Identiteitsproblemen jongeren door rolverwarring
Jongeren zijn bezig om hun identiteit te ontwikkelen. Zij worstelen met vragen als: 'wie ben ik?', 'wat kan ik?' en 'wat wil ik?' In verschillende omgevingssystemen waarin ze participeren zoals gezin, school, vriendengroep, club wordt van hen verwacht dat ze passend rolgedrag laten zien. Omdat ieder systeem eigen rolverwachtingen kent, kunnen jongeren te maken krijgen met tegengestelde rollen. Dat kan hen in verwarring brengen wat kan leiden tot onder andere agressiviteit, teruggetrokkenheid, minderwaardigheid, depressiviteit. Als ze ook niet kunnen voldoen aan ideaalbeelden die de omgeving wenst, dan kunnen ze hun identiteit ook op een andere wijze proberen vorm te geven. Dat kan bijvoorbeeld door aansluiting te zoeken bij radicale groepen of bij leeftijdgenoten waar drugs, alcohol of seks centraal staan. Begeleiding van jongeren met identiteitsproblemen vraagt om specifieke gespreksvaardigheden en -technieken.
Identiteitsvragen
En ieder werkt zijn leven lang aan de ontwikkeling van zijn identiteit. Identiteit heeft te maken met drie vragen:(1)
Wie ben ik?
Hoe ervaar ik mezelf? Wat verwachten en denken de anderen van me? Blijf ik dezelfde, ook al verander ik in de loop van de tijd?
Wat kan ik?
Welke capaciteiten heb ik? Waarderen anderen die? Verwachten ze dat ik meer doe of kan?
Wat wil ik?
Weet ik wel wat ik wil? Kan ik het zelf bepalen of bepalen anderen het voor me?
Deze vragen spelen zich, onbewust of bewust, vooral af bij jongeren van ongeveer 10 tot 22 jaar. Antwoorden hangen sterk af van hoe de omgeving reageert. Iedereen, jong en oud, heeft te maken met rolverwachtingen die in omgevingssystemen als gezin, familie, school, werk, buurt, vereniging etc. als passend worden gezien. Hoe ouder des te zekerder men is hoe men aan verschillende rolverwachtingen kan voldoen. Kenmerkend is dan een
gevoel van continuïteit.(2) Bij jongeren is dat nog niet het geval. Zij zijn nog zoekend, experimenterend, hoe ze aan rolverwachtingen kunnen voldoen. Veelal ontbreekt het gevoel van continuïteit. Om onzekerheid te verbloemen kunnen ze zich onverschillig, opstandig of teruggetrokken gedragen. De omgeving, maar ook de jongere zelf, kan zulk gedrag als problematisch ervaren.
Rolverwarring
Komend vanuit de schoolkindperiode, moeten jongeren hun eigen weg naar volwassenheid vinden. Volwassenheid vraagt stabiel, continu gedrag. Doordat rollen in de verschillende systemen tegengesteld kunnen zijn, kan er bij jongeren rolverwarring optreden: wanneer speel ik welke rol en hoe? Bijv. het gezin vraagt een volgzame rol terwijl de school juist initiatief en mondigheid aanmoedigt. Of in de vriendengroep en club moet de jongere zich, om zich te handhaven, feller en agressiever opstellen. De jongere kan de rollen door elkaar halen. Thuis en op school wordt dan bijvoorbeeld ook fel en agressief gereageerd wat niet daar geaccepteerd wordt.
Een voorbeeld met verschillende rolverwachtingen in omgevingssystemen waar een jongere mee te maken kan krijgen:
Het gezin kenmerkt zich door een hiërarchische structuur. Wat de ouder zegt moet gebeuren. Tegenspraak wordt niet geaccepteerd.
De school kenmerkt zich door zelfontplooiing. Van de jongere wordt gevraagd om zelf veel initiatief te nemen en zelfstandig te werken. Groepsoverleg waarbij iedere mening telt wordt gewaardeerd.
De vriendengroep gaat naar de disco en café. Er worden nogal wat alcoholische dranken genuttigd, waarbij grapjes, met soms wat stekelige opmerkingen, over elkaar worden gemaakt. Om erbij te behoren moet men meedoen.
De sportclub vraagt gedrag om elkaar in het team scherp te houden. Men deinst er niet voor terug om elkaar de waarheid te zeggen als er fouten worden gemaakt. Om erbij te behoren moet met niet aarzelen om ook de ander flink de waarheid te vertellen.
Hoe meer de rollen tegengesteld zijn des te groter de verwarring bij de jongere kan zijn. Als de rollen daarentegen meer overeenkomen en in elkaars verlengde liggen dan zullen jongeren sneller een gevoel van continuïteit ervaren en stabieler gedrag laten zien.
