Certificate in Advanced English (CAE): Informatie en tips
Een handig overzicht voor studenten die een Certificate in Advanced English (CAE) of Cambridge Examen willen behalen. Het CAE examen is een internationaal erkend diploma voor beheersing van de Engelse taal. Een handig certificaat voor een stageplek, een baan in het buitenland en voor eigen kennis. Het vaardig worden met de onderdelen is een vereiste om het examen met succes af te leggen!
Inhoudsopgave
Doel van het Certificate in Advanced English examen
Het Certificate in Advanced English is een diploma dat door de University of Cambridge ESOL Examinations is bedacht.
Wereldwijd worden op verschillende momenten in het jaar de examens afgenomen. Dit gebeurt ook in Nederland. Deze worden vervolgens ook in Cambridge nagekeken en beoordeeld. Omdat de Cambridge examens wereldwijd bekend zijn is het makkelijk voor een werkgever om te bepalen welk niveau Engels de sollicitant heeft.
CAE is gelijk aan niveau C1 van het Europees Referentiekader, en ligt daarmee net onder “native speaker” niveau wat dus erg van pas komt bij het werken in het buitenland.
Opzet van het examen (onderdelen CAE )
- Speaking (Spreken)
- Listening (Luisteren)
- Writing (Schrijven)
- Reading (Lezen)
- Use of English (Grammaticale structuren en vocabulaire)
Speaking (Spreken)
Dit onderdeel duurt ongeveer 15 minuten. Samen met een partner wordt een gesprek gevoerd onder het oog van twee examinatoren. Het gesprek bestaat uit vier delen: Een korte inleiding waarin iedere kandidaat iets over zichzelf vertelt. In het tweede deel moeten beide kandidaten iets nuttigs vertellen over een setje afbeeldingen die zij te zien krijgen. Dit kunnen erg uitlopende afbeeldingen zijn, het gaat erom dat je verbanden kan aankaarten of een verhaal erover kan vertellen. Onder nuttig verstaat men: gevoelens, ervaringen of een weloverwogen mening over een afbeelding die je ziet. In het derde gedeelte volgen nog wat afbeeldingen en een opdracht. Vervolgens moet men samen over de opdracht discussiëren en gedachtes hierover uitwisselen en samen tot een uitkomst komen. In het laatste gedeelte discussiëren de kandidaten en de examinatoren over de bevindingen in het derde gedeelte. Bij alle onderdelen is het van belang dat de uitspraak, intonatie, snelheid, grammatica en mogelijkheid tot discussievoering in orde is.
Voorbereiding: Oefenen met een gesprekspartner of
oefen Speaking hier
Listening (Luisteren)
Dit onderdeel duurt ongeveer 40 minuten. Het onderdeel bestaat uit 30 vragen waarin geluisterd moet worden naar korte fragmenten, lange monologen, een interview, discussies of korte monologen over een specifiek onderwerp. Kandidaten moeten beschikken over goede luistervaardigheden aangezien er vaak een accent bij de sprekers aanwezig is. Vaak zijn er ook interviews en gebeurtenissen op de TV die aan bod komen.
Voorbereiding: Diepere interviews op de Britse televisie, Engelstalige muziek en programma's. Probeer vragen te stellen over wat er gezegd wordt en dit te onthouden.
Writing (Schrijven)
Dit onderdeel duurt 1 uur en 30 minuten. Het bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een verplicht onderwerp waarin een artikel, voorstel, reactie op de tekst of een verslag. Verschillende teksten kunnen als richtlijn tekst gebruikt worden (affiche, poster, notitie, pamflet, brief, artikel et cetera). In het tweede gedeelte mag de kandidaat uit vijf onderwerpen kiezen. Bij ieder onderwerp kan gekozen worden uit twee soorten schrijfvorm.
Voorbereiding: Oefen met schrijven door de verschillende schrijvormen onder de knie te krijgen. Probeer zelf bijvoorbeeld een artikel te schrijven!
Reading (Lezen)
Dit onderdeel duurt 1 uur en 15 minuten. Het bestaat uit 34 vragen met verschillende soorten teksten en vragen. Tijdschriften, (kwaliteits)kranten, pamfletten, wetenschappelijke artikelen zijn dingen die vaak voorkomen bij het onderdeel Reading. Dit is iets wat goed te oefenen valt.
Voorbereiding:
Oefen Reading hier of natuurlijk zoveel mogelijk diepere Engelse artikelen lezen.
Use of English (Gebruik van Engels)
Dit onderdeel duurt 1 uur. In dit onderdeel wordt onderzocht of de kandidaat voldoende kennis heeft van het Engelse vocabulaire en de bijbehorende grammatica. De toets bevat 50 vragen en bestaat uit vijf delen. Deel één t/m drie zijn op een verhaal gebaseerd waarin 'gaten' zitten. Deze moet de kandidaat dus invullen. Deel vier en vijf bestaan uit zinnen waar eveneens een woord moet worden ingevuld of een zin in een andere volgorde. Deel 1, 3 en 4 zijn gebaseerd op woordenschat. Deel 2 is voornamelijk grammaticaal en deel vijf bevat grammatica en woordenschat.
Voorbereiding:
Oefen Use of English hier of een werkboek Use of English