Spelling werkwoorden, d of t aan het eind?
Hoe vaak hoor je niet dat mensen het Nederlands moeilijk vinden, vooral met de werkwoorden en hun vervoegingen. Hoe vaak lees je het niet: een woord met de verkeerde letter aan het eind: in kranten, tijdschriften, rapportages, notulen etc. Het is ook niet makkelijk, maar met een aantal tips en wat uitleg is het misschien beter te onthouden.Begrippen
Bij de uitleg van het gebruik van werkwoorden hebben we te maken met verschillende termen.Hier een aantal op een rij:
- werkwoord (ww.)= woord dat een handeling of toestand aanduidt, bijv. zitten, lopen, spijten, voelen etc.
- stam = wat je hoort als je het hele ww. uitspreekt zonder -en: bijv. vergader-, behandel-.
- persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw.) = een woord dat een persoon aangeeft:
- ik, jij, u, hij/zij (enkelvoud)
- wij, jullie, zij (meervoud)
- persoonsvorm (pv.) = de vorm van het ww dat bij het pers. vnw. hoort, bijv. ik loop, hij loopt, wij lopen
- tegenwoordige tijd (t.t.)= de tijd die op dit moment is, denk er "nu" bij, bijv. hij loopt (nu), wij lezen graag
- verleden tijd (v.t.) = dat wat was, denk er "gisteren" bij, bijv. jij las (lezen), zij legden (leggen)
- voltooide tijd (volt. tijd)= dat wat geweest is en voorbij, bijv. ik ben geweest, hij heeft gelachen
- voltooid deelwoord (volt.dlw.) = de vorm van het ww in de volt. tijd, bijv. gezien, gezegd, gelopen, gepakt
- het ex-kofschip/ex-fokschaap = een hulpmiddel om de eind -d of -t toe te voegen aan een ww in de volt. tijd
(Eerst werd alleen "fokschaap" of "kofschip" gebruikt, maar door woorden als bijv. faxen is nu de -x- toegevoegd, daar geldt dezelfde regel voor).
Problemen
Hoe herken je de persoonsvorm (pv.)?- Maak de zin vragend: dan komt de pv. vooraan te staan: Loopt de koe in de wei?
- Zet de zin in meervoud of enkelvoud, dan verandert de pv.:Het hek is dicht. De hekken zijn dicht.
De lastigste werkwoorden zijn die waar de pv. en het volt. dlw. hetzelfde klinken, ww. die vaak beginnen met be-, ver-, ge-, ont-, etc. Men schrijft ze anders, bijv.:
- pv.: beoordeelt, hij beoordeelt nu, zij onderbouwt haar antwoord.
- volt.dlw.: beoordeeld, hij is vorige week beoordeeld, zij heeft haar antwoord onderbouwd.
Andere voorbeelden zijn: behandelen, verbeteren, vernielen, ontzenuwen, onderbouwen, verzegelen etc.
Om te weten of je nu een -d of een -t aan het eind schrijft, moet je kijken naar de hoedanigheid van het ww.:
- is het een pv. van de 2e of 3e pers. enkelv. (jij, u, hij/zij): schrijf een -t
- jij behandelt hem vandaag (2e pers.), stam + t
- hij verbetert zijn fouten (3e pers.) stam + t
- [LIST]Is het een volt. dlw.? Schrijf een -d:
- De patiƫnt is behandeld.
- De bushalte is vernield.
Twijfel? 't ex-Kofschip/'t ex-fokschaap!
De overeenkomsten tussen het ex-Kofschip en het ex-Fokschaap is dat de medeklinkers in deze woorden, t.w. de t, x, f, k, s, ch, p helpen bij het toevoegen van de -t aan het eind van een volt.dlw. en bij de verleden tijd.Bijv. stam van het ww. juichen eindigt op -ch. Dan krijgt het volt.dlw. een t op het eind: hij heeft gejuicht.
(De verleden tijd (v.t.) is ook: hij juichte).
Hetzelfde bij:
- pakken, stam = pak, hij pakte, hij heeft gepakt
- blaffen, stam = blaf, hij blafte, hij heeft geblaft
- vissen, stam = vis, hij viste, hij heeft gevist
- knippen, stam = knip, jij knipte, jij hebt geknipt
- faxen, stam = fax, jij faxte, jij hebt gefaxt
Dus: als de stam eindigt op een t, x, f, k, s, ch, of p dan krijgt het ww. in de v.t. en de volt. tijd een -t, (werkw. op -t houden een t), elke andere uitgang krijgt een -d!
LET OP: bij verhuizen:
- stam = verhuiz-, de Z verandert wel in een S, maar je moet de stam hanteren voor de uitgangen in v.t. en volt.tijd.:
- tegenw. tijd = zij verhuist,
- verleden tijd = zij verhuisde
- volt. tijd = zij is verhuisd
bij: verven
- stam = verv-, de V verandert wel in een F, maar:
- tegenw. tijd = hij verft
- verleden tijd = hij verfde
- volt. tijd = hij heeft geverfd
De -Z van de stam "verhuizen" en de -V van de stam van "verven" geven aan dat je een "d" moet gebruiken in de v.t. en volt. tijd, omdat ze NIET in het Kofschip of Fokschaap staan.
Andere lastige werkwoorden.
Nu zijn er ook nog werkwoorden die al een -d of een -t in de stam hebben.Je kunt dan ook luisteren naar de ik-vorm, bijv.:
ik let op (opletten), ik beantwoord (beantwoorden), ik raad (raden), maar dan hoor je eigenlijk altijd een -t-klank.
Altijd dus de -en van een ww. weglaten, dan hoor je het beter.
In de tegenw. tijd wordt er dan alleen in de 2e en 3e persoon enkelvoud (jij, u, hij/zij) een t toegevoegd:
- jij beantwoordt
- hij besteedt
- zij bekleedt
- u raadt
Bij de 1e persoon enkelvoud (ik) gebruik je de uitgang van de stam: ik beantwoord, ik besteed, ik zit, ik raad etc. Alleen bij de woorden met een Z of een V in de stam verandert de uitgang in een S of F(zie hierboven).
handig hulpmiddeltje!!!!
Bij twijfel kun je het werkwoord "LOPEN" in de plaats zetten van het te gebruiken werkwoord:ik antwoord (ik "loop": ik hoor geen "t" dus schrijf ik "antwoord" met een "d", maar: hij "loopt' dus: hij antwoordt. )
Ook bij vragende zinnen: Antwoord jij? - loop jij? (geen "t")!! Maar: Antwoordt U? - want: Loopt U? (wel een "t")
Het blijft moeilijk, maar met een beetje oefening moet het lukken.