Decentrale selectie - Wat is het en hoe werkt het?
Met ingang van het schooljaar 2017-2018 is de centrale selectie afgeschaft in Nederland. Hierop volgt een landelijke implementatie van de decentrale selectie, die geldt voor elk onderwijsinstituut. Dit houdt in dat de manier waarop leerlingen worden toegelaten tot een onderwijsinstelling radicaal verandert, waardoor de toelating niet meer berust op een kans. Wat is de decentrale selectie precies, en hoe gaat het in zijn werking?
Centrale selectie
De centrale selectie, ook wel het lotingssysteem genoemd, is een manier om te loten welke leerling wordt toegelaten tot een bepaalde universiteit. Indien de deadline voor inschrijven is verstreken loot de
DUO welke leerling wel en welke leerling niet een plek zal kunnen bemachtigen in de universiteit. Dit is de centrale selectie; elke leerling maakt net zo veel kans om ingeschreven te worden bij een bepaalde universiteit. Toch gelden hier enkele uitzonderingen voor; de leerling is per direct toegelaten bij een opleiding met
numerus fixus (een maximaal aantal leerlingen wat aangenomen kan worden bij een bepaalde onderwijsinstelling),
mits:
- De leerling cum laude is geslaagd op het vwo
- De leerling cum laude is geslaagd op de havo
- De leerling cum laude is geslaagd op mbo-4-niveau
Ook dit werd bepaald door de DUO.
DUO
De DUO is de Dienst Uitvoering Onderwijs, een onderdeel van de Rijksoverheid dat onder meer examens organiseert en ervoor zorgt dat de lotingen worden uitgevoerd. Daarnaast is de DUO verantwoordelijk voor erkennen van diploma's, het innen van lesgeld en studieschuld, en het bekostigen van onderwijsinstellingen. De resultaten van de lotingen worden elk jaar rond mei geopenbaard op de site van DUO zelf.
Decentrale selectie
Bij een decentrale selectie kan een universiteit of een hogeschool beslissen welke leerlingen zij wel toelaat en welke niet. Vooral bij numerus fixus-opleidingen vindt een decentrale selectie plaats. Het doel van de decentrale selectie is om de kwaliteit in het hoger onderwijs te verbeteren door bepaalde eisen te stellen aan de leerlingen. Dit wordt gedaan door het aanleveren van bewijzen. De universiteiten en hogescholen beslissen, aan de hand van bewijzen die leerlingen moeten aanleveren, of zij dan wel of niet wordt aangenomen.
Bewijzen
Bewijzen die leerlingen onder meer moeten aanleveren zijn:
- Een overgangsrapport of cijferlijst van een gegeven jaar
- Een cv
- Diploma
- Een sterke motivatiebrief
- Een test die wordt voorgelegd door de instelling zelf
Dit zijn bewijsstukken die leerlingen moeten aanleveren. Waar de nadruk ligt verschilt per onderwijsinstelling. Het is dan handig om te onderzoeken wat er wordt verwacht bij het inschrijven bij een bepaalde instelling.
Bij de richtlijnen geldt dat hoe beter de resultaten, en hoe meer noemenswaardige buitenschoolse activiteiten er zijn ondernomen, des te hoger de kans dat een leerling een plek wordt toegewezen in de instelling. Daarbij speelt de personaliteit van de leerling ook een rol; onderwijsinstellingen prefereren leerlingen met discipline en prestatiedrang. Daarentegen is er, in tegenstelling tot de centrale selectie,
géén garantie op een positie in welke instelling dan ook indien de leerling cum laude is geslaagd. Wel verhoogt dit, afhankelijk van de instelling en waar zij nadruk op legt, de kans op toelating.
Aanmelden voor een opleiding
Het aanmelden voor een opleiding gaat via Studielink. Het is belangrijk hier tijdig mee te beginnen. Het is mogelijk bij Studielink in te loggen door middel van een eigen DigiD. Vanuit het gebruikersportaal kan een aanmeldingsverzoek worden ingediend voor een opleiding. Indien een persoon is geselecteerd voor een opleiding ontvangt de persoon hier bericht over in Studielink. Vanaf daar moet de inschrijving verder worden bevestigd. Dit moet uiterlijk twee weken na ontvangst van het bericht, en, indien na 1 september ontvangen, uiterlijk 15 september. Daarna vervalt de mogelijkheid om de inschrijving te bevestigen.