Naar de middelbare school, en nu?

Als je van de basisschool naar de middelbare school gaat is dat erg spannend, als je wilt lezen hoe het allemaal precies te werk gaat, lees dan verder...

De middelbare school

De middelbare school verschilt erg van de basisschool. Op de middelbare school zijn alle regels anders, lessen en er zijn verschillende leeftijdsgenoten. Het is in klassen opgedeeld, bovenbouw en onderbouw en noem maar op. De eerste klas word de brugklas genoemd, wat is de brugklas nou precies? Een brugklas is eigenlijk een tussen stapje naar de grote school (MBO, HBO etc.), ze kijken of je wel echt op het niveau past wat je hebt gekozen, dat duurt meestal ongeveer 2 jaar, hangt van je prestatie af. Meestal blijf je wel gewoon op hetzelfde niveau, maar als je bv. in havo vwo zit moet je kiezen, waar je heen gaat! In de week heb je zo'n 35 uren per week les. Hierbij kan soms zelfs een uur weg vallen als je mazzel hebt, of een studie dag die ook wel eens voorkomt, dat betekend de hele dag vrij!

Verschillen

De verschillen tussen de middelbare en de basisschool zijn best verschillend. Hier onder zie je een paar voorbeelden.

• Je zegt geen juf of meester meer, maar mevrouw/meneer.
• Je zit niet de hele dag in het zelfde lokaal, maar gaat elk uur naar een ander lokaal.
• Op de middelbare school heb je elk uur een andere docent.
• Als het pauze is ga je in de kantine eten met je leeftijdsgenoten en ga je niet meer naar huis toe om te eten.
• Op de middelbare school speel je geen tikkertje etc. meer.
• Je hebt nu een kluisje, waar je je boeken in kunt doen.
• Bepaalde vakken krijgen andere namen bv. rekenen word wiskunde.
• Je krijgt meerdere talen dan alleen maar Engels, je kan ook Duits/Frans krijgen.
• Ook zijn de bureaus er anders, je hebt geen vak waar je je etui in doet, nee de tas blijft naast je op de grond staan.
• Je bent niet meer elke dag op dezelfde tijd vrij, maar je hebt verschillende tijden.

En zo zijn er nog een aantal verschillen. Dit is een hele grote verandering als je van de basisschool naar de middelbare gaat, iedereen is hier zenuwachtig voor, voor wat er allemaal gaat gebeuren, een hele grote verandering!

Benodigdheden

Hier onder staat een lijstje wat de benodigdheden voor de middelbare school zijn:

• Schriften (Ook ruitjes)
• Pennen (Blauw/rood)
• Potloden
• Schaar
• Lijm
• Typex
• Geo driehoek
• Passer
• Map
• Insteekhoesjes
• Snelhechters
• Repetitie blok (Deze kun je op school kopen)
• Gum
• Liniaal
• Rekenmachine (Deze kun je ook op school kopen, heb je precies de goeie)
• Etui
• Tas (Groot, geen handtasje, maar ook geen weekendtas!!)
• Broodtrommel
• Drink flesjes (Kom niet met een teletubbie beker aan zetten, maar neem een flesje cola mee of dergelijke)
• Agenda
• potloodslijper
• Grijs potlood (Deze wordt gebruikt voor wiskunde en tekenen)
• Gym kleding (Meestal krijg je een shirt van school waarvoor je een bedrag moet betalen)
• Kaftpapier
• Woordenboeken

De eerste schooldag

Hier kijken de meeste scholieren tegen op, de eerste dag van hun nieuwe school! Oh help! Wat gebeurd er? Wat moet ik doen? Waar moet ik heen? Geen paniek, dat is nergens voor nodig. Als je de eerste dag op je school komt, hoef je eerst alleen maar te wachten, of je word door verwezen naar een lokaal, kun je het niet vinden? Vraag dan iemand. De eerste school dag word er geen huiswerk gemaakt, dus dat valt weer mee! Meestal zal de docent zich beginnen met voorstellen en iets over zich zelf vertellen, hij zal jullie mentor zijn.Daarna is het jullie beurt om jezelf voor te stellen en iets over jezelf te vertellen. Na dat dat is gebeurd word er meestal iets gedronken of gegeten, je krijgt je lesrooster, worden spelletjes gedaan, je krijgt je boeken en dan mag je weer naar huis.

