Meervoud in het Zweeds
In het Nederlands is het maken van een meervoud betrekkelijk eenvoudig vergeleken bij het Zweeds. Waar wij meestal de uitgang -en of s achter een woord plakken, of er een ander woord van maken, kent men in het Zweeds vijf verschillende groepen woorden die elk een andere uitgang hebben. Een overzicht.
In mijn vorige artikel over de
Zweedse taal heb ik uitgelegd wat het
bepaald lidwoord in hield. Ook heb ik geschreven dat er twee groepen onbepaalde woorden zijn, namelijk
''en'' woorden, en
''ett'' woorden. Dit onderscheid is heel belangrijk in het
Zweeds, omdat je alleen bij de juiste indeling in de groep de juiste vervoeging kan maken en een correcte Zweedse zin kunt produceren.
1. De uitgang -or
Dit is een groep waarin en-woorden in staan. Dit zijn de niet-onzijdige woorden. Het
Zweedskent ook ett woorden, die zijn onzijdig. Deze groep bevat enkel woorden die op een a eindigen (en wat uitzonderingen). Bij de vervoeging valt de a weg: en flicka - flickor (meisje, meisjes)
Uitzonderingen met een medeklinker:
- en ros, rosor = roos, rozen
- en våg, vågor =golf, golven
- en toffel,tofflor = pantoffel(s)
- en åder, ådror = ader(s)
2. De uitgang -ar
Behalve een ett woord (ett finger,fingrar) bevat deze groep alleen en woorden. Alle zelfstandige naamwoorden die eindigen op -(n)ing vallen onder deze groep. Verder bevat ze vele eenlettergrepige woorden. Ook tweelettergrepige woorden die uitgaan op onbeklemtoond
e, el,en,er. De onbeklemtoonde e valt bij het meervoud weg.
- en tidning, tidningar = krant, kranten
- en bro, broar = brug, bruggen
- en pojke, pojkar = jongen, jongens
Twee woorden in deze groep hebben klinkerverwisseling in meervoud:
- en dotter, döttrar = dochter, dochters
- en moder, mödrar = moeder, moeders
Bij sommige woorden verandert de uitgang iets:
- en morgon, morgnar = morgen, morgens
- en sommar, somrar = zomer, zomers
3. De uitgang -er
Dit is een groep met
en-woorden zoals eenlettergrepige naamwoorden, zelfstandige naamwoorden die eindigen op nad, (n)är, het, skap en ion. Verder staat er veel leenwoorden in deze groep. Het is gebruikelijk in het Zweeds dat men nieuwe woorden uit andere taal, volgens de Zweedse grammatica vervoegt. Zo is bij ons het meervoud van museum, musea en niet museums. De Zweden echter hebben als meervoud van ett museum, museer. En stadium is stadier in het meervoud.
Deze groep bevat ook een aantal ett-woorden zoals leenwoorden die eindigen op een beklemtoonde slotklinker of leenwoorden die eindigen op eum/ium. U hebt al bij het voorbeeld van ett museum kunnen zien hoe de vervoeging werkt.
Enkele woorden hebben een klinkerverwisseling. Voorbeelden:
- en fot, fötter = voet, voeten.
- en natt, nätter = nacht, nachten
De en-woorden die eindigen op een onbeklemtoonde el of er verliezen de e in meervoud.
- en neger, flera negrer = een neger, meerdere negers
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op een klinker kunnen -er of -r als uitgang krijgen. Meerlettergrepige woorden met een beklemtoonde eindlettergreep krijgen -er. Woorden waarbij de eindlettergreep niet belemtoond is krijgen een -r
- en meny, menyer = een menu, menu's
- en bastu, bastur = een sauna, sauna's
4. De uitgang op n
Dit is een groep met alleen ett-woorden die op een klinker eindigen.
- ett schema, scheman = een schema, schema's
- ett äpple, äpplen = een appel, appels
Ett öra en ett öga hebben een onregelmatige vervoeging:
- Öron en ögon = Oren en ogen
5. Geen aparte uitgang
De laatste groep woorden is een groep woorden waarbij het meervoud hetzelfde geschreven wordt als het enkelvoud. Vooral ett-woorden die uitgaan op een medeklinker bevinden zich in deze groep. Ook en-woorden die eindigen op -are,-ande-ende en -(ik)er. Het zijn vooral woorden die aanduidingen zijn voor personen, beroepen of nationaliteiten.
- en resande, resande = reiziger, reizigers
- en politiker, politeker = politicus, politici
- ett hus, hus = huis, huizen.
Als we het juiste woord in de juiste groep willen plaatsen is het vooral van belang dat we weten of het een en of ett woord is. Dit kan opgezocht worden in een woordenboek. Om een juiste vervoeging te maken moet men ook weten welke lettergrepen beklemtoond zijn en welke niet. Men kan daarvoor het woord hardop uitspreken. Naar de betekenis van een woord kijken helpt ook, zo kan worden vast gesteld of het een nationaliteit is bijvoorbeeld en dus in groep 5 thuis hoort.