Werken in projectgroepen op hbo-niveau
Op de middelbare school wordt er niet veel samengewerkt in groepen. Bij veel hbo-instellingen is dit wel anders. In de komende jaren zul je voor een deel afhankelijk zijn van medestudenten die invloed hebben op het wel of niet halen van studiepunten. Studenten zijn niet in de positie om solistisch op te kunnen treden. Elke student zit in hetzelfde schuitje. Alle neuzen dienen dezelfde kant op te staan voor de studiepunten.
Waarom werken in projectgroepen?
Er zijn een aantal competenties die belangrijk zijn voor de ontwikkeling naar het gewenste hbo-niveau. De eerste competentie die ontwikkelt wordt het werken in groepsverband is samenwerken. Door samen te werken in projectgroepen leer je een aantal dingen. Je leert dat in een groep het individu ondergeschikt is aan de groep. Daarnaast leer je te onderhandelen voordat een groepsbesluit wordt genomen. Een andere competentie die je aanleert in projectgroepen is het communiceren. Je kunt niet altijd dezelfde toon aanslaan in een groep. Als je iemand anders wil overtuigen die een andere persoonlijkheid heeft, dan zul je een andere snaar moeten raken. Door middel van het werken in projectgroepen leer je om te gaan met complexe problemen die opgelost dienen te worden in groepsverband. Het werken in projectgroepen op de hogeschool is een simulatie van de werkelijkheid op de werkvloer. Meestal worden projecten in het eerste twee jaar van de studie op het programma gezet. Projecten kunnen ook gekoppeld zijn aan keuzevakken en keuzerichtingen van de opleiding.
Vorming van de projectgroep
Soms mogen studenten zelf een eigen projectgroep samenstellen. Dit heeft als voordeel dat je anderen kunt selecteren die jou het beste liggen. Het andere voordeel is dat de kans op conflicten wordt verminderd, omdat de groepsleden in de projectgroep elkaar goed begrijpen. Een nadeel is dat het soms te gezellig kan zijn in de projectgroep. Het andere nadeel is dat groepsleden soms elkaar niet de waarheid durven te zeggen. In de meeste andere gevallen worden projectgroepen door de betrokken docenten van het blok in elkaar gezet. Het voordeel hiervan is dat de objectiviteit meer gewaarborgd is. Dit houdt in dat mensen worden beoordeeld op de inhoud in plaats van het 'ik mag je gehalte'. Het nadeel is dat de projectgroep in het begin tijd nodig heeft om op gang te komen. De groepsleden moeten elkaar leren kennen en weten wat ze aan elkaar hebben.
Begin van het studieblok
Op het rooster staat aangegeven dat je op een bepaalde dag en tijdstip bij je projectgroep moet zijn. Meestal is al in het begin van het blok duidelijk bij wie je in de projectgroep zit. Bij de vergaderingen van projectgroepen die op het rooster staan is meestal een tutor aanwezig. De functie van de tutor is dat die het groepsproces in de gaten houdt en ingrijpt waar nodig is. De tutor heeft ook invloed op de persoonlijke ontwikkeling van de studenten. Bij de evaluatie van het project zal de tutor feedback leveren. Bij het begin van het project moeten er taken en werkzaamheden worden verdeeld. In eerste instantie zal er een plan van aanpak gemaakt moeten worden. Bij dit plan van aanpak staan de werkzaamheden van de groep, de probleemdefinitie, de doelstelling en andere punten in. De fictieve opdrachtgever(een docent) moet het plan van aanpak goedkeuren of afkeuren. Mocht het plan van aanpak afgekeurd zijn, dan moet de projectgroep deze corrigeren. De projectgroep moet duidelijke afspraken maken zodat deze ook worden nageleefd. De deadlines nakomen is zeer belangrijk voor een groepslid. Als de groepslid dit meerdere malen niet haalt, dan kan de groep besluiten om het betreffende groepslid eruit te zetten. Het gevolg hiervan is dat de groepslid geen studiepunten krijgt en een vervangende opdracht moet doen.
Verdeling van de taken
Elke projectgroep heeft een aantal rollen. De voorzitter zit de vergaderingen voor en heeft toezicht op het geheel. De projectsecretaris stelt in overleg met de groep de agenda op van de vergaderingen en maakt de notulen voor de vergaderingen. In de notulen staan de zaken die besproken zijn in de vergaderingen. De communicator is de aanspreekpunt voor de groep met betrekking tot het regelen van lokalen of het stellen van vragen aan de opdrachtgever. De planner stelt de planning op en controleert of de projectgroep op schema loopt. De archivaris verzamelt alle gegevens en zorgt ervoor dat deze goed te vinden zijn. Tevens is de archivaris verantwoordelijk voor het in elkaar zetten van het project en het inleveren van het project.
Tijdens het blok
Bijna elke week wordt de voortgang van het project besproken in vergaderingen. Echter is er tijdens het blok ook veelvuldig contact via de mail en over de telefoon over het project. Sommige werkzaamheden van het project worden in groepjes gedaan. Hierdoor ontstaan er groepjes in de groep. Dit kan een voordeel zijn, maar het kan ook een isolatie betekenen in de groep. De bedoeling van projectgroepen is dat de groep zichzelf corrigeert en dat de tutor een observerende rol heeft en kan ingrijpen wanneer het nodig is.
Conflictsituatie
Soms gaan er dingen tijdens het project helemaal fout. De voorzitter moet dan ingrijpen. Het beste wat de voorzitter kan doen is om een gesprek te hebben met de betrokkenen. Als de gesprekken zijn gevoerd, dan kan de voorzitter besluiten tot het geven van sancties. Dit kan variëren van een officiële waarschuwing tot het eruit zetten van een of meerdere groepsleden. De groep moet ook betrokken worden bij het conflict als toehoorder zodat deze objectief kan oordelen wat er is gebeurd. Daarnaast dient de tutor op de hoogte gesteld te worden van het conflict. Het conflict mag niet ten koste gaan van de persoonlijke verhoudingen. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de persoon en het werk wat de persoon heeft verricht.
Evaluatie van het project
Als het project af is, dan wordt het project geëvalueerd door middel van het schrijven van een verslag waarin staat wat er goed ging en wat er beter kon in het project. Tevens staat de laatste vergadering in het teken van de evaluatie van het project. In de vergadering krijgt elke groepslid van de groepsleden te horen wat er goed ging in het project en wat er verbeterd kan worden bij het betreffende groepslid. De tutor geeft feedback over het groepsproces en vult samen met de groep de formuleren in voor de beoordeling. De echte beoordeling zal de opdrachtgever geven na de presentatie van het inmiddels ingeleverde project.