Elektriciteit voor jong en oud: een parallelschakeling
Met simpele zaken als een batterij, lampjes, draadjes en een schakelaar kun je leuke experimenten doen met elektriciteit. Het geeft kinderen, maar ook volwassenen, een prima inzicht in wat er nu eigenlijk gebeurt als je een schakelaar omzet. Soms zet je lampjes achter elkaar in een stroomkring, soms naast elkaar: een parallelschakeling. En dat maakt verschil!
Veilig werken
De stroom uit het stopcontact heeft een veel te hoge stroomsterkte en kan daardoor erg gevaarlijk en zelfs dodelijk zijn. Experimenten met elektriciteit doe je dus nooit met het stopcontact, hiervoor gebruiken we veiliger alternatieven. Een gewone batterij is de stroombron, zodat we veilig kunnen experimenteren.
Na of naast elkaar, een serie- of parallelschakeling?
Als je in een eenvoudige stroomkring twee lampjes wilt plaatsen, dan kun je ervoor kiezen de stroom eerst door het ene lampje en vervolgens door het tweede lampje te laten lopen. Als je dat doet, dan heb je een serieschakeling gebouwd. Je kunt het ook heel anders aanpakken. De lampjes zitten niet na elkaar, maar worden tegelijk van stroom voorzien door ze naast elkaar te zetten. We noemen dit een parallelschakeling. En zoals je zult zien, dat maakt heel wat verschil!
Foto’s en schema’s
Hieronder vind je een instructie hoe je een parallelschakeling kunt bouwen en wel je daar allemaal voor nodig hebt. Een foto laat je duidelijk zien hoe het er uiteindelijk uit moet gaan zien. Je zult begrijpen dat in ingewikkelder schakelingen een foto waarschijnlijk juist verwarrend gaat werken. Vandaar dat er meestal gebruik wordt gemaakt van schema’s, waarop elk element met een eigen symbool is ingetekend. In de uitleg hieronder zie je beide, de foto én het symbool.
Wat heb je nodig
In de lijst hieronder zie je aangegeven wat je allemaal nodig hebt, met korte omschrijving, een foto en het bijbehorende symbool.
Onderdeel | Beschrijving | Foto | Symbool |
Batterij | Gebruik bij voorkeur een platte batterij van 4,5 Volt. Het voordeel van dit model batterij is dat er twee lipjes aan zitten waar je de stroomdraadjes gemakkelijk aan kunt vastmaken. | | |
Vier geïsoleerde snoertjes | Het fijnst is het als je snoertjes hebt waar op het eind een klemmetje zit, dat ook wel krokodillenbekje wordt genoemd. Als je goed naar het klemmetje kijkt, dan weet je wel waarom. De snoertjes moeten geïsoleerd zijn, dus er zit een isolerende plastic laag omheen. Contact tussen de draadjes kan dan geen kortsluiting veroorzaken. | | |
Twee fittingen | Een fitting gebruik je om een lampje in te draaien. Aan de fitting zitten twee contactpuntjes, waar draadjes worden aangesloten. Als het lampje in de fitting zit, kan er een stroom van het ene contactpuntje via het lampje naar het andere contactpuntje lopen. | | |
Twee lampjes | Gebruik lampjes van 3,5 Volt, die in de fittingen gedraaid kunnen worden. | | |
Hoe pak je het aan
- Je begint met de spullen te verzamelen die je voor de parallelschakeling nodig hebt.
- Je draait de twee lampjes in de twee fittingen.
- Klem het krokodillenbekje van het eerste snoertje aan een contactlipje van de batterij. De andere kant klem je vast aan een van de contactpuntjes van de eerste fitting.
- Klem het krokodillenbekje van het tweede snoertje aan hetzelfde contactpuntje van de eerste fitting. Er zitten hier dus twee draadjes op hetzelfde punt vast. De andere kant van het tweede snoertje maak je aan het eerste contactpuntje van de volgende fitting vast.
- Klem het krokodillenbekje van het derde snoertje aan het tweede contactpuntje van de tweede fitting. De andere kant klem je aan het tweede contactpuntje van de eerste fitting.
- Klem het krokodillenbekje van het vierde snoertje aan het tweede contactpuntje van de eerste fitting. Hier zitten dus ook twee draadjes op hetzelfde punt vast. De andere kant van het vierde snoertje maak je aan het tweede contactlipje van de batterij vast.
- Als het goed is zijn nu de beide lampjes aangegaan. Hieronder zie je een foto en de bijbehorende schematekening.
Een beetje moeilijker
Door een schakelaar aan de parallelschakeling toe te voegen kun je beide lampjes tegelijk aan- en uitzetten. Wat je hiervoor nodig hebt:
Onderdeel | Beschrijving | Foto | Symbool |
Snoertje | Een vijfde geïsoleerde snoertje | | |
Schakelaar | Met een schakelaar kun je de stroomkring onderbreken en weer verbinden. Hierdoor loopt er geen stroom of juist weer wel, zodat de lampjes uit zijn of juist weer aan. | | |
Hoe pak je het aan
- We gaan uit van de parallelschakeling zoals je die nu had aangelegd.
- Maak één van de geïsoleerde draadjes los van de batterij. Dit draadje maak je vast aan een van de contactpuntjes van de schakelaar.
- Pak het vijfde geïsoleerde snoertje. Klem de ene kant vast aan het tweede contactpuntje van de schakelaar. De andere kant van het snoertje komt aan het contactlipje van de batterij.
- De parallelschakeling is nu voorzien van een schakelaar, waarmee je de lampjes tegelijk aan en uit kunt zetten. Hieronder zie je weer een foto en een schema.
Opmerkelijk
Als je een parallelschakeling vergelijkt met een serieschakeling, dan valt je misschien wat op. De lampjes branden in een parallelschakeling twee keer zo fel als in de serieschakeling. Dat betekent natuurlijk ook, dat je voor een parallelschakeling meer stroom nodig hebt, de batterij zal daarmee eerder leeg zijn.
Extra onderzoek
Nu wordt het tijd om te experimenteren. Wat zou er gebeuren als je de schakelaar op een andere plek in je stroomkring inbouwt? Door de schakelaar te verplaatsen schakel je twee of misschien steeds maar één lampje uit en weer aan. Probeer eerst te bedenken wat je wil gaan doen en te voorspellen wat het effect zal zijn. En dan uitproberen. Had je gelijk?