Decentrale selectie voor geneeskunde: informatie & tips
Elk jaar zijn er weer duizenden mensen die zich in Nederland inschrijven voor de studie geneeskunde. De studie is zo populair, dat men een loting voor deze studie heeft moeten invoeren. Sinds 2001 is het ook mogelijk om op een andere manier toegelaten te worden tot de studie geneeskunde: de decentrale selectie.
Wat houdt decentrale selectie precies in?
De toelating tot de studie geneeskunde bestond eerst alleen uit de numerus fixus, de centrale loting. Bij de loting wordt gekeken naar je gemiddelde eindcijfers op het VWO of men kijkt of je een HBO-propedeuse hebt. Op basis hiervan word je in een lotingsklasse geplaatst. Hoe hoger je cijfers zijn, hoe beter de lotingsklasse, en hoe groter de kans op toelating. Een nadeel van deze manier van selecteren, is het feit dat gemotiveerde leerlingen die minder goede cijfers halen, een zeer kleine kans op toelating hebben. Sinds een aantal jaar is het daarom ook mogelijk om via de decentrale selectie toegelaten te worden tot de studie geneeskunde. Bij de decentrale selectie kijkt men bijvoorbeeld naar motivatie, werkervaring in de zorg of bestuurlijke ervaring. De eisen en de manier van selecteren zijn per universiteit verschillend. Door middel van decentrale selectie hebben studenten met lagere cijfers maar met een grote motivatie dus ook een reële kans om geselecteerd te worden.
Tips voor de decentrale selectie
1. Oriënteer je goed op de verschillende universiteiten
Voordat je je inschrijft voor de decentrale selectie van een universiteit, is het belangrijk dat je je goed hebt georiënteerd. Er zijn veel verschillen tussen de universiteiten. Bij sommige universiteiten is het studiejaar opgedeeld in blokken van een paar weken, bij andere universiteiten is het jaar opgedeeld in drie trimesters. Ook de manier van lesgeven verschilt per universiteit. Zo werkt men bij sommige universiteiten (bijvoorbeeld de Universiteit van Maastricht) met probleemgestuurd onderwijs. Het is dus belangrijk dat je je goed oriënteert op de verschillende universiteiten, want het zou zonde zijn als je geselecteerd wordt bij een universiteit waar je uiteindelijk toch niet wilt studeren.
2. Kijk welke decentrale selectie het beste bij je past
Niet alleen de studie zelf verschilt per universiteit, ook de manier waarop men de studenten decentraal selecteert is verschillend. Bij de meeste universiteiten bestaat de decentrale selectie uit verschillende rondes. Bij sommige universiteiten bestaat de eerste ronde uit het inleveren van een CV, bij andere universiteiten word je uitgenodigd om een aantal toetsen te maken. Verder zijn er ook universiteiten die veel waarde hechten aan activiteiten die je naast school hebt gedaan. Bij sommige universiteiten is het noodzakelijk dat je bijvoorbeeld bestuurlijke ervaring en/of ervaring in de gezondheidszorg hebt, terwijl je bij andere universiteiten ook geselecteerd kunt worden zonder deze ervaring. Voor de precieze criteria per universiteit, kun je het beste informeren bij de universiteit zelf.
3. Begin op tijd met het papierwerk
Het is belangrijk dat je op tijd begint met het papierwerk. Vaak moet je een vragenlijst, CV en/of motivatiebrief insturen. Aangezien het bij sommige universiteiten zo is dat je op basis hiervan wordt uitgenodigd voor een volgende ronde, is het belangrijk dat het allemaal in orde is. Begin er dus op tijd aan en denk goed na over wat je over jezelf wilt vertellen. Het zou zonde zijn als je heel gemotiveerd bent maar je de motivatiebrief moet afraffelen omdat je er te laat aan begonnen bent.
4. Bereid je goed voor op de toetsen
Bij sommige universiteiten moet je je van te voren al inlezen of krijg je colleges over een onderwerp. Verdiep je goed in deze stof, aangezien de toetsen vaak gedeeltelijk of helemaal hierover gaan. Ook is het slim om je reis naar de toetslocatie goed te plannen. Plan in ieder geval een half uur of uur ruimer in, zodat een file of een gemiste bus niet als gevolg kan hebben dat je te laat bent voor de toets. Neem iets te eten en te drinken mee en probeer je niet al te druk te maken. Als je snel afgeleid bent door anderen kun je ook nog oordopjes meenemen.