Werkstuk Griekenland
Griekenland is een warm land waar veel over te vertellen is. In dit artikel bevindt zich een compleet werkstuk over Griekenland.
Algemeen
De ligging
Griekenland ligt in het zuidoosten van Europa. In het noorden grenst Griekenland aan Albanië, Macedonië en Bulgarije en in het oosten aan Turkije. In het westen aan de Ionische zee, in het zuiden aan de Middellandse zee en in het oosten aan de Egeïsche zee.
De oppervlakte
Griekenland is geen groot land maar heeft wel een hele lange kustlijn en ongeveer 400 eilanden. De oppervlakte van Griekenland is 131.944 km2, (dat is de helft van Engeland).
De hoofdstad en de belangrijke steden
De hoofdstad van Griekenland is Athene. Andere grote steden zijn Thessaloníki, in het noorden, Piraeus ligt aan de kust bij Athene, Pátras ligt in het noorden van de Peloponnesus, Lárisa ligt in midden Griekenland en Heraklion, deze stad ligt op Kreta.
Rivieren en gebergten
De belangrijkste rivier is de Axiós, deze stroomt in het noordoosten vlakbij Thessaloníki, de Aliakmon stroomt ook in het noorden en de Pinios stroomt in midden Griekenland. Het Píndhos gebergte ligt in het westen en loopt naar het zuiden door tot de Golf van Karinthië. In het noorden langs de grens met Bulgarije ligt het Rhodópi gebergte. De Olympus ligt in het noorden aan de Golf van Thessaloníki en is 2917 meter hoog. Het zuidelijke deel van het Griekse vasteland is een breed schiereiland: de Peloponnesus. Dit schiereiland is meer dan 15.000 km2 groot. In het midden en zuiden van de Peloponnesus zijn bergketens.
De vlag
De vlag van Griekenland is blauw met witte horizontale strepen en een wit kruis in de linker bovenhoek. Het kruis vertegenwoordigd de Grieks Orthodoxe kerk.
De taal
In Griekenland spreekt met Grieks, maar er is ook een gedeelten van Griekenland waar men Turks, Macedonisch en Albanees praat.
In Griekenland hebben ze rare letters en woorden. Dit komt uit de oudheid.
Het geld
Griekenland heeft ook de euro.
- 1 eurocent – trireme, oorlogsschip uit de 5de eeuw voor Chr.
- 2 eurocent – corvette, schip dat werd gebruikt tijdens de onafhankelijkheidsoorlog (1821 – 1827).
- 5 eurocent – moderne mammoettanker.
- 10 eurocent – Rigas Velestinlis Fereos, streed voor de bevrijding van de Balkan (1757 – 1798).
- 20 eurocent – Ioannis Capodistrias, was de eerste gouverneur van Griekenland na de onafhankelijkheidsoorlog (1776 – 1831 ).
- 50 eurocent – Eleftherios Venizelos, was zeven keer premier van Griekenland (1864 – 1936).
- 1 euro - een uil, symbool van de wijsheid en de Griekse godin Athene.
- 2 euro – een scène uit de griekse mythologie. De god Zeus heeft de gedaante van een stier aangenomen en ontvoert Europa, een jonge vrouw op wie hij verliefd was.
Planten en dieren
Planten
Vroeger waren er in Griekenland veel bossen, maar de mens heeft veel bomen gekapt, daarom is er nog maar weinig bos over. De bossen die nog bestaan worden daarom door de regering beschermt, en er worden ook veel bomen geplant. De meeste bossen zijn in het Pindos gebergte onder anderen zilversparren, dennen, steeneiken, kastanjebomen, pijnbomen en haagbeuken. Langs de rivieren staan platanen en populieren. Verder groeien er nog wingerd en olijfbomen, met daartussendoor dichte struiken die wel 6 meter hoog kunnen worden. In de heuvels groeien buksbomen, cipressen, johannesbroodbomen, laurier en zwarte pijnbomen. In het voorjaar krijgen de heuvels een gele kleur doordat de brem dan in bloei staat. Wat ook mooi is zijn de palmbomen, agaven en cactussen die er groeien.
Op Korfoe (een eiland) staan ongeveer 4 miljoen olijfbomen. De olijfboom zorgt al heel lang voor hout en voedsel voor de mens en ook voor dieren. Alleen in het voorjaar zijn anemonen, chrysanten, irissen, narcissen, krokussen en hyacinthen te zien. Margrieten en papavers komen daarna in bloei. Kruiden die vooral voorkomen in Griekenland zijn: tijm, basilicum, rozemarijn, lavendel, salie, mint en oregano.
