandachtspunten voor een verhaal:

Opbouw

  • Opening en slot
  • Volgorde gebeurtenissen
  • Spanning opbouwen
  • Denk aan de verhaallijn / benoem de structuur

Elementen

  • Setting: plek, situatie, tijd…
  • Personen, karakters

Presentatie

  • Oogcontact met de luisteraars
  • Mimiek: gebaren, gezichtsuitdrukking
  • Stem: volume, intonatie, expressiviteit
  • Vertel het hele verhaal ononderbroken

Niet alleen tijdens het vertellen kan deze poster handig zijn voor de verteller, maar ook bij het reflecteren op verhaalkenmerken achteraf.

Reflectie

Tips voor de leerkracht: Reflectie op eigen vertelvaardigheid van de leerkracht

Maak regelmatig een video-opname van een verhaal, bekijk deze: let daarbij op de aandachtspunten die op de poster staan. Maak aantekeningen van de leerpunten. Bepaal welke specifieke vaardigheden je verder wilt ontwikkelen.

Reflectie op verhalen van de leerkracht

Als de leerkracht verhalen vertelt aan de kinderen zijn de verwerkingsactiviteiten gericht op aspecten, die onderling verband houden:
  • Begrijpend luisteren: Snap ik het verhaal? Heb ik er vragen over? Wil ik er nog meer van weten en over horen?
  • Reconstructie: Wat is de kern van het verhaal? Wat gebeurde er eerst? En wat daarna? Hoe liep het verhaal af?
  • Reflecteren op het verhaal: Nadenken en napraten over de presentatie, woordkeus, spanning, tempo, etc.

Kinderen vertellen verhalen

Leerkrachten dienen het zelf vertellen van een verhaal door de kinderen zorgvuldig op te bouwen.

Stap 1: Vertellen in een veilige setting

Het kind kan bijvoorbeeld zijn verhaal opnemen, zodat hij eerst zijn verhaal kan afluisteren en daarna kan beslissen of hij het wel aan anderen wil laten horen. De kinderen kunnen het verhaal ook eerst aan de leerkracht vertellen of aan een ander kind. Of kind met leerkracht veiliger is dan twee kinderen kan per kind verschillen.

Stap 2: Vertellen in een iets minder veilige setting

Voorafgaande aan het vertellen voor de hele groep kunnen kinderen hun verhaal vertellen in een klein groepje dat onder leiding staat van de leerkracht. Dit zorgt ervoor dat de verteller zijn verhaal af kan maken, dat er denkpauzes kunnen vallen en dat er niemand door heen praat. Als de kinderen gewend zijn om veel in kleine groepen te werken zonder leerkracht dan is ook dat een mogelijke vorm.

Stap 3: Vertellen in de grote groep (in de eigen klas)

Ook al zijn kinderen eraan toe om hun verhaal te vertellen voor de hele groep, dan nog is het nodig dat de setting in de klas aantrekkelijk is voor de verteller: vertelstoel, etc.

Stap 4: Vertellen in een andere groep

Kinderen die al bedreven zijn in het vertellen van verhalen in de eigen groep, kunnen het eens proberen in een andere groep. Dit is een leerzame activiteit voor de verteller: die moet weer rekening proberen te houden met een ander publiek. Maar ook voor de luisteraars is het heel motiverend om een ouder kind een verhaal te horen vertellen.

Aandachtspunten voor het begeleiden van kinderen bij het vertellen van een verhaal

De voorbereiding

  • Welk kind heeft een verhaal verteld?
  • Wat was de aanleiding voor het kind om te willen vertellen?
  • Welke setting is er gekozen voor het vertellen en waarom?
  • Hoe heeft het kind zijn/haar verhaal voorbereid?
  • Heeft de leerkracht – of hebben de ouders – geholpen bij het voorbereiden?

Het vertellen

  • Heeft het kind zelf de vertelhoek geactiveerd?
  • Gebruikte het kind materialen bij het vertellen? Welke?
  • Als twee of meer kinderen het verhaal samen hebben verteld, hoe was de verdeling dan tijdens het vertellen?
  • Wat voor soort verhaal vertelde het kind?
  • Hoe lang duurde het verhaal?
  • Hielden de luisteraars zich aan de afspraak om de verteller tijdens het vertellen niet te onderbreken?

Na het vertellen

  • Hoe reageerden de klasgenoten na afloop van het verhaal?
  • Welke rol speelde de leerkracht in de nabespreking met de klas na het vertellen?
  • Heeft de leerkracht het verhaal en het vertellen met de verteller zelf nabesproken?
  • Hoe vond het kind het zelf om te vertellen?
  • Wil het kind het nog wel eens doen?
© 2010 - 2024 Rosie86, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Verhalen vertellen: wat doet een verhalenvertellerVerhalen vertellen: wat doet een verhalenvertellerAls ik vertel aan mensen dat ik verhalenvertelster ben, dan denken ze vaak dat ik sprookjes voorlees aan kinderen. Deze…
Verhalen vertellen of voorlezen in het BasisonderwijsVerhalen vertellen of voorlezen in het BasisonderwijsAls je in het Basisonderwijs een verhaal hebt, kun je dat dan beter voorlezen of vertellen aan je leerlingen? Voorlezen…
Voorlezen is leukVoorlezen is leukVoorlezen is leuk maar niet alleen dat. Voorlezen vergroot de woordenschat van kinderen, leert ze hoe de taal in elkaar…
Interesse gevraagdLeraren die orde vragen, kunnen veel winst boeken door interesse te tonen in de verhalen van hun gasten. Dat begint al b…

Betoog: afschaffing 1040-urennormmijn kijk opBetoog: afschaffing 1040-urennormDe kwaliteit van het voortgezet onderwijs wordt gezien als een belangrijk aandachtspunt. De jeugd heeft immers de toekom…
Archiveringssystemen, manieren om een archief aan te leggenArchiveringssystemen, manieren om een archief aan te leggenIn dit artikel vindt u alle archiveringssystemen op een rij. Er zijn namelijk nogal wat verschillende manieren om een ar…
Bronnen en referenties
  • Boek: Mondelinge Communicatie - Resi Damhuis en Piet Litjens
Rosie86 (53 artikelen)
Gepubliceerd: 17-10-2010
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.