Het belang van voor- en vroegschoolse educatie
In situaties waar kinderen een verhoogd risico op een taalachterstand lopen, kunnen programma's voor voor- en vroegschoolse educatie worden ingezet. Dit zijn onderwijsprogramma's voor jonge kinderen in de leeftijd van 3 tot 6. Ze kunnen gebruikt worden op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en kleuterscholen. Deze programma's blijken enorme positieve effecten te hebben op de taalontwikkeling van kinderen. In dit artikel wordt het belang ervan geschetst.
Jonge leeftijd
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de educatie op jonge leeftijd van grote invloed is op de schoolloopbaan. Stimulatie van de cognitieve, talige en sociaal-emotionele ontwikkeling is cruciaal voor de verdere ontwikkeling van het kind. Het blijkt dat een achterstand op latere leeftijd veel moeilijker in te halen is. Hoe eerder begonnen wordt met de interventie, hoe meer effect deze heeft. Voor- en vroegschoolse programma’s zijn dus van groot belang.
Kwalitatief goed programma
Deze moeten echter wel op een goede manier uitgevoerd worden. De effecten zijn het grootst als een kwalitatief goed programma op een goede manier wordt uitgevoerd. Dit blijkt onder andere uit evaluatiestudies in Nederland van Kaleidoscoop en Piramide (Leseman en Blok, 2004).
Verschillende ontwikkelingsgebieden
Een programma dat zich richt op een deel van de ontwikkeling, heeft vaak slechts een beperkt effect. De verschillende ontwikkelingsgebieden hangen sterk met elkaar samen. Brede interventies die ingebed zijn in ondersteunings- en schoolverbeteringseffecten, hebben daarom het meeste resultaat. Hierbij moeten zoveel mogelijk partijen worden betrokken, het programma moet intensief zijn en van redelijk lange duur (Harskamp, 2004).
Voor- en vroegschoolse educatie
In Amerika is er veel onderzoek gedaan naar de economische effecten van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Men heeft VVE-kinderen gedurende lange tijd gevolg en vergeleken met controlegroepen. Op deze manier is aangetoond dat er veel korte, middellange en lange termijn effecten van VVE zijn. Op korte termijn is er minder uitval in het onderwijs, betere leerprestaties, meer gezondheid en meer welbevinden van VVE-kinderen. Op middellange termijn is te zien dat er minder speciaal onderwijs is, minder beroep op de gezondheidszorg en minder school- en studieuitval. Op lange termijn zijn er fiscale effecten te zien, er is meer werkgelegenheid, minder criminaliteit, minder uitkeringen, een hogere levensstandaard, en een positieve invloed op de opvoeding van de nieuwe generatie (van Kampen, 2005).