Dieren
In Griekenland leven schildpadden, adelaren, gieren, slangen, hagedissen en gekko’s. In de bergen leven wolven, wilde beren en bruine beren. Doordat er weinig bossen meer zijn, leven er geen grote zoogdieren meer in Griekenland. Het edelhert komt bijna niet meer voor, hij is in Griekenland bijna uitgestorven. De ree en de gems komen nog wel voor. Er zijn nog wilde geiten en wilde zwijnen op enkele eilanden. In het noordwesten komen nog wolven voor, ook jakhals, wilde kat, otter, das en wezel leven daar nog. Langs de kust komt de monniksrob (een soort zeehond) nog voor. Konijnen komen in Griekenland bijna niet meer voor, hazen komen nog wel voor. In het noorden komen siesel’s voor dat zijn een soort eekhoorn die vrij zeldzaam is. Kikkers , padden en slangen die niet giftig zijn komen overal voor net zo als de gekko, kameleons en andere soorten hagedissen. In Griekenland leven veel soorten sprinkhanen, mestkevers, schorpioenen en duizendpoten. Er leven veel schildpadden in Griekenland: de Moorse landschildpad en een landschildpad die alleen in Griekenland voorkomt (Testudo marginata).
In de zee leven zwaardvis, makreel, tonijn, sardine, schelpdieren, sponzen, haaien, kreeften en inktvissen. Er leven niet veel dolfijnen meer in de zeeën rond Griekenland. Er leven wel 400 soorten vogels in Griekenland, dit komt omdat Griekenland in de vliegroute ligt voor trekvogels. In de bergen zijn verschillende soorten arenden te zien, gieren en kleinere roofvogels. Van de 39 roofvogels in Europa zijn er 36 te zien in het Dadia-woud, bij de Turkse grens. Onder andere de valse gier, de aasgier, de balkansperwer en de in Europa zeer zeldzame moniksgier. De uilen, ijsvogel, hop, wielewaal, specht, bijeneter en scharrelaar komen vaker voor. Bij de rivieren leven veel watervogels en bij meren zijn flamingo’s en ooievaars. Griekenland is een land waar veel vogels de tussenstop houden dit gebeurt veel op het eiland Kreta. Katten en honden worden als huisdier gehouden. Maar bijna elk gezin op het platteland heeft wel een paar schapen en geiten. Daardoor komen de mensen aan melk, kaas en wol. Er leven ongeveer 10 miljoen schapen en geiten in Griekenland. Ezels, muildieren en paarden worden gebruikt in bergachtig gebied. Er zijn drie nationale parken die samen 52.000 ha. groot zijn. Op sommige eilanden liggen natuurreservaten.
Industrie
Bij de zeehaven van Thessaloníki is veel industrie, dit is het belangrijkste centrum van de industrie in het noorden. Uit deze haven worden veel producten geëxporteerd, o.a. textiel en mineralen, dit zijn stoffen die uit de grond komen. Rond de stad zijn veel fabrieken. Het meeste werk kwam vroeger vooral van de visserij, de landbouw en de mijnbouw. Vanaf een jaar of veertig geleden kwamen er veel toeristen naar de eilanden, daarom werden er veel hotels en restaurants gebouwd. Er veranderde daardoor veel op de eilanden. Tot halverwege de vorige eeuw was er in Griekenland heel veel landbouw. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het land kwam de industrie op gang. Het meeste succes hadden de Grieken in de toeristenindustrie: het land werd een goed bezochte bestemming voor de toeristen. In 2003 werd Griekenland door 12 miljoen toeristen bezocht. Toch is het toerisme niet (meer) de grootste bron van inkomsten. Dat is de scheepvaartindustrie. Ongeveer 20% van alle schepen ter wereld is eigendom van Griekse rederijen. In 2004 bracht dat 7,8 miljard euro op, 6,9 miljard euro werd er met het toerisme verdient. Veel toeristen komen uit Engeland en Duitsland. Vooral de Griekse eilanden zijn favoriet, en dan vooral Kreta, Corfu en Rhodos.
