Gedicht analyse van het gedicht 'In memoriam'
Het gedicht In memoriam is geschreven door Ingmar Heytze. In het gedicht komen verschillende vormaspecten en een achterliggende gedachte naar voren.In memoriam
Gedenk haar niet. Het is gedaan.Snoei de wortel en de tak
en sluit de luiken van je hart.
Ze zal voor altijd buiten staan.
Koester niets - geen kille haat
of stil verlangen naar de dood -
de strop drie meter touw verspild,
de kogel zonde van het lood.
Maak je niet meer druk om haar
of om de man met wie ze slaapt.
Benijd geen stukken wrakhout
die elkaar weer hebben opgeraapt.
Wis de laatste sporen uit.
Verbrand de foto's en de post
en was haar geur uit alle lakens.
Weet dat je bent afgelost.
Inhoud
De dichter geeft iemand, volgens mij zichzelf bevelen wat hij moet doen. De eerste regel al: Gedenk haar niet. Zo ook de laatste regel: Weet dat je bent afgelost. In het gedicht geeft de schrijver zichzelf opdracht om iemand te vergeten, dit zie je vooral telkens terug in de eerste regel van iedere strofe. Gedenk haar niet. Het is gedaan./ koester niets – geen kille haat/ maak je niet meer druk om haar/ wis de laatste sporen uit. Elke strofe borduurt voort op de eerste zin.Vormaspecten
In de eerste regel staat een alliteratie: gedenk en gedaan. Verder zijn er nog meer alliteraties: snoei en sluit, koester en kille, stil en strop. Ook komen er assonanties voor: tak en hart, strop en zonde, kogel en lood, haar en slaapt en opgeraapt, sporen en post en afgelost.Regel 7 en 8 zou je kunnen zien als een parallellisme, ze beginnen namelijk op dezelfde manier en hebben dezelfde functie: verklaren dat de dood overbodig is, zonde is.
De regels 2/3, 5/6, 9/10, 11/12, 14/15 zijn zo door de midden gesneden dat ze vloeiend lopen in het gedicht, toch zou je ook wel kunnen zeggen dat er sprake is van een enjambement omdat ze in principe samen één zin zijn. Nu ik het nog eens nader heb bekeken denk ik niet dat hier sprake van is omdat de regels niet op zo’n manier doorbroken zijn dat er geen monotonie meer is.