Elektriciteit voor jong en oud: een eenvoudige stroomkring
Hoe afhankelijk we zijn van elektriciteit wordt meestal pas duidelijk op het moment dat er een stroomstoring is. Ineens werken allerlei apparaten niet meer en is het opladen van telefoons of laptops onmogelijk. Ons leven draait om elektriciteit. Reden genoeg om kinderen op een veilige manier te leren omgaan met elektriciteit, zodat ze zien hoe het werkt en wat je er allemaal mee kunt. En dat begint bij het begin: een eenvoudige stroomkring.
Elektriciteit
Je kunt het je haast niet meer voorstellen, maar een dikke honderd jaar geleden waren er nauwelijks bruikbare toepassingen voor elektriciteit. Pas in het vierde kwart van de negentiende eeuw werd de gloeilamp uitgevonden, maar het zou nog een hele tijd duren voor een elektrische lamp gemeengoed was in alle huishoudens.
Een stroomkring en een gloeilamp
Het principe van een werkende gloeilamp is simpel. Er wordt een stroomkring gevormd, waarbij de elektriciteit door een dun draadje van wolfram in een luchtledig glazen bolletje wordt geleid. Het draadje is zo dun dat het door al die voortrazende elektronen gaat gloeien. Het resultaat: licht. Zo’n eenvoudige stroomkring met een werkend lampje is gemakkelijk zelf te maken. Uiteraard gebruiken we hiervoor nóóit de stroom uit het stopcontact, dat is levensgevaarlijk. Overigens kom je gloeilampjes nog wel tegen in hobbyschakelingen, maar steeds minder in elektrische schakelingen in huis. Dat heeft alles met het milieu te maken, een gloeilamp produceert eigenlijk maar weinig licht, de meeste elektriciteit wordt verbruikt omdat er ook veel warmte wordt geproduceerd.
Foto’s en schema’s
Met behulp van een foto kun je precies zien hoe alles in elkaar moet. Dat werkt bij eenvoudige schakelingen prima, maar als het ingewikkelder wordt kun je aan de wirwar van draadjes niet goed meer zien hoe alles in elkaar zit. Daarom wordt vaak gebruik gemaakt van schematekeningen.
Wat heb je nodig
Voor het maken van een eenvoudige stroomkring heb je een aantal materialen nodig. Hieronder zie je ze staan, met een korte uitleg. Je ziet ook welk symbool wordt gebruikt in schematekeningen.
Naam | Omschrijving | Foto | Symbool |
Batterij | Gebruik een platte batterij van 4,5 Volt. Het voordeel van deze batterij is dat je met een klemmetje stroomdraadjes gemakkelijk kunt vastmaken aan de lipjes van de batterij. | | |
Twee geïsoleerde snoertjes | Het fijnst is het als je snoertjes hebt met aan het uiteinde een klemmetje, ook wel krokodillenbekje genoemd. Hiermee maak je het snoertje gemakkelijk aan een contactpunt vast. De snoertjes moeten geïsoleerd zijn, zodat ze niet per ongeluk contact met elkaar maken en kortsluiting kunnen veroorzaken. De stroom kan niet door het isolatiemateriaal van het snoertje heen. | | |
Een fitting | Aan de fitting zitten twee contactpuntjes, waar je met het krokodillenbekje een draad op kunt vastklemmen. Die contactpuntjes gaan zorgen voor de stroomverbinding. Zodra er een lampje in de fitting wordt gedaan maken de beide contactpuntjes verbinding met het lampje. Alleen het binnenste van de fitting en de contactpuntjes zijn van metaal, de rest is van isolerend materiaal, zodat de stroom veilig op de goede plaats blijft. | | |
Lampje | Een lampje van 3,5 Volt. Dit lampje kun je in de fitting draaien. | | |
Hoe pak je het aan
- Je begint met het verzamelen van alle spulletjes die je nodig hebt: de batterij, twee geïsoleerde draden met krokodillenbekjes, de fitting en het lampje van 3,5 Volt.
- Het lampje draai je in de fitting.
- Pak het eerste geïsoleerde snoertje. Met het krokodillenbekje klem je het vast aan het korte lipje van de platte batterij.
- Maak de andere kant van het snoertje vast aan een van de schroefjes die je op de fitting ziet zitten.
- Pak het tweede geïsoleerde snoertje. Maak eerst de ene kant van het snoertje met het krokodillenbekje vast aan het tweede schroefje op de fitting.
- Maak de andere kant van dit tweede snoertje vast aan de lange lip van de batterij. Op het moment dat je dit doet gaat het lampje branden. Je hebt je eerste stroomkring gemaakt!
Hieronder zie je twee afbeeldingen, de één laat de hele schakeling zien, de ander laat dezelfde schakeling zien, maar nu in schema.
Een beetje moeilijker
Je kunt het geheel een beetje leuker en spannender maken. Hiervoor heb je nog twee dingen nodig:
Naam | Omschrijving | Foto | Symbool |
Snoertje | Een derde geïsoleerde snoertje (met krokodillenbekjes) | | |
(Tuimel)schakelaar | Met een schakelaar kun je een stroomkring onderbreken. Door het handeltje van de schakelaar om te zetten wordt een stukje metaal zo verschoven, dat er geen contact meer is, de stroom kan niet doorlopen. Het resultaat: een brandend lampje gaat meteen uit. Gelukkig kun je de schakelaar ook weer naar de andere kant zetten, zodat de stroom wordt hersteld en de lamp weer aan gaat. | | |
Hoe pak je het aan
We gaan uit van de schakeling zoals je die hierboven had aangelegd.
- Maak één van de draadjes los van de batterij, en klem dit draadje met behulp van het krokodillenbekje aan het contact aan één kant van de schakelaar.
- Pak het derde geïsoleerde snoertje. Klem het met het krokodillenbekje aan de andere kant van de schakelaar vast.
- Maak de andere kant van het geïsoleerde snoertje vast aan het lege lipje van de batterij.
- De schakeling is nu compleet. Gebruik de schakelaar om het lampje aan of uit te schakelen.
Hieronder zie je weer de uiteindelijke schakeling en het bijbehorende schema.