Ook de ruïnes uit de Griekse Oudheid trekken veel toeristen. De Peloponnesos is dan ook bekend bij de toeristen. Daar zijn onder meer de resten te vinden van Olympia, waar de "oude" Olympische Spelen werden gehouden. De hoofdstad Athene is een populaire bestemming voor een korte stedentrip, met als belangrijkste bezienswaardigheid de Akropolis. De belangrijkste overige takken van industrie zijn textiel, levensmiddelen, tabak en chemie. De meeste industrie ligt rond de twee grootste steden, Athene en Thessaloniki.
Geschiedenis
De oude Grieken leefden ongeveer 2500 jaar geleden. Ze waren goede krijgers, zeevaarders en handelaren. Hun politieke denkers, dichters en toneelschrijvers stonden aan de wieg van de westerse beschaving. De eerste beschaving in Griekenland wordt Minoïsche beschaving genoemd, deze ontstond op Kreta. De leden hiervan waren goede werkers die textiel, aardewerk en metalen voorwerpen maakten en ze dreven ook veel handel.
In ongeveer 1628 voor Christus vernietigde een vulkaanuitbarsting een groot stuk van het eiland Santoriní dat eiland ligt ten noorden van het eiland Kreta. Het oude Griekenland was nooit één land. Het bestond uit stadsdelen, ieder deel had zijn eigen geld en leger. Rond 800 v. Chr. begonnen de Grieken uit te waaieren over het hele Middellandse Zeegebied, omdat er te veel mensen woonden en omdat er niet veel voedsel meer was in Griekenland.
De Grieken stichtten nederzettingen langs de hele kust van de Middellandse Zee. Om slechts enkele voorbeelden te noemen: Massilia (Marseille), Neapolis (Napels), Byzantium (Istanbul), Malaca (Malaga) en Carthago in wat nu Tunesië is. Aan Griekenland hebben we de democratie te danken. Al in de 5e eeuw kwamen de burgers van Athene geregeld bij elkaar om over politieke zaken te praten en besluiten te nemen. Vrouwen en slaven hadden niets in te brengen. De Grieken waren de eersten die de macht niet aan een enkele persoon gaven, maar aan een groot deel van het volk. Vanaf 1814 wilden steeds meer mensen vrijheid. Tussen 1821 en 1827 brak er in sommige plaatsen oorlog uit omdat Turkije Griekenland wilde veroveren en de Grieken wilden zelf hun land leiden. Sommige legers uit West-Europa vonden Griekenland zo goed vechten voor vrijheid dat ze mee gingen helpen en daardoor won Griekenland het gevecht om vrijheid.
Landschap en klimaat
Landschap
De belangrijkste weg tussen Griekenland en West-Europa loopt door het ruige, rotsachtige landschap van Macedonië. Macedonië ligt in het noorden van Griekenland. In Thessaloníki wonen bijna een half miljoen mensen. Macedonië was ongeveer 2400 jaar geleden een beroemd Grieks koninkrijk. Tegenwoordig is Macedonië niet alleen de naam van de streek in Griekenland maar ook de naam van het dichtbij gelegen land Macedonië. Dit land hoorde vroeger bij Joegoslavië, later werd het in 1992 onafhankelijk. In het noorden langs de Bulgaarse grens ligt het Rhodópi gebergte, daar zijn veel pijnbomen. In het oosten ligt de grens met Turkije. Duizenden jaren geleden werd dit gebied al door legers en handelaren gebruikt als route tussen Europa en Azië.
Ten zuiden van Macedonië ligt een grote vruchtbare vlakte, daar wordt tarwe, fruit en olijven verbouwd. De belangrijkste steden zijn Lárisa, Tríkkala en de havenstad Vólos. In het westen ligt het Píndos gebergte. In het noorden ligt de hoogste berg van Griekenland, de Olympus. Deze berg is ruim 2917 meter hoog. Langs de hellingen van de berg stromen kleine beekjes, op de top van de berg ligt het grootste deel van het jaar sneeuw. De oude Grieken geloofden dat de Olympus het huis van de goden was, deze werd geregeerd door Zeus, dit is de god van de hemel en het weer. Andere hoge bergen zijn: de Pindos, die is 2637 meter hoog, de Gramnos, die is 2520 meter hoog, de Parnassos, die 2457 meter hoog en de Taigetos, die is 2404 meter hoog.