Psychische problemen
Als bij de jongere sprake is van problemen in de psychische structuur, al dan niet ontstaan door hersenafwijkingen, sterke hormooninvloeden of omgevingsinvloeden, dan kan rolverwarring nog meer toenemen. Het betreft bijvoorbeeld jongeren met adhd, autistisch spectrum stoornis, agressief gedrag, minderwaardigheid, depressieve aanleg, etc. Eisen, door de systemen aan deze jongeren gesteld, kunnen teveel gevraagd zijn. Kunnen jongeren niet aan de eisen voldoen dan kunnen ze geen afdoende antwoorden vinden op de drie identiteitsvragen waardoor hun
zelfbeeld nog meer wordt aangetast. Zo kunnen ze met deze problemen ervaren dat de omgeving hen als lastig ervaart. De school- of ‘vrienden’groep kan hen zelfs uitsluiten. Pestgedrag kan het gevolg zijn. Hierdoor neemt de onzekerheid toe.(4)
Vormen van problematische identiteit bij jongeren
Jongeren die een ernstige mate van rolverwarring ervaren en niet kunnen of willen voldoen aan de eisen van ouders, school of maatschappijnormen, kunnen de volgende vormen van identiteit ontwikkelen:(5)
Kunstmatige identiteit
De jongere zoekt aansluiting bij groepen die zich vijandig opstellen tegenover andere groepen. Bijvoorbeeld ideologische groepen met extreem nationalistische of gewelddadige ideeën zoals bij straatbendes of bepaalde religieuze sekten kunnen voorkomen. Ook geradicaliseerde islamjongeren die zich aansluiten bij IS kunnen hiertoe worden gerekend. Het behoren tot zo’n groep helpt hen een antwoord op de identiteitsvragen te vinden. Het geeft een gevoel van zekerheid.
Negatieve identiteit
Het aannemen van deze identiteit is vaak het vervolg van een reactie op, het bij voortduring, niet kunnen voldoen aan de rollen die passen bij een door de omgeving gecreëerd ideaalbeeld. Als een jongere bijvoorbeeld voortdurend te horen krijgt dat hij niet voldoet aan de strenge normen met betrekking tot school, geloof, drugs of seksualiteit dan kan hij bewust of onbewust vervallen in ongewenst, afwijkend gedrag en het geloof afzweren of verslaafd raken. Er wordt dan een rol aangenomen die meer zekerheid en bevrediging biedt dan het vechten tegen het onhaalbare ideaalbeeld van de omgeving. Aansluiting zoeken en vinden bij gelijkgestemden geeft mogelijk die zekerheid.
Begeleiding
Het helpen van jongeren met identiteitsvragen en rolproblemen is voor mensen in de directe omgeving zoals ouders of verzorgers niet eenvoudig. Wel kunnen enige
algemene richtlijnen worden gegeven. In veel - niet alle - gevallen kunnen deze richtlijnen helpen om tot een zinvol helpend gesprek te komen.
Opening
Jongeren vinden het
niet prettig direct bevraagd te worden door volwassenen (ouders, leerkrachten) naar zaken die nogal persoonlijk of intiem zijn. Vragen als: 'Zit je niet goed in je vel?', 'Hoe voel je je?', 'Wat wil je?', 'Wie ben je?' etc. zijn veelal
te direct en kunnen weerstand oproepen. Beter is om eerst de problematiek eerst
algemeen te verwoorden waarbij herkenning plaatsvindt.
Herkenning en erkenning
De jongere moet eerst het gevoel krijgen dat zijn problematiek meer voorkomt. Er is dan herkenning. Als dit goed wordt verwoord dan kan de jongere zelf aanhaken. Vervolgens kan meer worden ingezoomd op de specifieke problematiek van de jongere. Dan wordt zijn/haar probleem erkent. Haakt de jongere niet aan dan kan iets specifieker worden gevraagd. Begeleiders op school worden - als het goed is - in gespreksvormen en -vaardigheden zoals uitgebreid beschreven door Van der Wal e.a. geschoold.(6) Als het probleem duidelijk is dan is het gevaar dat men overgaat in
moraliseren als 'wat jij meemaakt heb ik ook eens meegemaakt en ik loste het toen zo op' of 'ik vind dat je zo en zo moet doen'. Kansrijker is om de jongere zelf te laten aangeven hoe men denkt het probleem te kunnen gaan aanpakken. Hierbij kunnen reflectieve vragen gesteld worden als: 'Je denkt dat je idee haalbaar is?', 'Hoe denk je het te realiseren?' etc.(7)
Verhelderen
Hierbij helpt de begeleider door de door de jongeren voorgestelde aanpak te verhelderen door concrete mogelijkheden te bespreken en samen uit te werken.
Bij jongeren die al een kunstmatige of negatieve identiteit hebben ontwikkeld is deskundige begeleiding aan te bevelen. Al aanwezig drugsgebruik of radicalisering is niet met een paar gesprekken op te lossen. Aanpak door gespecialiseerde instanties, als dan niet door de rechter opgelegd, is kansrijker.
Slot
Jongeren proberen een antwoord te vinden op drie identiteitsvragen. Door de vele soms tegengestelde rollen in omgevingssystemen waarin ze participeren zijn de antwoorden op de identiteitsvragen niet altijd gemakkelijk te vinden. Identiteitsproblemen kunnen het gevolg zijn. Om de jongeren hierbij te helpen zijn specifieke begeleidingsvaardigheden en -technieken gewenst.
Lees verder