Een mentor

Zoals hier boven vertelde ik over een mentor. Iedere klas heeft een mentor en ook een klassenboek, elke week veranderd de verantwoordelijke voor het klassenboek. Een mentor helpt jou en begeleid jou in bepaalde dingen die jou moeilijk af gaan. Je mag hem alle vragen stellen waar jij geen antwoord op weet, hij of zij zal je daarbij helpen. Ook als je moeite hebt met bepaalde vakken kun je daarvoor begeleiding krijgen en extra ondersteuning. Elke week is er 1 mentor uur, in dat uur worden dingen besproken met de hele klas en worden er met leerlingen apart gesprekjes gehouden. De mentor is dus een aanspreek punt als je problemen hebt. En het vervelende is dat je elk jaar van mentor veranderd.

Conciërge

Een conciërge houd toezicht op het fietsenhok, doet lichtelijke klusjes en technische klusjes. Als je bijvoorbeeld na moet komen is de conciërge ook degene waarbij je je moet melden, je mag hem dan helpen met prullenbakken legen, doekjes over de tafel nemen of het plein leeg schrappen. Ook als je te laat komt moet je je bij hem melden, meestal is de regel zo: 3 keer te laat is 1 uur na komen, dat verschilt per school en als je ziek bent meld je je daar af.

Decaan

Een decaan is een man/vrouw die jou helpt bij je beroepskeuze, als je niet zeker bent over wat je wilt worden of wat je wil gaan studeren moet jij bij de decaan zijn. Hij of zij kan jou een beroepskeuze test laten doen, waar uit verschillende antwoorden komen in een grafiek vorm.

De vakken

De vakken die je meestal in het eerste leerjaar krijgt zullen de volgende zijn:

• Fries (In sommige gevallen)
• Nederlands
• Engels
• Duits of Frans (Hangt van je niveau af)
• Zwemmen (Meestal krijg je dit in het eerste jaar)
• Geschiedenis
• Aardrijkskunde
• Economie (Hangt van je niveau af)
• Lichamelijke opvoeding (Gym genoemd destijds)
• Wiskunde (Oude woord ervoor is rekenen)
• Natuur- en scheikunde (Hangt van je niveau af)
• Biologie (Het menselijke lichaam en de natuur/dieren)
• Verzorging (Dit kan koken, schoonmaken e.d. zijn)
• Informatiekunde (Dit zijn opdrachten op de pc)
• Techniek (Hier krijg je opdrachten om iets in elkaar te zetten)

Kaften

Je bent verplicht om je boeken te kaften omdat je deze geleende boeken aan het eind van het jaar weer terug moet geven. Je krijgt behoorlijk was boeken, zo ver ik me nog kan herinneren zijn dat tussen de 18-25 boeken! Dat word later wel minder.

Hoe kaft je nou precies? Hier onder staat het uitgelegd.

• vouw het boek open en leg het op het uitgerolde kaft papier
• knip het overtollige papier eraf en zorg dat er een centimeter of vijf tot tien rondom het boek overblijft
• vouw één rand om het boek, klap het boek dicht en vouw daarna aan de andere kant een rand om het boek
• je hebt nu aan de boven- en onderkant een stuk kaft papier dat uitsteekt; knip aan de rugkant van het boek aan beide kanten tot aan de rand van het boek een V
• sla het boek dan weer open en vouw de V naar binnen, zodat de vouw precies op de rand van het boek komt.
• vouw nu ook de vier hoeken naar binnen en daarna de uitstekende papier delen
• nu ga je de kaft op vier plekken vastplakken met plakband
• doe nu een etiketje erop en schrijf met stift het vak erop