Iets meer naar het zuiden, in Centraal Griekenland ligt Athene. Athene is de hoofdstad van Griekenland. In de buurt van Athene vind je veel slagvelden en tempels.
De Peloponnesus
Het zuidelijke deel van het Griekse vasteland is een breed schiereiland: de Peloponnesus. Het is meer dan 15.000 km2 groot. Het midden en zuiden van het schiereiland is erg bergachtig.
De grootste stad is de havenstad Kalamáta, deze ligt aan de Middellandse zee en is beroemd omdat er veel olijven worden geëxporteerd. De stad werd in 1986 door een aardbeving verwoest. In het noorden grenst de Peloponnesus aan een smalle strook land, de Istmus van Korinthe. In 1893 werd door de Istmus een kanaal gegraven waardoor de Peloponnesus eigenlijk en eiland werd. Het kanaal is meer dan 6 kilometer lang en doordat de rotswanden heel steil zijn is het een indrukwekkend gezicht. Het Kanaal van Korinthe verbindt de Ionische zee met de Egeïsche zee daardoor kunnen de schepen makkelijk van de ene zee naar de andere zee.
De eilanden
Het vasteland van Griekenland is zo bergachtig, 80% bestaat uit bergen en heuvels, dat de oude Grieken het meestal makkelijker vonden om over zee te reizen. Passagiers op de schepen die door de Ionische en de Egeïsche zee varen zien heel veel eilanden. Er liggen ongeveer 400 eilanden in de zee rond Griekenland, de meeste zijn ruig en rotsachtig met mooi witte stranden. Op veel eilanden zijn ook oude ruïnes te vinden of een op een hoge rots gebouwde vesting of klooster. Er zijn ook nog veel kerken en kastelen uit de Middeleeuwen.
De Ionische eilanden liggen vlak voor de westkust van Griekenland, het grootste eiland van deze eilandengroep is Korfoe, er komen heel veel toeristen naar toe.
Op de eilanden bij Athene en aan de oostkust van de Peloponnesus komen vooral veel Grieken van het vasteland vakantie vieren. In de Egeïsche zee ligt de eilandengroep de Cycladen, met o.a. het eiland Míkonos en Santorini. Míkonos is bekend om de windmolens en smalle straatjes met witte huisjes.
De eilandengroep de Sporáden, of Dodekánesos, ligt in het noordwesten van de Egeïsche zee tot in het zuidoosten, vlak voor de Turkse kust. Het grootste eiland is Rhodos. In de middellandse zee ligt het grootste eiland van Griekenland, Kreta. Kreta is ruim 8.000 km2 groot. Er zijn hoge bergen en grotten. Op Kreta worden aardappelen, groenten, walnoten, olijven en wijn druiven verbouwd. Boeren hebben ook vaak schapen en geiten. De twee grootste steden zijn Iráklion en Khanía. Ook op dit eiland komen veel toeristen. Kreta heeft eigen tradities en klederdracht, er wordt een dialect gesproken.
Het klimaat
Griekenland heeft een mediterraan klimaat (middellands zee klimaat), met droge zomers en zachte winters met veel regen. De vlaktes hebben een landklimaat. In de lente is het heel mooi weer in Griekenland daarom komen er dan heel veel vakantiegangers naar Griekenland. De grote regenbuien in Griekenland duren vaak niet lang. De gemiddelde temperatuur in Athene is ongeveer 17,7 graden. Griekenland is het warmste land van Zuid Europa. In de zomer kan het soms 45 graden worden. Op Kreta is het heel warm, in de middag komt de temperatuur nauwelijks onder 16 graden. De natuur in de bergen is in het voorjaar groen maar in de zomer is het erg heet en verdort alles. In de winter valt er soms sneeuw en dan vooral op de bergtoppen van meer dan 1000 meter hoog. Athene heeft gemiddeld 6 dagen per jaar sneeuw. Griekenland wordt vaak getroffen door lichte aardbevingen Athene. Athene is de hoofdstad van Griekenland. Athene is genoemd naar de Griekse godin Athena, dit is de godin van de wijsheid. Athene is een stad met erg veel huizen, mensen en vooral veel auto’s die veel herrie en erg veel luchtvervuiling veroorzaken. In de warme zomermaanden lijkt het net alsof er een hele dichte mist boven de stad hangt. De luchtvervuiling is slecht voor de oude stenen van de oude monumenten, en daarom is het centrum van de stad alleen toegankelijk voor voetgangers. Er wonen ongeveer 3 miljoen inwoners in Athene. In en rond Athene zijn nog veel oude ruïnes, Griekse en Romeinse. Er zijn nog oude stadsmuren, tempels, een theater, een bibliotheek en een oud marktplein.
