Latijnse verbuigingen van het zelfstandig naamwoord
Het Latijn is dan wel een uitgestorven taal, toch kan je niet zeggen dat het helemaal is uitgestorven. In zowel alle scholen in België en Nederland kan je nog Latijn volgen, het lijkt misschien verwonderlijk maar toch volgen redelijk veel leerlingen deze richting. In dit artikel ga ik het hebben over de verbuigingen van de zelfstandige naamwoorden in het Latijn.
Naamvallen en verbuigingen
Het Latijn telt zes naamvallen en vijf verbuigingen: naamwoorden op -a (eerste declinatie), op -us, -um en -er (tweede), op -is in de genitivus (derde), op -us met genitivus -us (vierde) en op -es (vijfde).
Uitleg van de naamvallen
Een naamval of casus is een middel waarmee de grammaticale rol van een woord in de zin kan worden aangegeven.
De naamvallen in het Latijn:
- Nominatief (nom): De nominatief (Latijn nominare = benoemen) is de naamval die over het algemeen het onderwerp van een werkwoord aangeeft. Anders gezegd: de nominatief geeft aan wie de handeling verricht die met het werkwoord uitgedrukt wordt.
- vocatief (voc): De vocatief (Latijn vocare = roepen) of vijfde naamval is de naamval die wordt gebruikt als iemand of iets wordt aangesproken.
- Genitief (gen): De genitief (Latijn genus = afkomst) is de naamval die wordt gebruikt om aan te geven dat iets of iemand iets of iemand anders in bezit heeft.
- Datief (dat): De datief in het Latijn is eigenlijk net hetzelfde als het meewerkend voorwerp in het nederlands, je geeft bijvoorbeeld iets aan iemand, die aan wijst erop dat iemand de datief is.
- accusatief (acc): De accusatief (Latijn accusare = aanklagen), is de naamval voor het lijdend voorwerp (direct object).
- Ablatief (abl): De ablatief is altijd een bijwoordelike bepaling, als je bijvoor ergans naartoe gaat, dan staat die naar ervoor dat het zinsdeel erna de ablatief is.
Als je dan in het Latijn de naamval herkent dan kan de functie in de zin van de naamval afleiden d.m.v. bovenstaande uitleg.
Tabel
Nu volgt een tabel waarin alle modellen verbogen worden, zoals deze tabel moeten alle zelfstandige naamwoorden verbogen worden.
| eerste verbuiging | tweede verbuiging | tweede verbuiging | derde verbuiging | derde verbuiging | derde verbuiging | derde verbuiging | vijfde verbuiging |
| Silva, Silv-ae | Servus, Serv-i | Templum, Templ-i | rex, reg-is | corpus, corpor-is | civis, civ-is | mare, mar-is | res, rei |
nom enk | silva | servus | templum | rex | corpus | civis | mare | res |
voc enk | silva | serve | templum | rex | corpus | civis | mare | res |
gen enk | silvae | servi | templi | regis | corporis | civis | maris | rei |
dat enk | silvae | servo | templo | regi | corpori | civi | mari | rei |
acc enk | silvam | servum | templum | regem | corpus | civem | mare | rem |
abl enk | silva | servo | templo | rege | corpore | cive | mari | re |
|
nom mv | silvae | servi | templa | reges | corpora | cives | maria | res |
voc mv | silvae | servi | templa | reges | corpora | cives | maria | res |
gen mv | silvarum | servorum | templorum | regum | coporum | civium | marium | rerum |
dat mv | silvis | servis | templis | regibus | corporibus | civibus | maribus | rebus |
acc mv | silvas | servos | templa | reges | corpora | cives | maria | res |
abl mv | silvis | servis | templis | regibus | corporibus | civibus | maribus | rebus |