Welke soorten onderwijs kennen we?
In Nederland heeft ieder kind vanaf zijn vijfde tot met zijn achttiende een leerplicht. Dat begint met acht jaar basisschool. Tussen de basisscholen bestaan nog al wat verschillen en een eventuele keus is dan ook niet makkelijk. In Nederland kennen we openbaar en bijzonder onderwijs. Openbaar onderwijs is voor iedereen toegankelijk. Voor openbaar onderwijs is het niet van belang welke godsdienst of levensovertuiging iemand heeft. Bijzonder onderwijs is wel gebaseerd op godsdienst of levensovertuiging. Denk hierbij aan bijvoorbeeld christelijk onderwijs. Maar daarnaast heb je nog algemeen bijzonder onderwijs. Hieronder vallen de scholen die werken volgens een bepaald onderwijskundig plan. Maar welke soorten onderwijs kunnen we hierin onderscheiden? Hopelijk dat het volgende artikel je hierbij op weg helpt.
Montessorionderwijs
Het Montessorionderwijs is gebaseerd op de onderwijskundige ideeën van Maria Montessori. Het gaat uit van de belevingswereld van het kind en de mogelijkheid van kinderen om zichzelf te ontwikkelen. Kinderen hebben daar in dit onderwijskundig idee geen leerkrachten maar begeleiders voor nodig.
De groepen binnen het montessorionderwijs bestaan uit kinderen in drie leeftijdslagen. De kinderen zijn een keer de jongste, de middelste en de oudste. Ze krijgen dan ook geen klassikale lessen maar taken. Deze taken moeten dan op een bepaald moment op de dag of in de week af zijn. De bedoeling is dat de kinderen ook vooral van elkaar leren maar ook vooral zelfstandig leren. Dit doen ze met speciaal ontwikkeld lesmaterialen en met antwoordkaarten. De kinderen leren op die manier ook zelf corrigerend te zijn. Binnen dit onderwijs is geen beoordeling in de vorm van cijfers of rapporten. Wel worden de kinderen geobserveerd en hier wordt dan een verslag van gemaakt.
Jenaplanonderwijs
Het Jenaplanonderwijs is gebaseerd op de onderwijskundige ideeën van Peter Petersen. Het gaat uit van een belangrijke plaats van intellectuele ontwikkeling en opvoeding binnen het onderwijs.
Ook binnen het Jenaplanonderwijs zitten kinderen van drie leeftijdslagen bij elkaar. Niet in klassen maar in zogenaamde stamgroepen die ieder een eigen ruimte hebben. De samenwerking tussen de kinderen is hierbij heel belangrijk. Vooral de samenwerking tussen de verschillende leeftijdsgroepen. De nadruk ligt binnen dit onderwijs op creatieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van weekschema's waarin veel ruimte is voor kringgesprekken. Ook wordt er gebruik gemaakt van thema's waarbinnen veel creatieve en sociaal-emotionele activiteiten naar voren komen. Het idee is dat door deze manier van onderwijs de kinderen een beter zelfbeeld ontwikkelen en goed leren samenwerken.
Daltononderwijs
Daltononderwijs werkt volgens het onderwijskundig idee van Helen Parkhurst. Dit onderwijs gaat uit van het kind en legt de focus op zelfstandigheid, samenwerking en vrijheid.
Binnen het Daltononderwijs werken ze met weektaken, maandtaken, individuele taken of groepstaken. De kinderen werken aan hun taken die zij dan binnen een bepaalde tijd af moeten hebben . Ze moeten hierbij hun eigen tijd indelen. De leerkracht heeft hierbij de rol van begeleider. Is er een probleem is het de bedoeling dat kinderen zelf of door middel van samenwerking tot een oplossing komen. Het idee wat hier bij hoort is het buiten het klaslokaal werken.
Freinetonderwijs
Freinetonderwijs werkt volgens het onderwijskundig idee van Celestin Freinet. Freinetonderwijs gaat uit van de belevingswereld van het kind. Het idee is dat een kind zelf kan kiezen wat hij wil leren. Hierdoor zal het kind altijd gemotiveerd zijn.
Aan de basis van het onderwijs in de klas ligt het kind. De kinderen nemen een initiatief om te leren en maken hier een plan voor. Dit onder begeleiding van een docent. Samen zorgen deze ervoor dat er zinvol gewerkt wordt. Het idee is dat de kinderen experimenteel ontdekken in plaats van iets vooraf uitgelegd te krijgen. De taak van de docent is het aanbrengen van structuur en diepte in datgene wat aangeleerd gaat worden. Democratie en samenwerking neemt een belangrijke plaats in binnen de klassen.
Vrije school
Vrije scholen werken volgens het onderwijskundig idee van Rudolf Steiner. Dit onderwijs gaat uit van de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Hierbij zijn muziek, toneelspelen, handvaardigheid en beweging net zo belangrijk als rekenen, schrijven en taal.
Dit onderwijs legt de nadruk op eigenschappen van kinderen die later nodig zijn om zich blijvend te ontwikkelen. Alles wat gedaan wordt is ter ondersteuning van de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Leerstof is daarbij altijd het middel en nooit het doel. De kerndoelen, zoals vastgesteld door de overheid, worden gezien als tussendoelen. het einddoel is altijd de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Ook bij de vrije scholen zien we klassen van verschillende leeftijdsgroepen.
Iederwijs
Het onderwijs volgens het iederwijs is ontstaan in de praktijk. Dit onderwijs gaat uit van wat kinderen zelf nodig hebben en wat er van kinderen kan worden verwacht.
Binnen dit onderwijs krijgen kinderen de kans om zichzelf te ontwikkelen en hun eigen activiteiten te regelen. Het uitgangspunt is dat kinderen van nature en uit zichzelf hun weg kunnen vinden. Dus ook als het gaat om wat ze willen leren, wanneer ze het willen leren en hoe ze het willen leren. Het iederwijs biedt de kinderen hiervoor een veilige en inspirerende omgeving.
De keus voor een bepaald soort onderwijs is moeilijk. Past het wel bij je kind? Belangrijk is dat je rustig de tijd neemt om een keus te maken. Spreekt een bepaalde stroming je aan, neem dan contact op met die scholen. Ga altijd een kijkje nemen op de scholen en lees schoolgidsen goed door. Een rondleiding en een schoolgids geeft je nog meer informatie over het desbetreffende onderwijs.