Een van de bekendste bezienswaardigheden is de Acropolis. Dit is een afgeplatte berg met veel bekende tempels zoals het Parthenon. Het Parthenon werd ongeveer 2500 jaar geleden gebouwd als een tempel voor Athena.
Piraeus
De laatste 50 jaar is Athene veel groter geworden. Met de metro kun je naar Piraeus, de haven van Athene. Hier zijn o.a. scheepswerven en fabrieken. De haven ligt vol met internationale containerschepen, olietankers en passagiersschepen. Mensen die op vakantie gaan naar de Griekse eilanden stappen hier op een veerboot. Ook vertrekken hiervandaan veerboten naar andere havens aan de Middellandse zee, zoals Alexandrië in Egypte.
De Olympische Spelen
De eerste Olympische spelen werden gehouden in de stad Olympia. Toen was het elke keer in dezelfde stad. De Olympische spelen worden elke vier jaar gehouden. De eerste Olympische spelen waren al in het jaar 1370 voor Christus. De eerste Spelen hadden maar één onderdeel: hardlopen. Later werden er onderdelen toegevoegd zoals: werpen (met een discus, kogel of speer), ver- en hoogspringen, boksen, worstelen en wagenraces. De sporters waren helemaal naakt. Er mochten geen vrouwen meedoen en ze mochten ook niet bij de Spelen aanwezig zijn. De laatste Olympische spelen waren in 393 na Christus. Nu worden de Olympische spelen elke keer in een ander land gehouden. Naar de Olympische spelen komen sporters van de hele wereld. Sinds de eerste moderne Olympische Spelen in 1896 zijn er meer soorten sporten. In 1896 deden er nog maar vijf soorten sporten mee, in 1996 waren het er al 26. Als een sport in veel verschillende landen over de hele wereld beoefend wordt, kan het een Olympische sport worden. Sinds de Winterspelen van 1994 in Lillehammer (Noorwegen) worden de Zomer- en Winterspelen niet meer in hetzelfde jaar georganiseerd, maar wisselen ze elkaar iedere twee jaar af. Tot de Winterspelen behoren sporten als schaatsen, skiën, rodelen en ijshockey. Tot de Zomerspelen behoren sporten als atletiek, zwemmen, roeien, zeilen, wielrennen, rugby, hockey, voetbal, boksen en turnen. Lichamelijk gehandicapten hebben eigen Olympische Spelen: de Paralympics. Deze Paralympics worden net als de Olympische Spelen iedere vier jaar gehouden. De Paralympics waren voor het eerst in 1960 in Rome. Er zijn net als bij de Olympische Spelen zowel Zomer als Winter Paralympics. In 1980 werden de Zomer Paralympics in Nederland georganiseerd. De vijf gekleurde ringen staan symbool voor de Olympische Spelen. Elke ring staat voor een werelddeel. De blauwe ring staat voor Amerika, de zwarte voor Afrika, de rode voor Europa, de gele voor Azië en de groene voor Australië. De moderne Olympische Spelen werden door Pierre Coubertin voor het eerst in 1896 in Athene georganiseerd.
Onderwijs
Kinderen in Griekenland gaan vanaf hun 6de jaar tot hun 15de jaar naar school. Kinderen van vier tot zes jaar kunnen naar de ‘nipedagogeio’, de kleuterschool. Van 6 tot 12 jaar zitten ze in de ‘dimotiko scholeio’ (lagere school) en dan tot hun 15de in het ‘gymnasio’.Na deze derde klas van de middelbare school, kunnen de leerlingen naar een hogere opleiding , het ‘lykeio’. Als ze 18 zijn kunnen ze dan naar de universiteit of naar het hogere beroepsonderwijs. De zomervakantie duurt meestal van half juni tot half september. In het lager onderwijs zitten gemiddeld 14 kinderen in de klas. Het onderwijs is voor alle Grieken gratis, maar er zijn ook privé-scholen. Er zijn kleuterscholen, basisscholen, middelbare scholen en scholen met alleen bovenbouw vwo, hogere beroepsopleidingen en universiteiten.
