A. den Doolaard (1901-1994)
De schrijver A. den Doolaard heeft in zijn leven veel reizen gemaakt. De ervaringen tijdens die reizen heeft Den Doolaard verwerkt in zijn romans. Te denken valt hierbij o.a. aan De Herberg met het Hoefijzer, De Druivenplukkers, Oriënt-Express en Het land achter Gods rug.
Uit het leven van A. den Doolaard
A. den Doolaard is een pseudoniem (schuilnaam) voor
Cornelis Johannes George Spoelstra. De achternaam, Den Doolaard, heeft de schrijver gekozen omdat hij van 'aard' (karakter) een 'doler' (zwerver) was. De eerste letter van zijn gefingeerde voornaam, de A, koos hij omdat dit de eerste letter van het alfabet is. Je kunt tenslotte niet alle 26 letters als eerste letter van je voornaam gebruiken.
Den Doolaard is geboren in Zwolle, op 7 februari 1901. Hij overleed te Hoenderloo op 26 juni 1994. Al vroeg na zijn geboorte vertrok het gezin Spoelstra, waarvan de vader predikant was, naar Zuid-Afrika. Over die periode zegt hij zelf later: "In vier jaar bekleedde mijn vader zeventien standplaatsen". Het hoeft dan ook geen vraag te zijn van wie de schrijver zijn onrustige zwerversnatuur had. Vervolgens gaat het gezin naar Den Haag waar de jonge Cornelis de H.B.S (Hogere Burgerschool) bezoekt. Als zijn vader overlijdt, stopt hij met zijn studie en neemt een baan als boekhouder bij de B.P.M (Bataafse Petroleum Maatschappij). Als hij 27 jaar is, geeft hij zijn baan op, jaagt er in enkele maanden een fors kapitaal door en gaat 'aan de zwerf' door Frankrijk en de Balkan. Hij verdient de kost met allerlei soorten baantjes: straatfotograaf, dokwerker, druivenplukker, boerenarbeider, rozen-enter of zo maar als los-arbeider. Zijn kritiek op het groeiende fascisme zorgt al voor de oorlog voor een uitwijzing uit Oostenrijk, terwijl Duitsland en Italië hem de toegang tot hun land ontzeggen.
In 1930 verblijft hij in het luxueuze Franse wintersportgebied rond Chamonix. Tijdens die vakantie beklimt hij de Mont Blanc.
In het begin van de jaren '30 van de vorige eeuw maakt hij een voetreis van Saloniki naar Sarajewo. Ook de ervaringen tijdens die tocht opgedaan, evenals de beklimming van de Mont Blanc, inspireren hem tot het schrijven van romans.
In 1936 krijgt hij een aanstelling als reisredacteur bij
Het Volk, na de oorlog
Het Vrije Volk. In 1940 moet hij vluchten omdat hij zich in de reportage
Het hakenkruis over Europa negatief uitgelaten heeft over de Nazi's. Hij reist met zijn vrouw naar Bordeaux om daar de boot te nemen naar Engeland. Hij komt niet op tijd, de
Bérénice is al naar Engeland vertrokken. Op de boot zit ook zijn vriend, de bekende Nederlandse dichter Marsman. Het te laat komen wordt zijn redding: de
Bérénice wordt door een Duitse torpedo tot zinken gebracht. Onder de dodelijke slachtoffers is ook zijn vriend Marsman. Een jaar later weet Den Doolaard Engeland te bereiken. Daar wordt hij medewerker aan de zeemansomroep
De Brandaris. Weer een jaar later, in 1942, wordt hij verslaggever bij
Radio Oranje. Hij blijft dat tot de bevrijding. Na de oorlog bezoekt hij als verbindingsofficier het eiland Walcheren, dat door de geallieerden volledig geïnundeerd is.
Van 1948 tot 1950 verblijft hij in de V.S.
In 1962 loopt hij mee in een anti-atoomdemonstratie in Amsterdam.
Afwisselend woonde hij in zijn buitenverbijf te Hoenderloo en in zijn huis in Joegoslavië aan de kust van de Adriatische Zee. Nooit heeft hij zich bij een kerkgenootschap aangesloten, hoewel zijn vader predikant was. Evenmin was hij lid van een politieke partij.
