Spaans: Uitspraak
Spanje, een land wat al geliefder wordt. Een zomervakantie, een paar maanden overwinteren, zelfs emigreren naar Spanje wordt al populairder. Toch blijft het een lastige taal qua uitspraak. Hieronder vindt u enkele tips welke te maken hebben met de Spaanse taal.Uitspraak
In het algemeen- Het Spaans is een taal waar schrijfwijze en uitspraak niet ver uit elkaar liggen. De Spaanse letters worden, onafhankelijk van hun plaats in een woord, over het algemeen voor ‘vol’ aangezien. Ze worden bijvoorbeeld aan het eind van een woord normaal uitgesproken
- Als er twee opeenvolgende klinkers in één woord staan, dan moeten die afzonderlijk worden uitgesproken
- Behalve de Nederlandse medeklinkers kent het Spaans de ‘ñ’. Daarnaast worden de combinaties ‘ch’ en ‘ll’ als aparte medeklinkers beschouwd
- Het Spaans kent maar enkele dubbele medeklinkers: cc [ks], ll [lj] en rr [rr]
Klinkers
- a: tussen ‘zak’ en ‘zaak’ – Valencia
- o: tussen ‘rok’ en ‘rook’ – Colombia
- e: tussen ‘hel’ en ‘heel’ – Argentina
- i: als ‘ie’ in ‘piek’ – camisa
- u: als ‘oe’ in ‘boek’: música
Let op: In de lettercombinaties gue / gui en que / qui wordt de ‘u’ niet uitgesproken: guerrilla, guía, querer, quiosco. Als de ‘u’ wel moet worden uitgesproken, dan staat er een trema boven: cigüeña.
Tweeklanken
- ai – aislado
- ei – reino
- oi – oigo
- au – jaula
- eu – deuda
- iu – viuda
- ue – bueno
Een tweeklank wordt gevormd door twee klinkers waarvan er tenminste één ‘i’ of ‘u’ is. De tweede klinker krijgt de nadruk wanneer de tweeklank zowel een ‘i’ als een ‘u’ bevat en beklemtoond is.
Let op: Geen tweeklank vormt een combinatie van de klinkers ‘a’, ‘e’ of ‘o’.
Medeklinkers
Medeklinkers | Uitspraak | Woord |
---|---|---|
b/v | beide letter worden op zelfde manier uitgesproken: aan het begin van een woord als een ‘b’ in het midden van een woord meer als een ‘w’ | Valencia, Barcelona, Cuba, Eva |
c | als een ‘k’ als de Engelse ‘th’ voor een ‘e’ en ‘i’ | casa, Carmen, cerveza, cinco |
ch | als ‘tsj’ in ‘tsjilpen’ | mucho |
d | iets zachter dan de Nederlandse ‘d’ en aan het eind van een woord valt hij vrijwel geheel weg | Granada, Madrid |
f | als de Nederlandse ‘f’ | fiesta |
g | als ‘g’ in het Franse ‘garçon’, maar voor ‘e’ en ‘i’: uitspreken als de Nederlandse ‘g’ | Granada, tango, Gerano, gitano |
h | wordt nooit uitgesproken | Holanda, hotel |
k | komt alleen voor in leenwoorden | kilo, kiwi |
l | als de Nederlandse ‘l’ in Limburg | hotel, libro |
ll | als ‘lj’ waarbij de ‘l’ nauwelijks wordt uitgesproken zoals in ‘vanille’ | Mallorca, Sevilla |
m | als de Nederlandse ‘m’ | Málaga, mamá |
n | als de Nederlandse ‘n’ | Antonio, Ana |
ñ | als ‘nj’ waarbij de ‘j’ klank oveheerst | España, niña |
p | als de Nederlandse ‘p’ | papá, Pablo |
q | wordt altijd gevolgd dor een ‘u’ en beide klanken worden samen getrokken als ‘k’ | queso, qué |
r | vóór in de mond als een rollende ‘r’ | rápido, raro, comer, mar |
rr | wordt nog langer aangehouden dan de ‘r’ aan het eind van een woord | burro, perro |
s | minder scherp dan de Nederlandse ‘s’ | señora, postre |
t | als de Nederlandse ‘t’ | televisíon, toro |
v | zie b | [/TD] |
alleen in leenwoorden | windsurf | |
x | als een zachte ‘k’, zoals in het Engelse ‘good’ gevolgd door een ‘s’ | examen |
y | als de Nederlandse ‘j’ | mayo, yo |
z | als de Nederlandse ‘th’ | taza, plaza |