De verschillende leerwegen van het voortgezet onderwijs
Nederland heeft veel verschillende leerwegen op het voortgezet onderwijs. In totaal zijn er zes verschillende leerwegen op het voortgezet onderwijs te onderscheiden. De verschillende leerwegen zijn ingedeeld qua niveau van leren, dus ook op het gemiddelde IQ van de leerlingen. De verschillende leerwegen duren niet allemaal even lang. Verder zijn er verschillende opleidingen die aansluiten op de verschillende leerwegen en sluiten de leerwegen op elkaar aan, dus je kunt met een diploma van een bepaalde leerweg doorstromen naar de volgende leerweg als je dat wilt.
Van de basisschool naar het voortgezet onderwijs
Aan het einde van groep acht kiezen alle leerlingen een middelbare school. De middelbare school wordt gekozen op het bij de leerling passende niveau qua leren. De juf of meester kent elke leerling één van de zes leerwegen toe. Dit doen ze met behulp van de resultaten van het leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem bevat alle toetsen die de leerling in zijn of haar basisschoolperiode gemaakt heeft. De zes leerwegen hebben allemaal een verschillende duur en hebben hun eigen moeilijkheidsgraad. Verder sluiten de leerwegen allemaal op elkaar aan en zijn er verschillende opleidingen die de leerling kan gaan doen na de middelbare school.
De zes verschillende leerwegen
leerweg | duur | vervolgopleiding | gemiddeld IQ |
praktijkonderwijs | 5 jaar | Deze leerlingen kunnen zich na de middelbare school zelf redden en kunnen gaan werken | lager dan 80 |
vmbo-b | 4 jaar | niveau 2 mbo | tussen de 80 en 90 |
vmbo-k | 4 jaar | niveau 3 en 4 mbo | tussen 90 en 100 |
vmbo-t | 4 jaar | niveau 3 en 4 mbo | tussen 100 en 110 |
havo | 5 jaar | hbo-niveau | tussen 110 en 130 |
vwo | 6 jaar | hbo- en wo-niveau | hoger dan 130 |
Extra informatie over de zes leerwegen
Praktijkonderwijs
Je moet voor deze leerweg een speciale toelatingsverklaring hebben om te kunnen worden toegelaten. Deze leerweg is voor kinderen die extreem moeilijk kunnen leren. De leerlingen in het praktijkonderwijs krijgen alleen maar praktijklessen en men streeft ernaar dat de leerling zich na deze opleiding zelf kan redden thuis en op het werk. Na vijf jaar praktijkonderwijs is het de bedoeling dat de leerling een baan zoekt en gaat werken.
Vmbo-b, vmbo-k en vmbo-t
Aan het einde van de tweede klas moeten alle leerlingen één van de tien profielen kiezen.
- Economie & ondernemen
- Horeca, bakkerij & recreatie
- Zorg & welzijn
- Groen
- Bouwen, wonen & interieur
- Produceren, installeren & energie
- Mobiliteit & transport
- Media, vormgeving & ICT
- Maritiem & techniek
- Dienstverlening & producten
Verder zijn er anno 2019 in de bovenbouw vijf verplichte vakken, namelijk: Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en een cultuurvak. Daarnaast krijgen de leerlingen nog veel meer vakken, maar die verschillen per school. Alle leerlingen die op het vmbo-b en vmbo-k zitten krijgen 12 uur per week praktijklessen. Tijdens deze lessen wordt er niet uit boeken geleerd, maar leren de leerlingen door dingen te doen. Voorbeelden van praktijkvakken zijn koken, tuinieren en bloemschikken. Elke school heeft een ander aanbod qua praktijkvakken.
Havo
Aan het einde van de derde klas moeten alle leerlingen één van de vier profielen kiezen.
- natuur en techniek
- natuur en gezondheid
- economie en maatschappij
- cultuur en maatschappij
Ook bij de leerweg havo zijn er in de bovenbouw zes verplichte vakken anno 2019 namelijk: Nederlandse taal en literatuur, maatschappijleer, rekenen, Engelse taal en literatuur, culturele kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding. Buiten deze vakken volgen de leerlingen ook nog andere vakken, maar dat verschilt per school.
Vwo
Alle leerlingen moeten aan het einde van de derde klas één van de vier profielen kiezen, deze zijn hetzelfde als op de havo.
- natuur en techniek
- natuur en gezondheid
- economie en maatschappij
- cultuur en maatschappij
Binnen de leerweg vwo heb je twee categorieën, namelijk het atheneum en het gymnasium. Deze twee categorieën hebben dezelfde moeilijkheidsgraad, maar wanneer je op het gymnasium zit moet je voldoen aan twee extra eisen. Je moet het vak Grieks of Latijn en het vak klassieke culturele vorming volgen en hierin slagen op je eindexamen.
De verplichte vakken op het vwo anno 2019 zijn Nederlandse taal en literatuur, maatschappijleer, Engelse taal en literatuur, culturele kunstzinnige vorming (voor het gymnasium is dit klassieke culturele vorming), rekenen, lichamelijke opvoeding en een tweede vreemde taal (voor het gymnasium is dit Grieks of Latijn). Elke school kiest naast de verplichte vakken nog meer vakken die de leerlingen volgen en deze verschillen per school.
De conclusie
De zes leerwegen verschillen erg veel van elkaar qua moeilijkheidsgraad, duur en inhoud. Wel moet je bij de meeste leerwegen na een aantal jaar een profiel kiezen zodat je je meer kunt gaan richten op één vakgebied. Doordat er zes verschillende leerwegen zijn, is er vaak wel één leerweg die bij jou past en naarmate je verder komt, kun je je eigen leerweg aanpassen aan je eigen talenten door een passend profiel te kiezen.