In 2006 is er in de Macedonische stad
Ohrid een monument onthuld ter nagedachtenis aan Den Doolaard. Ook het plein waarop het monument zich bevindt, draagt zijn naam.
Eén van zijn belangrijkste uitspraken was: "Mijn vaderland is de wereld geworden, waar dezelfde zon haar licht doet schijnen over dezelfde goeden en bozen. Ik beschouw het vandaag als de taak van de schrijver, om te strijden voor het behoud van de menselijke waardigheid, die door de moderne staat meedogenloos wordt vernietigd, terwijl hij zijn onderdanen geluk noch veiligheid of bestaanszekerkheid kan verschaffen."
Romans, novellen en gedichten
Bij het vermelden van zijn werk beperken we ons tot de drie in het kopje genoemde onderwerpen. Daarnaast zijn van zijn hand veel artikelen in kranten en tijdschriften verschenen. Ook schreef hij veel reisverslagen, meestal in samenwerking met anderen.
- De verliefde betonwerker. (1926). Een gedichtenbundel, ontstaan in de tijd dat hij als boekhouder bij de BPM werkte.
- De wilde vaart. (1928) Gedichten.
- De laatste ronde. (1929) Roman.
- De druivenplukkers. (1931) Roman. Hierin vertelt hij zijn ervaringen die hij in dat jaar in Frankrijk heeft opgedaan. Het boek wordt een groot succes..
- Vier balladen. (1932) Gedichten.
- De witte stilte. (1932) Roman. Tijdens zijn verblijf in Chamonix beklimt hij in 1930 de Mont Blanc. Zijn roman is een neerslag van zijn ervaringen.
- De herberg met het hoefijzer. (1933) Roman. Tijdens een voetreis maakt hij kennis met het volk der Malissoren, een bergvolk dat de bloedwraak nog kent om de familie-eer te wreken. Ook dit boek wordt een succes.
- Oriënt-Express.(1934) Roman. Een boek over de Macedonische onafhankelijkheidsbeweging.
- De grote verwildering. (1936) Roman. Als hij opnieuw in Chamonix verblijft, beschrijft hij de beklimming van de Mont Blanc door de eerste twee Alpinisten.
- Wampie, de roman van een zorgeloze zomer (1938) Novelle.
- De bruiloft der zeven zigeuners. (1939) Roman, opnieuw zich afspelend in Joegoslavië.
- Dolken en rozenkransen. (1939) Novelle.
- Oranjehotel. (1944) Sonnet.
- De partizanen en andere gedichten. (1944) Gedichten.
- De vier ruiters. (1944) Gedichten.
- Vooravond Kerstmis. (1944) Gedichten.
- Het verjaagde water. (1947) Roman over de drooglegging van het geïnundeerde eiland Walcheren.
- Kleine mensen in de grote wereld. (1953) Roman over een reis door de Verenigde Staten.
- Het land achter Gods rug. (1956) Roman. Verhaal over het leven van ingenieur Wolf Crnojevitsj die over de Tara-kloof een geweldige brug bouwt en diezelfde brug in de partizanenstrijd tegen de Duitsers opblaast. Als hij daarna door de Duitsers wordt gevangen genomen, wordt hij op de resten van zijn eigen brug terechtgesteld.
- Het leven van een landloper. (1958) Roman, autobiografisch.
- De goden gaan naar huis. (1966). Roman.
- Ontsporingen. (1967) Verhalen.
- Achter de blinde muur. (1967) Verhalen.
- Samen is twee keer alleen. (1976) Roman.
Prijzen
- In 1934 wordt Den Doolaard genomineerd voor de Mei-prijs voor zijn boek De herberg met het hoefijzer. Deze prijs heeft hij geweigerd.
- In 1980 ontvangt hij de Edo Bergsma-ANWB-prijs voor zijn gehele oeuvre.
Links
Voor een boekverslag van
De herberg met het hoefijzer, klik op:
De herberg met het hoefijzer, boekverslag
Voor meer over taal, klik op:
Nederlandse taal