Biologie: Bouw van een organisme
Wanneer we het hebben over de bouw van een organisme heeft men het over het algemeen over meercellige organismen. Ieder organisme is opgebouwd uit verschillende soorten cellen. Wanneer een groep cellen bij elkaar zit en allemaal dezelfde functie en kenmerken hebben, wordt deze groep cellen een weefsel genoemd. Organen bestaan weer uit verschillende soorten weefsels en die behoren weer tot een orgaanstelsel. De orgaanstelsels vormen uiteindelijk het organisme. Ieder organisme bestaat dus uit een structuur die onder te verdelen is in steeds kleinere onderdelen van het lichaam.
Cellen
Organismen zijn opgebouwd uit ontzettend veel cellen. Deze cellen zien er niet allemaal hetzelfde uit en de functies van deze cellen lopen ook behoorlijk uiteen. Een zenuwcel zal bijvoorbeeld gespecialiseerd zijn in het doorsturen van informatie binnen een organisme terwijl een spiercel zorgt voor stevigheid. De functie van de cel is dus afhankelijk van de plaats in het organisme. Wat voor soort cel een cel gaat worden is vlak na de bevruchting tijdens de zwangerschap van een organisme al vastgelegd.
Weefsels
Het is mogelijk dat meerdere cellen dezelfde functie hebben binnen een organisme. Wanneer deze cellen bij elkaar zitten en dus een groepje van cellen vormen, wordt dit een weefsel genoemd. Er zijn verschillende soorten weefsels. In de spieren zal je voornamelijk spierweefsel vinden en een veel voorkomend weefsel in de huid is opperhuid. Ook bij planten kun je verschillende weefsels onderscheiden. Denk maar aan de schors van een boom.
Organen
Er zijn behoorlijk wat verschillende organen in een organisme. Ieder orgaan bestaat uit verschillende soorten weefsels. Deze weefsels hebben verschillende functies, maar de functies hangen nauw met elkaar samen en zorgen ervoor dat het orgaan zijn werk kan doen. Ieder orgaan binnen een organisme heeft een belangrijke taak om de vitaliteit van het organisme te handhaven. Het hart pompt bijvoorbeeld het bloed rond, longen en huidmondjes zorgen ervoor dat organismen zuurstof binnen krijgen en nieren zorgen er voor dar afvalstoffen uit het bloed van een organisme worden gehaald. Ieder orgaan heeft dus zijn eigen grote taak om een organisme gezond te houden.
Orgaanstelsels
Orgaanstelsels zijn eigenlijk de systemen van het organisme. Alle organen van een organisme kan je bundelen in een aantal orgaanstelsels. In een orgaanstelsel zorgen de organen voor een belangrijk proces in een organisme. Hierbij heeft ieder orgaan zijn eigen functie. Het spijsverteringsstelsel bestaat bijvoorbeeld uit de slokdarm, de maag, de galwegen en de darmen. Samen zorgen deze organen voor de vertering van voedingsstoffen. De bloedsomloop zorgt weer voor de aanvoer van zuurstof en andere belangrijke stoffen en de afvoer van afvalstoffen. De orgaanstelsels zorgen er samen voor dat een organisme kan functioneren.
Organismen
Het totaalplaatje van alle voorgaande niveaus is een organisme. Alle levende wezens en dus ook planten en schimmels zijn organismen. Meercellige organismen kun je met deze indeling tot in detail uitsplitsen. Meercellige organismen bestaan dus uit orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen. Alle taken die binnen een organisme gedaan moeten worden kan je binnen deze niveaus ook steeds verder specificeren. Op deze manier kunnen we organismen dus tot in het kleinste detail beschrijven.