Cultuur
De oude Griekse beschaving was de oorsprong voor de hele westerse beschaving. De Grieken waren pioniers (vernieuwers) op gebieden als wiskunde, natuurkunde, geneeskunde, filosofie (levensbeschouwing), politiek en literatuur. artsen leggen over de hele wereld de eed van Hippocrates af. De drie beroemdste filosofen uit de Oudheid zijn Socrates, Plato en Aristoteles. Bijna iedere Griek (96%) is lid van de Grieks-orthodoxe kerk. Het symbool van het geloof is de in het zwart geklede pope, de priester. Overal in het land staan schitterende oude kerkjes en kapellen die stuk voor stuk versierd zijn met mozaïeken of fresco's. Een heel belangrijk feest is het paasfeest, waarbij de priester 's nachts om 12 uur in de kerk het Licht uitdeelt ten teken dat Christus is opgestaan. De traditie van de kerk is diep in het leven van de burgers geworteld. Tot voor kort konden Grieken alleen in de kerk trouwen. Het kerkelijk huwelijk had een wettelijke status. De huidige wetgeving is een compromis. Grieken hebben nu de keuze tussen in de kerk trouwen of op het stadhuis. In beide gevallen wordt het huwelijk door de wet erkend. De laatste jaren is de welvaart flink toegenomen en dat heeft zijn weerslag op de Griekse samenleving. Zo hadden vrouwen traditioneel een ondergeschikte rol. Tot 1955 hadden ze geen stemrecht. Sinds de jaren '80 is de positie van de vrouw geleidelijk meer gelijkwaardig geworden aan die van de man. Zo is de bruidsschat officieel bij wet verboden, al wordt deze traditie vooral op het platteland nog wel in ere gehouden. Overigens bestaat er een traditie in het noorden van Griekenland, waarbij de mannen- en vrouwenrollen voor één dag worden omgedraaid. Ieder jaar op 8 januari wordt daar Gynaikrata gevierd. Vrouwen brengen dan de dag door in cafés en andere sociale centra waar mannen gewoonlijk samenkomen, terwijl de mannen thuisblijven en het huishouden doen.
De familiebanden zijn sterk in Griekenland. Je zult er dan ook vrijwel geen bejaardentehuizen vinden. Oude mensen worden verzorgd door hun kinderen, die op hun beurt hopen dat hun kinderen ze zullen verzorgen als de tijd daar is. Al sinds de Oudheid is kunst een belangrijk onderdeel van de Griekse cultuur. Nog steeds worden in veel antieke Griekse theaters drama's opgevoerd. Het oude Griekenland heeft veel literatuur voortgebracht: poëzie, drama, filosofische en historische verhalen.
De Sirtaki
Grieksedans is niet (alleen) de Sirtaki; er bestaan maar liefst 200 verschillende Grieksedansen.In Griekenland danst iedereen! Jong en oud, mannen en vrouwen, dik en dun. Kinderen gaan al vanaf hun vierde jaar naar dansles, en ook pubers en volwassenen zijn dol op de Griekse dans. Iedere dans vertelt iets over de cultuur en de mentaliteit van de mensen uit het gebied waar de dans is ontstaan, op een van de eilanden of op het vasteland.
Eten en drinken
In Griekenland vinden ze het ontbijt niet zo belangrijk, veel mensen drinken liever een kop sterke koffie halverwege de ochtend. De lunch gebruiken ze om een uur of twee, als de winkels dichtgaan voor de siësta. Aan het einde van de middag gaan de winkels weer open en ze sluiten pas weer ’s avonds. De Grieken eten ’s avonds pas tussen negen en elf uur.
Er zijn in Griekenland veel verschillende soorten cafés. En de mensen gaan best wel vaak uit eten in de restaurants, of in een taverna, dit is een eetcafé. Veel mannen in Griekenland gaan wel eens naar een cafenío, een koffiehuis. Een zaharaplastío is een bakkerij die typische Griekse gerechten verkoopt, bijvoorbeeld baklavá. Als de Grieken thuis eten word het eten vaak vroeg klaar gemaakt. Ze eten het dan ’s avonds een beetje lauw. Daar eten ze vaak brood en olijfolie bij. Bekende Griekse gerechten zijn:
- Tzatzíki = yoghurt met komkommer en knoflook.
- Dolmádes = gevulde wijnbladeren.
- Moussáka = gebakken aubergine met gehakt.