Is de vrijeschool nog wel van deze tijd?
De vrijescholen in Nederland maken een enorme ontwikkeling door. Veel van de vrijescholen hebben anno 2016 wachtlijsten en er is een opmerkelijk aantal ouderinitiatieven om nieuwe vrijescholen op te richten. Deze ouders kiezen allemaal bewust voor het antroposofische onderwijs terwijl dat gedachtegoed al meer dan honderd jaar geleden werd opgetekend door Rudolf Steiner. Hij mocht in opdracht van een sigarettenfabrikant in Duitsland een school starten en gaf hiermee gestalte aan de eerste vrije school. Hoe kan een onderwijssysteem wat zo lang geleden is bedacht honderd jaar later nog vernieuwend zijn?
Vrij?
De vrijeschool is niet vrij. Het is een van de meest gestructureerde onderwijsvormen in Nederland. De kinderen volgen klassikaal een vast programma dat door de leerkracht wordt samengesteld. De term vrij heeft een andere betekenis: namelijk vrij van staatsbemoeienis, de eerste vrijescholen in Nederland werden niet met staatsgeld gesubsidieerd. Inmiddels is dat wel zo en leggen ook vrijescholen gewoon verantwoording af aan de inspectie. En net als bij gewone scholen zit er ook tussen vrijescholen verschil in de kwaliteit van de opbrengsten op cognitief gebied. Maar
vrij gaat ook over de doelstelling op te voeden tot vrije mensen die kritisch, bewust, capabel en zelfstandig in het leven kunnen staan.
Bron: OpenClipart Vectors, Pixabay Ouderwets?
De eerste vrijeschool werd opgericht door Rudolf Steiner in Stuttgart in 1923 in opdracht van een sigarettenfabrikant die een school voor de kinderen van zijn arbeiders wilde. De geestelijke stroming die de basis vormde voor het onderwijs op de vrijeschool is de
antroposofie waarvan Rudolf Steiner de grondlegger was. Steiner kreeg een carte blanche, zocht een inspirerende groep mensen bij elkaar en gaf dit nieuw gevormde lerarencollege een aantal lezingen die nog steeds de basis vormen voor het vrijeschoolonderwijs. Deze lezingen zijn opgetekend en uitgegeven en vormen voor veel vrijeschoolleerkrachten nog steeds een bron van inspiratie en verwondering. Het zijn geen gemakkelijk leesbare teksten en vaak wordt er in teamverband door de leerkrachten van de vrijescholen gestudeerd op stukjes uit lezingen om deze te duiden en tegen het licht te houden. Hoe kan het dat teksten van honderd jaar geleden inspirerend blijven en nog steeds de basis voor deze stroming van onderwijs die honderd jaar later zelfs aan populariteit wint?
Méns worden
De vrijescholen hebben allemaal als doel kinderen volledig mens te laten worden. Het volledig zijn slaat op het in verbinding kunnen zijn tussen de geestelijke wereld, de lichamelijke wereld en de ziel, maar ook tot een goede ontwikkeling van de verschillende lichamen (fysieke lichaam, etherlichaam, astraal lichaam en het ik).
Ontwikkelstof
Mens worden is van alle tijden, hoe we er vorm aan geven kan per tijdgeest verschillen. Nu geeft Rudolf Steiner ook geen concrete cognitieve lesdoelen en lesinhouden aan, dit laat hij aan de lesgevenden. Wel heeft hij het over ontwikkelstof: lesstof die de kinderen kan helpen in hun ontwikkeling tot volledig mens. In deze ontwikkelstof komen impliciet een heleboel zaken aan bod die meer op menswordingsvlak liggen. Bijvoorbeeld de fabels die verteld worden in de tweede klas: juist op die leeftijd gaan kinderen zien dat anderen hun eigenaardigheden hebben. "Zij doet áltijd zo ...". In de fabels worden die minder leuke kanten van ons mensen uitvergroot en tegenover elkaar gezet. Dit leert de kinderen deze karaktereigenschappen te herkennen, dat wij allemaal onze eigenaardigheden hebben en dat die er mogen zijn. Als duidelijk is welk doel de leerkracht dient met het vertellen van deze fabels kan hij of zij ook andere verhalen kiezen waarin dezelfde karakteristieken te vinden zijn of die hetzelfde doel dienen. Zo kunnen de verhalen aangepast worden aan de tijd mocht dat nodig zijn. Ontwikkelstof is dus eigenlijk tijdloos omdat de leerkracht de vrijheid heeft te kijken naar wat het doel van die stof is en daar mocht dat wenselijk zijn andere inhoud voor te gebruiken.
Studie
Het volledig mens worden is een zeer duidelijk en krachtig uitgangspunt. Door de teksten van Steiner te bestuderen wordt de onderliggende gedachte achter de ontwikkelstof grijpbaar en kan deze ook in deze tijd vorm krijgen. De leerkrachtenteams doen dit op regelmatige basis met elkaar. Hierdoor zijn zij zich bewust van de ontwikkelingsfasen en -doelen die voor hun leerjaar gelden.
Moderne Media en ICT binnen de vrijeschool
Het is lastig om één standaard te beschrijven voor het gebruik van ICT in dé vrijeschool. Wel is het zo dat vrijescholen in het algemeen niet voorop lopen wat ICT in de scholen en klassen betreft. Dit is geen hang naar het oude of zuinigheid maar een bewuste keuze. Elke vrijeschool zal zich op basis van de uitgangspunten van de antroposofie beraden op een standpunt tegenover alle nieuwe ontwikkelingen in nieuwe tijden. Hierbij zullen de uitgangspunten juist op het menswordingsgebied bepalend zijn. Als we vanuit onze gezamenlijke identiteit zien dat kleuters zich ontwikkelen door nabootsing en spel met pure, échte materialen is het vreemd als je ze achter een beeldscherm zet waar alles gefilterd, dus niet écht, door binnenkomt. Aan de andere kant is het ook vreemd als kinderen de onderbouw (basisschool) verlaten zonder computervaardigheden.
Uitdagingen op nieuwe gebieden
Met dit vraagstuk zijn veel vrijescholen bezig: kunnen we moderne media en ICT wellicht ook gebruiken om onze menswordingsdoelen tegemoet te komen? Of in ieder geval zonder deze in gevaar te brengen? Kunnen we kinderen handvatten geven om eigenaar te blijven over het apparaat in plaats van andersom, hoe kun je ICT "gezond" gebruiken? Hoe kan het in het onderwijs ondersteunen? Per vrijeschool zullen verschillende antwoorden worden gevonden op deze vragen. Toch is het zo dat Rudolf Steiner van mening was dat het niet zinvol is je af te sluiten voor nieuwe technologieën maar dat het belangrijk is je er toe te leren verhouden.
Bron: Gorkhs, Pixabay Opnieuw bekeken
De vrijescholen zijn op basis van een gezamenlijk vertrekpunt (de antroposofie) constant in beweging en op zoek naar hoe om te gaan met alles wat er aan nieuwe technologieën en denkbeelden in de wereld ontstaat. Hierbij blijft het uitgangspunt het ideaal om kinderen tot ménsen te vormen: kritisch, verantwoordelijk, zelfstandig, capabel, in contact met het geestelijke in de wereld en invoelend. Dit innerlijke kompas is ten allen tijde noodzakelijk om een gezonde maatschappij te kunnen bouwen. Als je dit zet naast de druk die veel reguliere basisscholen voelen om vooral de cognitie voorop te zetten, in meetbare doelen, kun je zeker zeggen dat de vrijeschool, honderd jaar na oprichting nog steeds vernieuwend is.