Veiligheid creëren in de klas
Leerlingen behalen betere leerresultaten in een omgeving die voor hen als veilig wordt beschouwd. In de klas betekent dit dat leerlingen niet bang hoeven te zijn om wie ze zijn. Het gaat erom dat ze open kunnen communiceren zonder zich daarvoor te hoeven schamen. In het begin van het groepsproces zal de communicatie stroever verlopen dan wanneer de leerlingen elkaar hebben leren kennen. Leerlingen zullen naarmate het groepsproces vordert, zich meer 'veilig' gaan voelen. In het groepsproces zijn een aantal fase te onderscheiden en een docent heeft veel invloed op die verschillende fasen. Zo vervult de docent een belangrijke rol in het creëren van veiligheid in de klas.
Openheid in de communicatie
Veiligheid in de groep is van wezenlijk belang om tot goede leerresultaten te komen van de leerlingen. Een belangrijk aspect van het creëren van veiligheid in een groep is de mate waarin men open is in de communicatie. Wanneer groepsleden uitspreken wat voor hen belangrijk, is zal de groep meer openheid vertonen. Daarbij helpt het als men spreekt vanuit de ‘ik-vorm’ en zijn of haar gevoelens tot uitdrukking brengt. Van daaruit kunnen de groepsleden op elkaar reageren en op deze manier wordt aandacht besteed aan de onderlinge relaties. Groepsleden leren elkaar zo beter kennen en zullen zich daardoor beter op hun gemak gaan voelen. Het voordeel hiervan is dat men zich kwetsbaar durft op te stellen. Refererend aan bovenstaande heeft dit tot gevolg dat mensen elkaar beter leren begrijpen, want men leert zo elkaars mening te respecteren, omdat in een open groepssfeer iedereen elkaars normen en waarden kent doordat groepsleden aangeven wat voor hen belangrijk is.
De roos van Leary
Hoe zit het nu met die openheid in een groep? Hoe komt dit tot stand? Om hier een verklaring voor te vinden is het van belang om te weten dat er in een groep twee dimensies plaatsvinden, namelijk een dimensie van macht en invloed enerzijds en intimiteit en affectie anderzijds. De leden in de groep die dominant zijn vertonen ‘Boven-gedrag’. Enkele voorbeelden hiervan zijn delegeren, organiseren, naar macht streven en initiatief nemen.
Leden die weinig invloed hebben vertonen volgzaam gedrag bijvoorbeeld; Afhankelijkheid tonen, afwachtende houding aannemen, om hulp vragen en onzeker zijn. Deze gedragingen vallen onder het ‘Onder-gedrag’.
De tweede dimensie – intimiteit en affectie – geeft de verhouding weer in de mate waarin men persoonlijk of afstandelijk met elkaar omgaat. De term ‘Samen’ staat dan voor elkaar steunen, helpen, vriendelijk zijn en iedereen als gelijkwaardig zien. De term ‘Tegen’ betekent confronteren, voor eigen standpunt opkomen, kritiek uiten en streng zijn.
De twee dimensies met de daarbij behorende gedragingen worden weergegeven in de ‘Roos van Leary’. Het model is bedacht door Leary in 1957. De Roos van Leary kan gebruikt worden om bepaald gedrag van een groep te verklaren.
Voorfase
Groepsontwikkeling vindt plaats in vijf fasen. De eerste fase vindt plaats nog voordat de groepsleden ooit bij elkaar geweest zijn. Een voorbeeld van deze ‘voorfase ’ is de keuze van een groep studenten om de lerarenopleiding omgangskunde te gaan volgen aan de hogeschool van Utrecht. Tevens worden in de voorfase de doelen bekend voor de studenten, een voorbeeld hiervan is de lijst van vakken die de student met goed gevolg zal moeten afleggen.
Na de voorfase volgt de ‘oriëntatiefase’. De theorie zegt dat in deze fase men zich afhankelijk opstelt van een leider en andere sturingselementen, zoals bijvoorbeeld een vastgesteld programma.
Machtsfase
Wanneer er voor iedereen in de groep een vertrouwensklimaat is ontstaan, dient de ‘machtsfase’ zich aan. Remmerswaal spreekt van kritische vragen ten aanzien van het leiderschap en de onderlinge relaties. In een klas kan dit opgemerkt worden wanneer sommige studenten vaker van zich laten horen dan andere. En andere houden zich juist stil en spreken alleen met een select groepje uit de klas.
Wanneer de leraar het voor elkaar krijgt om in ieder geval deze machtsfase te realiseren – een klimaat van vertrouwen weet te creëren – is het ook mogelijk om op multiculturele scholen een veilige leeromgeving te scheppen. Refererend aan bovenstaande quote is er dan aandacht voor elkaars persoonlijke opvattingen.
De vierde fase is de affectiefase volgens Remmerswaal. In deze fase staat de betrokkenheid tot elkaar centraal en worden de onderlinge verhoudingen geregeld. Er vormen zich soms subgroepen.
Studenten kiezen vaak hun vertrouwde maatjes in de omgang. Ook worden er steeds meer uitspraken over elkaar gedaan in de ‘wandelgangen’.
Autonome groep
De laatste fase is de autonome groep. Hierin gaat het erom dat men zichzelf accepteert in relatie tot de ander. Men handelt in deze fase uit betrokkenheid voor de groep.
Iedereen wil wel zijn diploma halen, maar heeft het behalen daarvan vooral in eigen hand, de groepscohesie heeft daar geen doorslaggevende invloed op.
Echter, is het wel van belang voor de groep dat er een veilig leerklimaat heerst, want dat draagt zeker bij aan de leerprestaties.
© 2014 - 2024 Gerritcorrado, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Veiligheid in de groepWanneer mensen geen veilige ontwikkeling hebben meegekregen in hun thuissituatie heeft dat gevolgen voor hun verdere ont…
Schrijver Jacques VriensJacques Vriens is een bekende kinderboekenschrijver van Nederlandse bodem. Leer meer over het leven van Jacques Vriens e…
Pesten in het basisonderwijsPesten is wat anders dan plagen. Pesten gebeurt structureel. Het pesten kan verschillende vormen aannemen: van schelden,…
Integrale kindcentraEr is een nieuwe trend gaande, waarbij kinderopvang, peuterspeelzalen, basisscholen en buitenschoolse opvang geïntegreer…
Bronnen en referenties
- Remmerswaal, Handboek Groepsdynamica, 10e druk
- http://www.tekstproducties.nl/do/modules.php?name=News&file=article&sid=74, laatst geraadpleegd op 30-10-2013.
- http://www.nji.nl/nl/Actueel/Nieuws-over-de-jeugdsector/2010/Goede-leerkracht-schept-veilige-leeromgeving, laatst geraadpleegd op 30-10-2013.